31

It takes a village Het begon met een tintelend gevoel in mijn been. Alsof ik heel fanatiek had hardgelopen, terwijl ik met een boek op de bank zat. Daar kwam een dof gevoel in mijn wang bij – in de auto op weg naar een afspraak prikte ik met een tandenstoker in mijn huid om te checken of ik écht niets meer voelde. Mijn emoties zaten hoog… ‘Els, gaat het wel goed met je?’ vroeg mijn toenmalige directeur. Ik knikte. Ja, prima. Ik was gewoon aan vakantie toe, niets aan de hand. Tot ik mijn collega Erna in haar kantoor zag zitten, ik bij haar naar binnenstormde en in tranen uitbarstte. Je kunt een elastiekje heel lang heel ver uitrekken, maar op een gegeven moment knapt ie. Mijn overspannen staat van zijn kwam door een opeenstapeling van privédingen, altijd maar ‘ja’ zeggen, collega’s en netwerkpartners die me met alle goede bedoelingen de leuke klussen toeschoven – ‘Els is altijd zo enthousiast’ – en steevast maar doorgaan. Mijn lijf vond het genoeg. Wat een ongelooflijke rottijd, dat half jaar thuis. Het voelde alsof ik mijn collega’s in de steek liet: ik deed opeens niet meer mee, zelfs een kop theezetten lukte niet langer. Ik deed opeens niet meer mee Ik heb altijd geweten dat je je hoofd niet altijd de baas bent. Wat je denkt, voelt en kunt is lang niet altijd een keuze. Als ik de vertaalslag naar het kinderwerk maak: elke ouder wil in principe het beste voor zijn kind, maar als je brein daar niet toe in staat is, sta je machteloos. Ik heb dat altijd geweten, maar nu ervoer ik de onmacht van een onwelwillend brein zelf: ik kon van alles willen en weten, maar het lukte me simpelweg niet om te functioneren hoe ik dat wenste. Ik was opeens afhankelijk van de hulp van anderen, deed niet meer mee, had even niets aan al mijn ervaring. Ik leerde dat clichés als ‘samen komen we verder’ of ‘it takes a village to raise a child’ alleen clichés zijn omdat ze kloppen. Hulp is nodig: hulp vragen én hulp geven – en het een is trouwens niet makkelijker dan het ander, als ik terugdenk aan mijn eigen ervaring, jaren geleden. En dan ben ik blij dat ik inmiddels overal weer – veel te vaak – enthousiast ja op kan zeggen. Sterk in kinderwerk | 29

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication