48

Door de huidige situatie, waarin tal van praktische zaken geregeld moeten worden, is het best lastig om de meer inhoudelijke kant van het kerkzijn op te pakken, los van enkele kleine initiatieven. Sebastiaan: “We proberen op dit moment op een vriendelijke manier meer open te zijn naar de gemeenschap en een positief geluid te laten horen.” Ans: “We proberen aandacht te geven aan bijvoorbeeld dorpsgenoten die ziek zijn en op die manier aanwezig te zijn. Aan grote diaconale projecten zijn we op dit moment nog niet toe. Dat is nog meer iets voor de toekomst.” Sebastiaan: “Het is ook de vraag in hoeverre je als kerk in een kleine gemeenschap op den duur zelfstandig kan blijven. Daarbij is belangrijk, dat wanneer je met andere kerken gaat samenwerken, je de bijdrage, die je nu aan deze gemeenschap levert, in stand kan houden voor déze gemeenschap.” Harrie: “Het dorpshuis, de woningen etc. wil je voor het dorp bewaren. En daarnaast zullen we over het instituut kerk en de invulling hier moeten nadenken. Vooral dat laatste is het aller moeilijkste. Het is daarbij goed om bij de andere dorpen te kijken hoe zij dat aanpakken en dan de lastige vertaalslag naar jouw eigen dorp te maken. We praten ook met Dorpsbelang en het is de kunst om meer bekendheid te geven over onze activiteiten.” Onze gemeenschap is relatief klein en dat biedt voordelen, omdat je precies weet wie wie is, maar aan de andere kant is het moeilijk om bijvoorbeeld een ‘pastor’ aan te stellen en dan pastor in de zin van een persoon, die beschikbaar is voor mensen met behoefte aan steun, een goed gesprek, hulp op wat voor manier dan ook. De vraag is of de kerk daarin moet kunnen voorzien. Moeten de kerkdeuren alle dagen openstaan voor de mens in nood, zoals dat een van de traditionele rollen van de kerk altijd is geweest. Of is die functie inmiddels overgenomen door allerlei andere instanties en ook de verenigingen en clubs in onze samenleving? Er gebeurt in onze dorpen veel op sociaal gebied. We hebben heel veel actieve clubs en verenigingen, die zijn allemaal niet gericht op de innerlijke mens. Anke: “Misschien is dat onze rol niet meer. Onze dorpelingen zijn heel blij met wat we doen voor de dorpen met het beschikbaar stellen van de woningen, het kaatsveld, het dorpshuis, het kerkgebouw. Dat is de waarde die we toevoegen.” Kan je in de sociale rol wel zonder predikant? Sebastiaan: “Dat is natuurlijk wel je eerste aanspreekpunt, waar je terecht kan als je een probleem hebt. Maar er zijn ook gemeentes, waar helemaal geen predikant is; waar lekenpredikers de dienst leiden met ondersteuning van een koor en muziek. Dat is ook een mogelijkheid.” Ans: “Is er bijvoorbeeld wel behoefte aan catechisatie?”. Anke: “Heeft een nieuwe generatie daar behoefte aan? Dat zijn de vragen die op ons afkomen. In andere dorpen gaat de dominee naar de jeugdkeet en drinkt een biertje mee. Zo leert die ook wat er leeft in de groep. En kom jij naar de kerk of komt de kerk naar jou in een vorm van maatschappelijk werk. 48

49 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication