63

als iedereen ritmegevoel heeft, kan iedereen dan drummen? ‘Iedereen kan de maat houden. Maar een drummer moet meer kunnen dan dat. Hij moet een goede lichaamsbeheersing en coördinatie hebben. Hij moet zijn armen en benen onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen en verschillende ritmes tegelijk aanhouden. Daarbij komt een aantal fysieke vaardigheden kijken. De polsen en enkels zijn de scharnierpunten; het kost vele oefenuren om die soepel en sterk te maken.’ maakt het uit of je links of rechts bent? ‘Ik ben ervan overtuigd dat ieder mens alles zowel links als rechts kan. Alleen moet je op school voor een van beide kiezen. Maar als je alles vanaf het begin met beide handen en benen doet, dan leer je beide kanten beheersen. Het is zonde dat dat niet gestimuleerd wordt. Overigens is de beste methode tegen RSI gewoon de muis een tijdje in de andere hand nemen. Het is even wennen, maar het werkt echt!’ in hoeverre is ritme een communicatiemiddel? ‘Het eerste communicatiemiddel over grote afstanden was waarschijnlijk een holle boomstam die over een diepe kuil werd gelegd en waar ritmisch op gestampt werd. Daarmee werden enorme afstanden overbrugd. Een grote Japanse taiko hoor je wel vijftig kilometer verderop. Daarmee werden allerlei berichten geseind. In Afrika was de drum ook een oorlogsinstrument. Een leger met duizenden djembe’s moet ongelooflijk angstaanjagend geweest zijn. Als dat op je afkwam moest je heel dapper zijn wilde je niet wegrennen. De Schotten deden dat ook met hun doedelzakken en tromgeroffel. Daar word je koud van. In de 18de en 19de eeuw werden de legers aangestuurd met trommels. De soldaten waren tot in de puntjes gedrild en wisten precies welke actie bij welk ritme hoorde, wanneer ze een carré moesten vormen, moesten aanvallen, terugtrekken, etc. Ze wisten tijdens die gigantische veldslagen precies wat ze moesten doen. Het ritme hield alles bij elkaar. Wie de controle over het ritme verloor, verloor de veldslag. Overigens waren de eerste bands militaire bands.’ raak je nooit uitgekeken op ritme? Enthousiast: ‘Nee! Ik kan moeiteloos tien ritmes bedenken die nog nooit gespeeld zijn!’ Zuiderwijk begint met zijn voeten op de grond te stampen en op de tafel te roffelen. ‘Hoor je dat?’ vraagt hij. Dan zet hij een nieuw ritme in. ‘De basis blijft hetzelfde, een vierkwartsmaat, maar ik leg er nu een ander ritme overheen.’ Inderdaad klinkt wat Zuiderwijk nu speelt anders. Hij vervolgt: ‘Het is een soort alfabet. De mogelijkheden zijn eindeloos. Als je een maat verdeelt in vier tellen, en die weer in vier punten, krijg je dit: ene-ennetweeë-enne-drieë-enne-viere-enne… Weet je hoeveel mogelijkheden er zijn met vier ledematen in die ene maat? Dat is zestien tot de vierde macht. Je hebt ruim 65.000 mogelijkheden in die ene maat van vier tellen. Daar raak ik nooit op uitgekeken.’ 62

64 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication