50

Door Julia Smit Er was eens een prins Kluif V die zeven raadsleden had en hij had ze lief zoals een Prins Carnaval zijn raadsleden liefheeft. Op een dag wilde hij het bos ingaan om wat bosbier te halen: hij riep ze alle zeven bij elkaar en zei: "Lieve raad, ik ga naar het bos, wees op je hoede voor Adjudant Wolf; als hij binnenkomt, dan eet hij jullie allen met huid en haar op. De booswicht vermomt zich vaak, maar aan zijn rauwe stem en zijn rode steek kunnen jullie hem meteen herkennen." De raadsleden zeiden: "Lieve Prins Kluif, wij zullen goed oppassen, u kunt rustig weggaan." Prins Kluif knikte tevreden en gerustgesteld en liep het bos in. Het duurde niet lang of er klopte iemand aan de voordeur die riep: "Doe open, lieve raad, ik ben het, Prins Kluif, ik heb voor jullie allemaal iets meegebracht." Maar de raadsleden hoorden aan de rauwe stem dat het Adjudant Wolf was. "Wij doen niet open," riepen zij, "jij bent onze Prins niet, die heeft een gezellige stem, maar jouw stem is rauw; jij bent Adjudant Wolf!" Daarop ging Adjudant Wolf naar een winkel en kocht een groot flesje bier; dat dronk hij op en daardoor werd zijn stem gezelliger. Toen kwam hij terug, klopte aan de voordeur en riep: "Doe open, lieve raad, ik ben het, Prins Kluif, ik heb voor jullie allemaal iets meegebracht." Maar Adjudant Wolf had zijn rode steek op de vensterbank gelegd; dat zagen de raadsleden en zij riepen: "Wij doen niet open, onze Prins Kluif heeft geen rode steek zoals jij, hij heeft een zwarte steek! Jij bent Adjudant Wolf." Toen liep hij naar een kledingwinkel en zei: "Ik ben mijn steek kwijt geraakt! Ik wil graag een nieuwe, zwarte steek." De medewerker van de winkel gaf hem de zwarte steek en rekende hem af bij de kassa. Adjudant Wolf greep hem uit zijn handen en sprintte de winkel uit. Nu stapte de booswicht voor de derde maal op de voordeur af, klopte aan en zei: "Doe open, lieve raad, jullie Prins is thuis gekomen en heeft voor jullie allemaal iets meegebracht uit het bos." De raadsleden riepen: "Laat ons eerst je steek zien zodat wij zeker weten dat jij onze Prins Kluif bent." Daarop legde hij zijn steek op de vensterbank en toen zij zagen dat die zwart was, geloofden zij dat alles wat hij zei waar was en deden de deur open. Maar wie kwam daar binnen: Adjudant Wolf! Zij schrokken en wilden zich verstoppen. Kissieskluif sprong onder de tafel, Edelkluif in het bed, Buurkluif in de kachel, Kookkluif de keuken in, Crosskluif in de kast, Sprintkluif onder de waskom, en Ijdelkluif in de kast van de hangklok. Maar Adjudant Wolf vond ze allemaal en slokte zonder complimenten het ene na het andere door zijn keelgat. Alleen Ijdelkluif, dat in de kast van de klok zat, vond hij niet. Toen hij zijn honger had gestild, maakte hij dat hij weg kwam, ging buiten in de groene wei onder een boom liggen en viel in slaap. 50

51 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication