15

5 vragen aan... In elke editie van VIEWonVALUE stelt de redactie aan iemand uit het werkveld vragen rondom Cost Engineering en Value Engineering en de toepassing in de praktijk. Deze keer vijf vragen aan Hein de Jong, partner bij Value FM en sinds 2010 Value Engineer. “VE neemt niet snel een grote vlucht omdat het vaak ongemakkelijke vragen stelt en schudt aan opgedane overtuigingen en reeds gebezigde methoden.” 1. Waarom heb je gekozen voor het vakgebied van Value Engineering? “Het begon met het volgen van een leuke training bij een Amerikaanse Value Engineer (Renée Hoekstra) en de eerste de beste VE-studie die ik meehielp faciliteren werd een groot succes. Boem! De diepgang waarmee je de achtergronden van een project kunt onderzoeken en daarna in vrijheid creatief mag zijn om verbetervoorstellen te lanceren, vind ik heel aantrekkelijk. Dat je samen meer kunt dan alleen wist ik wel, maar hoe dat aan te pakken met een technisch ontwerp, dat wist ik niet. Met VE kan het. VE is aanstekelijk!” 2. Wat moet je doen om een goede Value Engineer te worden? “Nieuwsgierig zijn. Een goede opleiding doen. Het leuk vinden om met anderen gezichtspunten te ontdekken. En hen de eer te kunnen geven als het lukt (ego). Het begint met onderzoeken, het stellen van de waaromvraag. Zoals een kind dat kan, maar dan met kennis en focus. Daarnaast moet je ergens voelen dat het met een groep beter zou kunnen gaan omdat je zelf maar een beperkt deel van de werkelijkheid kunt zien. Het helpt ook als je enkele goede voorbeelden hebt meegemaakt waardoor je niet alleen weet dat het werkt maar ook hoe het voelt. Als dat plaatje voor je klopt, dan ben je hard op weg om een Value Engineer te worden.” 3. Wat vind jij de toegevoegde waarde van de Value Engineer? “Optimalisatiepotentieel benutten in korte en krachtige sessies, uitgaande van een heldere filosofie en met toepassing van eenvoudige maar krachtige tools. Elk ontwerp kan beter, maar het houdt een keer op. Vaker houdt het op omdat ons geduld op is of omdat het niet gecontracteerd is, dan doordat het maximale potentieel er al is uitgehaald. Als compromis doen we daarom, boven op een goed ontwerpproces, een optimalisatieronde waarbij in principe alles is toegestaan als het maar verbetert en de klus in een beperkte tijd is geklaard. Kort en hevig, daar hou ik van, als van een sterke espresso (op de juiste manier gebrouwen). Het geeft een kick en het resultaat is bijna altijd heel positief. Mensen en organisaties kunnen er elke keer weer van leren.” 4. Waar zie jij het vak Value Engineering over tien jaar? “Er komen meer en meer ingenieurs die weten wat Value Engineering is en die het gebruiken. Behalve Robin de Graaf komen er meer universitair docenten die VE als vast onderdeel van het curriculum geven. Er wordt meer wetenschappelijk onderzoek gedaan naar Value Engineering, hoe VE zich verhoudt tot dagelijkse praktijken en hoe het geïntegreerd kan worden. Taxonomieën, methoden en praktische werkwijzen ontwikkelen zich en integratie vindt plaats in expliciete werkwijzen. Over tien jaar is het aantal bedrijven met geïntegreerde Value Engineeringprocessen sterk toegenomen in verschillende toepassingsdomeinen. We leren de fundamentele achtergronden kennen van Value Engineering zoals: systems engineering, design thinking, human centered design, en value proposition design. Onze ontwerpfilosofieën en methoden zullen zich in die richting blijven ontwikkelen. Of we het dan nog Value Engineering noemen of bijvoorbeeld Advanced Engineering is de vraag.” “VE neemt niet snel een grote vlucht omdat het vaak ongemakkelijke vragen stelt en schudt aan opgedane overtuigingen en reeds gebezigde methoden. Socrates werd daarom gedwongen een gifbeker te drinken. Gelukkig levert VE ook veel geld op, dus de sponsors blijven geïnteresseerd. Hun ‘toeleveranciers’ zullen VE blijven praktiseren zolang de sponsors het wensen. En een kleine groep van veranderaars zullen dit blijven promoten.” 5. Als je Value Engineering zou samenvatten in een muzieknummer, welk nummer zou dat zijn? “Dat zou een muzieknummer zijn dat bescheiden begint met een eenvoudige lijn. Waarna het divergeert in een complexe omvangrijke vulling van de ruimte met geluid en weer convergeert in een relatief eenvoudig concluderend refrein met slotakkoord. Zoals de Goldberg Variationen van Bach.” 00: 15 WATCH 00: 15

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication