Naast Noord-Brabant, de Randstedelijke gebieden en Limburg, zijn ook vele gebieden in Oost-Nederland goed voor een hoge toegevoegde waarde van de industrie. In Oost-Nederland is de industrie goed voor 16% van de totale toegevoegde waarde, terwijl het Nederlandse gemiddelde 12,4% is.14 Daarnaast levert 1 fte in de industrie circa 0,7 fte aan werkgelegenheid op voor aanpalende diensten. Twente en de Veluwe creëren de meeste toegevoegde waarde, gevolgd door de regio Arnhem/Nijmegen en de Achterhoek. De economieën in deze regio’s leunen voor een groot gedeelte op de industrie. Zo is de industrie in Twente verantwoordelijk voor 24% van de totale toegevoegde waarde van de economie. In de Veluwe is dat 20%, in Arnhem/Nijmegen 19% en in de Achterhoek 15%. Bovengenoemde cijfers en percentages geven weliswaar inzicht in de positie van de industrie ten opzichte van andere sectoren, maar het daadwerkelijke belang van de sector is nog groter. Bijna één vijfde van de economie is gerelateerd aan industriële activiteit. Dit betreft niet alleen de toegevoegde waarde van de industrie zelf, maar ook die van andere bedrijfstakken (bijvoorbeeld zakelijke dienstverlening en logistiek) bij het leveren aan de industrie. Ten behoeve van de finale afzet van de industrie creëren andere bedrijfstakken bijna 40 miljard aan toegevoegde waarde. Geen enkele andere bedrijfstak heeft zo’n groot uitstralingseffect.15 Bron: CBS, Productieproces; bedrijfstak en regio; nationale rekeningen (2018) 14. StatLine - Productieproces; bedrijfstak en regio; nationale rekeningen (cbs.nl) 15. Hitzert, F., Langenberg, H. & Notten, F. (2017). Belang, ontwikkeling en structuur van de Nederlandse industrie. CBS | 49 Afbeelding 7
50 Online Touch Home