17

15 Een plaats waar ruwe mannenhanden mijn tere lijf omhelst en gestreeld hebben. Een plek waar warme zachte moederborsten mij gezoogd hebben. Aan mijn gelaatstrekken kon je als baby duidelijk zien dat ik daar thuishoorde. Mijn streken en woorden bevestigden slechts datgene wat mensen altijd hebben verwoord: ‘zie, hij wordt net als zijn vader. Kijk, hij heeft dezelfde neus als zijn moeder’. Niemand kon dit loochenen. Ik heb er een naam gekregen. Het was de plaats van waar ik wegging om de wereld te verkennen. Het was de plaats waar ik telkens naar terugkeerde, om vervolgens al mijn indrukken te verwerken. Het was de plek waar ik mij veilig voelde. Een plaats van omhelzing. Elke dag opnieuw hoorde ik daar de stem van mijn ouders die zeiden: ‘Jij bent onze liefste jongen. We verheugen ons in wie je bent. We genieten ten volle van je aanwezigheid.’ Ik herkende hun stemmen uit duizenden andere stemmen. De kordate stem van papa die mij toejuichte toen ik mijn eerste stapjes zette en de stem die mij terug floot toen ik mijn eerste misstap deed. De zachte stem van mama die mij troostte bij mijn eerste valpartij en de stem die mij leerde hoe ik mijn veters moet knopen. De krakende stem van opa die mij verhalen over vroeger vertelde en de stem die mij vertelde dat alles wel goed komt. De zingende stem van oma die mij zo vaak in slaap gezongen heeft en de stem die mij leerde hoe ik een tekening kan maken.

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication