19

17 Ze vroegen om bewijzen en dwongen mij een antwoord te geven op de vraag of ik de liefde van mijn ouders wel waard was. Was ik wel goed genoeg en succesvol voor hen? Was ik beter dan die andere kinderen? Voldeed ik aan de maatstaf over mannen? Was ik wel geworden wat mijn ouders voor mij in gedachten hadden? Op zo’n momenten rende ik naar mijn ouders. Want die zeiden eenvoudigweg: zoon, wij houden van jou. Bij ons hoef je jezelf niet te bewijzen. Wij houden van je met een liefde die reikt tot over de dood heen. Wij houden van je omdat je onze jongen bent. In dat gezin voelde ik mij thuis. Daar klopte het hart van mijn ouders die mij onvoorwaardelijk lief hadden. Ik werd er bemind en niet afgewezen, omarmt en niet doorverwezen, gezien en niet doodgezwegen. Bij hen kwam ik tot rust. Bij hen voelde ik mij veilig en thuis. In dat veilig nest kon ik opgroeien en stoeien. Ik kon er spelen en leren, goochelen en delen, met anderen wenen en experimenteren. Daar is de basis gelegd van een betekenisvol bestaan. Deze tekst is gebaseerd op enkele gedachten van Henri Nouwen, die neergeschreven staan in zijn boek ‘eindelijk thuis’

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication