26

God, mijn hemelse Vader 24 Wat verlangde ik ernaar dat God trots op mij zou zijn. En wat deed ik mijn best, om in zijn gunst te staan. Ik ging allerlei goede werken voor Hem doen en spande mij in voor de dingen die Hij van mij vroeg. Maar ik faalde elke keer opnieuw… Telkens als ik het verprutste werd ik overspoeld met een diepe angst. Sombere gedachten spookten door mijn hoofd: Je heb het verknald. Het is voorbij. Je zult nooit Gods goedkeuring verdienen Je bent gewoon niet goed genoeg. Het zal je nooit lukken… Ik probeerde nog harder mijn best te doen. Maar ik hield het nooit lang vol. Op een zeker moment was het voor mij duidelijk. Ik zou nooit in Zijn gunst kunnen staan. Met als gevolg dat ik ook deze relatie opgaf. Maar God zelf gaf mij niet op. Hij liet mij op een gegeven moment de waarheid hieromtrent zien. Hij is trots op ons, omwille van wie we zijn. En niet omwille van wat we doen. Hij heeft voor mij gekozen om wie ik ben en niet omwille van wat ik allemaal kan of niet kan. Vaak begrijp ik het nog niet. God houdt van mij. Gewoon zoals ik ben. Ik hoef daar niets speciaals voor te doen. Ik moet zijn liefde niet proberen te verdienen. Hij wil een Vader voor mij zijn. Hij houdt van mij omdat hij mij graag mag. Hij geniet van mijn aanwezigheid en van mijn verhalen. Hij is trots op mij omdat ik zijn zoon ben.

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication