JE GEBRUIKT JE INTUÏTIE MEER DAN JE DENKT Figuur 2 – Kennisniveau en zelfperceptie (Dunning-Kruger effect). Het tweede onderzoek is van David Dunning en Justin Kruger, die de psychologische bias ontdekten dat we onszelf overschatten als we beperkte kennis hebben op een bepaald gebied in vergelijking met objectieve criteria of prestaties van anderen. We hebben dan simpelweg niet door dat we maar een fractie van de kennis in beeld hebben en we vertrouwen te veel op onze intuïtie. In figuur 2 geeft de stijgende rode lijn het daadwerkelijke kennisniveau aan van beginner naar expert. De blauwe lijn geeft de eigen perceptie van het kennisniveau aan van beginner naar expert. We zien dat we als beginner onszelf behoorlijk kunnen overschatten. In deze fase herkennen we de kennis van experts ook helemaal niet. Pas als onze kennis toeneemt door ervaring, zelfinzicht en training gaan we inzien hoe onwetend we waren en neemt de zelfoverschatting af. De blauwe lijn geeft ook aan dat we de neiging hebben om onszelf juist te onderschatten zodra we de expertise daadwerkelijk in huis hebben. Dan beseffen we dat we heel veel nog niet weten en zijn we kritisch over ons eigen werk. We gaan er van uit dat veel anderen op hetzelfde niveau presteren als wijzelf en we weten dat er collega’s zijn die nog veel beter presteren. 3. In de leer gaan bij een meester De beste tip die ik je kan meegeven is: ga als gezel in de leer bij een vakman of -vrouw en zorg ervoor dat jullie intensief samenwerken. Impliciete kennis is immers niet te onderwijzen of te systematiseren, maar is wel tijdens het werk direct beschikbaar en oproepbaar voor de eigenaar van die kennis. En is goed overdraagbaar op anderen langs een sociale route, door observatie, interactie en samenwerking. Ik hoorde het verhaal dat iemand veel naar wedstrijden van wereldkampioen snooker Stephen Hendry keek en dat zij daardoor ook steeds beter werd in het snookerspel. Maar interactie en samenwerking zijn de echte katalysatoren voor intuïtieve kennisoverdracht: de leercurve van de gezel wordt dan snel steiler. Meesters kennen hun mogelijkheden en grenzen en ze zijn in staat om te reflecteren op hun eigen manier van werken. Ze worden zich door de expliciete focus op hun rol als leermeester bewuster van hun intuïtie als kennisbron en hebben de sociale lenigheid om jou op een didactische manier te begeleiden. En mochten ze daar nog niet zo bedreven in zijn, dan kunnen ze het snel aanleren. Tot slot Ik kan me voorstellen dat je over een drempel moet stappen, voordat je een leermeester hebt gevonden met wie je kan samenwerken. Het helpt natuurlijk als deze stap en het samenwerkingsproces worden gefaciliteerd door het bedrijf waar je werkt. Dat is wat Rijkswaterstaat met het ‘Gilde 2.0 Meester-Gezel programma’ heeft gedaan. De meesters en gezellen werken intensief samen aan dezelfde opgaven, op een manier die leren en werken slim combineert. Deelnemers zeggen hierover: “De oogst is dat ik nu met meer zelfvertrouwen werk. Ik sta daardoor meer open voor verschillende belangen en ga beter om met onverwachte uitkomsten. Het mooie vind ik dat ik veel van de meester leer door samen met de poten in de modder te staan.” "Het programma was ook voor mij waardevol. Dat had ik niet gedacht, zo eigenwijs als wij ingenieurs kunnen zijn. Ik ben me bewuster geworden waarin ik meester ben en op welke manier. En heb dat expliciet vertaald naar mijn gezel, zoals hoe ik stuur in de complexe omgeving waarin wij werken. Dat is niet te leren uit een boekje.” Referenties [1] Mathieu Weggeman. Kennismanagement: de praktijk. 2000 [2] Verstappen vertrouwt op intuïtie: “Data kunnen dat ondersteunen.” https://nl.motorsport.com/f1/news/max-verstappendata-intuitie-jos-verstappen/4939285/ [3] Daniël Kahneman. Thinking, fast and slow. 2012 Overige bronnen Richard. Sennett. The Craftsman 2008 Govert Geldof. Complexiteit en de waarde van praktijkkennis. 2019 00:0 9
10 Online Touch Home