8

EN DAN MOET JE SPRINGEN Sterkt je opleiding en je omgeving je eigenlijk voldoende om een eigen gezelschap te beginnen? Lilith: “Mijn omgeving heb ik meteen na mijn opleiding veranderd. Ik moest echt weg uit wat ik kende. De twee opties waren Brussel en Gent. Maar de chaos van Brussel was toch niet wat ik nodig had. Dus ben ik naar Gent verhuisd. En Gent is zo mooi en rustig en door het Toneelscholenfestival kende ik al heel wat mensen van het KASK.” Damiaan: “Gesterkt door mijn opleiding? Goh, hoe ouder ik word, hoe meer ik besef hoe weinig ik kan. Je komt jezelf de hele tijd tegen, je twijfelt, je denkt ‘kan ik dit wel?’ of eerder ‘wil ik dit wel’?” En? Wil je het nog? Damiaan: “Ik weet het hoe langer hoe minder. Het spelen op zich is nog altijd aangenaam. Maar het gaat hem echt over alles wat eraan vooraf gaat. Het zoeken naar middelen, het plannen, je gezelschap runnen. Het experiment in de voorstelling wordt ook stiefmoederlijk behandeld, want het resultaat moet scoren. Wat ik wel snap hoor. Maar de marge om nieuwe dingen uit te proberen wordt hoe langer hoe kleiner.” Lilith: “Voor Eigen Kweek moesten we natuurlijk een dossier schrijven. Maar het is zoals Damiaan zegt. Je vertrekt vanuit de goesting om iets te maken, vanuit een idee of een inspiratie. Vervolgens wordt alles kapot bedacht omdat je er zoveel over moet spreken en schrijven. En je moet alles wat je gaat doen al heel ver van tevoren weten. Ik vind dat best eng. Nadat we met Rest and Relaxation in première gingen, voelden we dat we de essentie van wat we wilden zeggen verloren geraakt waren. Die première kwam voor ons eigenlijk te snel. Misschien is dat normaal met een eerste productie? We hebben nu besloten om nog een week de vloer op te gaan om opnieuw aan de voorstelling te sleutelen.” Damiaan: “Ik vind het heel moedig dat je na de première blijft doorwerken aan de voorstelling. Sowieso ontwikkelt een voorstelling zich gaandeweg de speelperiode, maar ik zie er weinigen die het durven om echt fundamentele kwesties nog te veranderen tijdens het spelen. Bij sommige voorstellingen ben je constant aan het zoeken naar de best mogelijke manier om iets te vertellen, het denkwerk stopt niet. Het is knap dat de jonge garde dit durft. En radicaal!” Lilith: “Wij waren te veel bezig met verwachtingen en vragen van buitenaf en voelden dat we weer even naar onszelf moeten luisteren. We denken nu ‘laat ons gewoon maar even doen’.” Damiaan: “Ik snap wat je zegt over die controle van buitenaf, de vragen ‘ben je goed bezig?’, ‘waar sta je?’ en ‘hoever sta je?’. Om alles iedere keer te moeten verantwoorden, dat vind ik ook een heel moeilijke oefening. De dingen veranderen vaak terwijl je bezig bent. En zoals je zegt, soms heb je gewoon meer tijd nodig. En Lilith, het is absoluut waar wat je zegt, je moet alles al heel vroeg weten. Twee jaar op voorhand moet alles op punt staat om de verkoop naar de cultuur- en kunstencentra te starten. Dat is echt moeilijk.” Lilith: “Daarom hebben wij ook heel veel chance met Eigen Kweek. Wij hebben in totaal zo’n 20 speelplekken. Als beginnend gezelschap hé! Dat is zot dat we dat kunnen doen. We zien dit ook echt als een tweede première. We hadden de voorstelling intussen een zestal keer gespeeld en noemen dat ook echt al ‘de oude voorstelling’. We gaan nu dus beginnen aan ‘de nieuwe voorstelling’.” (lacht) Damiaan, merk je een verschil met toen jij begon? Damiaan: “Zeker! Vroeger zeiden we tegen een organisatie ‘Wij komen, hebben jullie plek? We weten wel nog niet met wat en met wie, maar we komen af’. Nu moet je een dik dossier hebben over met wat, met wie, waarom, … . Maar nu spreek ik echt als een bompa, wij zijn 38 jaar bezig. Als ik zie hoe die machine achter de voorstelling Schopenhauer werkt, dat is commercieel goed gestructureerd. Alles is op voorhand al helemaal klaar. Alles behalve ik. (lacht) Maar ik ga ook klaar zijn hoor.” Damiaan, over jouw voorstelling gesproken: Schopenhauer, is dat nu een pessimist of niet? Damiaan: “Stefaan Van Brabandt, schrijver en regisseur van de voorstelling kan daar honderduit over vertellen. Hij zegt altijd dat Schopenhauer stelt dat het bestaan per definitie uit miserie en lijden bestaat, en dat hij in dat opzicht dus een pessimist is. Máár volgens Stefaan geeft hij ook een ontsnappingsroute. Schopenhauer zegt dat je je kan bevrijden uit de miserie door afstand te nemen, door te observeren in plaats van te participeren. Dus in dat opzicht is hij ook een verlossingsfilosoof en is hij niet eenduidig pessimistisch. En het is de observatie waar de humor in zit. Het voorbeeld dat Stefaan altijd aanhaalt: © Marie Bouly 8 “iemand glijdt uit over een banaan, voor hem is dat een drama, maar voor de observator is dat humor.” Stefaan heeft trouwens het uitzonderlijke talent om zeer

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication