14

12 Ik wil ze zo graag vooruit helpen, maar dat laten ze niet toe. Ik mag in de eerste plaats een toeschouwer zijn, zonder commentaar te geven. En dat doet pijn. Want ik zie ze dezelfde fouten maken, die ik als jonge moeder gemaakt heb. Ik wil hen van de zijlijn toeroepen en schreeuwen: niet die kant op jongens, want die weg loopt dood. Ik wil niet dat ze dezelfde pijn voelen, die ik gevoeld heb. Ik heb mijn taak nochtans ernstig opgenomen. Ook al weet ik dat ik fouten heb gemaakt. Ik heb mij aan hen toegewijd. Maar als ik probeer samen te vatten welke resultaten ik daarmee geboekt heb, wordt ik bedroeft. Ik stel vast dat al mijn pogingen op weinig zijn uitgelopen. Ik heb het gevoel dat alles weer op nul staat. En dan worstel ik met vraag of ze zijn nu beter af zijn. Het liefst van al zou ik willen weglopen. Ik kan de confrontatie steeds minder goed aan. Want het doet mij sterk aan mijzelf twijfelen. Aan mijn capaciteiten. Ik heb gefaald. Ik ben niet beter dan die andere. Ook ik heb fouten gemaakt. En aan de andere kant weet ik dat ik niet alle verantwoordelijkheid op mij moet nemen. Ik weet dat het leven een samenspel is, waarin vele pionnen stuk voor stuk een rol op het bord hebben. Maar nu spreekt mijn verstand. Want mijn gevoel zegt het anders.

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication