0

BOOST INDUSTRIEKOMPAS

2 |

VOORWOORD VOORWOORD De industrie is traditioneel gezien een belangrijke sleutel voor welvaart. Dit vanuit het economische principe dat fysieke producten een belangrijke basis zijn voor wereldwijde handel. De basis voor een sterke positie in een wereldwijde markt is het vermogen om mee te veranderen met internationale trends. Op dit moment transformeert de industrie aan de hand van de ontwikkeling van digitale technologieën en robotisering. Dit resulteert in efficiëntere en vernieuwende processen en producten en aanvullende digitale diensten. Ondanks mooie ontwikkelingen door digitalisering en Smart Industry, staat de industrie voor grote veranderingen. Deze worden veroorzaakt door veranderende economische verhoudingen in de wereld, de klimaatproblematiek, de toenemende schaarste aan grondstoffen en de vergrijzing. Maar ook door de zich verhardende politieke ontwikkelingen en de daaruit voortkomende maatschappelijke onrust en onvoorspelbare marktontwikkelingen. Verdergaande digitalisering en robotisering worden nog belangrijker om op termijn het personeelstekort op te vangen. Door digitalisering en robotisering kan de noodzakelijke productiviteitsverhoging gerealiseerd worden. Industriële productie kan dan in Nederland blijven bestaan, in wat voor vorm dan ook. Tegelijkertijd wordt de internationale concurrentiepositie behouden en vergroot. Daarnaast zien we dat servitization1 en circulaire proposities steeds belangrijker worden om de noodzakelijke omslag van grondstofverbruik naar gesloten materiaalketens te maken. Dit is belangrijk voor de instandhouding van onze aarde en van groot belang voor het zekerstellen van de noodzakelijke grondstoffen. Al met al veel verschillende trends en ontwikkelingen waarmee de industrie te maken krijgt. Het platform BOOST is voor de industrie een kompas. Bedrijven kunnen kennis opdoen over verschillende ontwikkelingen door deel te nemen aan sessies en workshops te volgen. Maar ook door te participeren in projecten, samenwerking te zoeken, problemen te agenderen en interactie met het onderwijs en de overheid te organiseren. Door de participatie en betrokkenheid van veel organisaties is BOOST een dynamisch en succesvol netwerk. Wij zijn partner voor bedrijven, intermediaire partijen, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden. Samenwerking tussen alle partijen wordt steeds belangrijker om de noodzakelijke versnelde ontwikkeling van onze bedrijven te kunnen realiseren, en daarmee het industrieel ecosysteem. Hierbij doe ik dan ook graag de oproep tot betrokkenheid en deelname van bedrijven aan BOOST, bijvoorbeeld via de BOOST Industry Advisory Board. De eerste fase van BOOST is achter de rug, maar het werk is zeker nog niet gedaan. Met vertrouwen kijken wij naar voren en koersen wij op de kansen voor de industrie. Vandaar dit kompas, dat ons de richting wijst en als referentie dient. Ik hoop dat we de komende jaren met kracht en energie verder kunnen bouwen aan een vruchtbare bodem voor de Oost-Nederlandse industrie. Ik vertrouw erop dat iedereen meedoet en de handen uit de mouwen wil steken. De uitdaging is groot, samen kunnen we hem aan. Arjan Ester, voorzitter raad van bestuur Aebi-Schmidt en voorzitter BOOST 1. Het omvormen van een onderneming van een product- naar een dienstengeoriënteerd businessmodel. | 3

INHOUD 3 Voorwoord Arjan Ester voorzitter raad van bestuur Aebi-Schmidt en voorzitter BOOST 7 Inleiding Industriekompas 10-11 BOOST Vitale Industrie voucher - KALTENBACH B.V. I GIETART 12-17 Inleiding industrie Kompas 10-11 18-21 Vertrouwen, Verbinding en Vriendschap in de Achterhoek 22-25 Strategie en aanpak 2021 - 2030 26-29 Fieldlab Industrial Robotics zorgt voor verandering in de wereld van kennisoverdracht in de robotica 4 | 18-21

INHOUDSOPGAVE 30-33 BOOST Actielijnen 34-35 Innovatie van hoog niveau door IQ BLVD 36-37 BOOST Actielijnen 34-35 40-43 Circulaire uitdagingen in de maakindustrie Oost-Nederland 44-45 Nawoord Robin Burghard projectleider BOOST Smart industry 46-50 Bijlage 1: De Oost-Nederlandse industrie in cijfers 38-39 Uitvoering 40-43 51-53 Bijlage 2: Digitale technologieën in de industrie. 54-59 Bijlage 3: Industrie in beleidsperspectief 60-65 Bijlage 4: Trends en uitdagingen 66 Meer weten over BOOST | 5 44-45

6 |

INLEIDING 1.0 INLEIDING 1.1 SMART INDUSTRY Nieuwe technologie en digitalisering hebben een enorme impact op de mens en haar omgeving. Onder de noemer ‘Smart Industry’ is er sinds 2013 veel aandacht gevraagd voor de verandering waarmee de industrie geconfronteerd wordt en de kansen die er voor ondernemers op dit gebied zijn. Smart Industry gaat over nieuwe productietechnologieën en de verdere integratie van ICT in het hele proces van ontwerpen, fabriceren en distribueren in de waardeketens van de maakindustrie. Het betreft moderne productietechnologieën, zoals robotica, 3D-printen en een papierloze fabriek. Hiermee kunnen productieprocessen efficiënter, flexibeler, duurzamer en meer op maat worden ingericht. Denken en werken in netwerken, op basis van (klant)informatie en data, staan centraal. Smart Industry biedt bedrijven nieuwe mogelijkheden om hun productieproces te optimaliseren, slimme en gepersonaliseerde producten te ontwikkelen en hun businessmodel te verbeteren. Door in te zetten op combinaties van digitale en technologische innovaties die elkaar versterken worden bedrijven en ketens toekomstbestendiger en duurzamer.2 Smart Industry productiesystemen kunnen een zeer grote flexibiliteit realiseren met betrekking tot: » De productvraag (specificaties, kwaliteit, design). » Het volume (bijvoorbeeld seriegrootte), timing (wanneer is het nodig). » Het gebruik van grondstoffen, energie en kosten (wat is nodig). De 8 Smart Industry transformatiegebieden Smart Industry is geen hype gebleken, er is sprake van een langjarige ontwikkeling en evolutie van de industrie. De impact van alle veranderingen op de maakindustrie, toeleverende sectoren en logistiek is groot. De verwachting is dat deze ontwikkeling de komende jaren doorzet en veel bedrijven in de regio zal raken. 2 Wegwijzer Smart Industry | RVO.nl | Rijksdienst | 7 Afbeelding 1

1.2 BOOST, HÉT SMART INDUSTRY NETWERK VAN OOST-NEDERLAND Vanwege het belang van Smart Industry voor het Nederlandse bedrijfsleven, is in 2014 de nationale Actieagenda Smart Industry opgesteld. Deze actieagenda is erop gericht het bedrijfsleven bewust te maken van de kansen en ontwikkelingen rondom de integratie van ICT en geavanceerde technologie in industriële productieketens. Ook het ondersteunen van bedrijven binnen de maakindustrie die zich op dit gebied willen ontwikkelen is een thema. Een ander belangrijk onderdeel van deze actieagenda is het ontwikkelen van regionale faciliteiten zoals fieldlabs en open innovatiecentra. Die bieden de mogelijkheid om laagdrempelig te experimenteren en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen, samen met andere bedrijven, onderwijsinstellingen en studenten. In het verlengde van de nationale agenda hebben in 2015 het bedrijfsleven, kennisinstellingen en intermediaire organisaties in de provincies Gelderland en Overijssel, de BOOST Actieagenda voor Oost-Nederland opgesteld. BOOST is de publiek-private samenwerking voor de ontwikkeling van een slimme en schone producerende industrie in Oost-Nederland. Vanuit deze industriegedreven samenwerking, werken we met elkaar aan het versnellen van de digitaliseringstransitie in OostNederland. ONDERNEMERSSTURING De directe aansluiting met de industrie is een belangrijk uitgangspunt voor BOOST. Een kopgroep van leiding- en richtinggevende ondernemers trekt het samenwerkingsverband. Deze kopgroep geeft inhoud aan de industriestrategie voor OostNederland. Deze bedrijven hebben Smart Industry zelf hoog in het vaandel staan. De kopgroep agendeert trends, ontwikkelingen, knelpunten en/ of blinde vlekken, die in het netwerk opgepakt en uitgewerkt kunnen worden. Daarnaast kent BOOST een kerngroep bestaande uit relevante (regionale) partnerorganisaties, zoals de provincies Overijssel en Gelderland, koepels, eerstelijnsloketten, kennisinstellingen, ontwikkelingsmaatschappij Oost NL en dergelijke. 8 | Het is belangrijk dat de industrie zelf richting beleidsmakers aangeeft wat er moet gebeuren op korte en middellange termijn. Het streven is hierbij om met één mond te spreken. In de praktijk blijkt dit lastig om te organiseren. De industrie bestaat namelijk uit een grote variëteit aan bedrijven (klein, groot en actief in nichemarkten) met verschillende belangen. Om programma’s en activiteiten goed te laten aansluiten bij vragen en behoeftes vanuit de praktijk, heeft BOOST het initiatief genomen om een ‘Industry Advisory Board’ in te richten. Deze Advisory Board bestaat uit meer dan 40 ondernemers en wordt regelmatig bevraagd op uitdagingen, ontwikkelingen en wensen. Vervolgens scherpen we de koers van BOOST aan de hand hiervan aan of sturen we deze bij. Daarnaast gebruiken we deze input om namens de industrie beleidsmakers te informeren over de relevante behoeften, uitdagingen en knelpunten van deze sector. RESULTAAT TOT DUSVER BOOST heeft zich ontwikkeld tot een netwerk waarbinnen we verdieping van kennis op specifieke onderwerpen stimuleren. Ondernemers kunnen hier de partijen vinden waarmee ze hun Smart Industry uitdagingen of zelfs volledige digitale transitie aankunnen. Door de nauwe samenwerking van alle partners hebben we duizenden ondernemers bereikt via onder andere de BOOST website (www.boostsmartindustry.nl), bijeenkomsten en events. Ook hebben we ondersteuning geboden bij het opzetten van Smart Industry fieldlabs en heeft een groot aantal ondernemers inhoudelijke en financiële ondersteuning ontvangen via vouchers en projectfinanciering. Verder zijn de Smart Industry thema’s geïntegreerd in onderwijs- en scholingstrajecten. Via werkgroepen organiseert BOOST een op de industrie toegesneden pakket aan activiteiten die de ondernemer helpt in zijn eigen transitie naar een moderne onderneming.

INLEIDING EEN VOLGENDE FASE In de afgelopen jaren is gebleken dat Smart Industry geen hype is geweest, maar een ontwikkeling die in een razend tempo doorzet en diep ingrijpt op alle bedrijven. De verwachting is dat deze ontwikkelingen de komende jaren in alle hevigheid zullen doorgaan. In combinatie met andere transities (energie, klimaat, circulariteit) en uitdagingen (vooral het tekort aan technisch en digitaal talent) zal dit veel impact gaan hebben op het OostNederlandse midden- en kleinbedrijf (mkb). Het blijft voor ondernemers een continue uitdaging om de arbeidsproductiviteit te verhogen en het verdienvermogen te borgen. Dit is essentieel om de concurrentiepositie te behouden en te versterken. Uit een recent onderzoek van de Rabobank blijkt dat 80% van het mkb onvoldoende is voorbereid op toekomstige technologische ontwikkelingen. Voldoende redenen om met een vervolg op de eerste fase van BOOST te komen. Er is een breed gedragen, ambitieuze en langjarige impuls nodig, met toewijding van alle betrokken partijen. Alleen dan kan de voorsprong op het gebied van technologie en industriële kwaliteit behouden en uitgebouwd worden. Industriële innovatie en digitalisering worden het vliegwiel van onze productiekracht, de zuurstof van onze arbeidsmarkt en de graadmeter van ons concurrentievermogen. Daarbij komt dat de digitaliserings- en innovatiekracht van de maakindustrie als geen ander bijdraagt aan maatschappelijke uitdagingen, zoals de energietransitie. In dit document nemen we u mee in de positie van de Oost-Nederlandse industrie, het beleid, trends en uitdagingen waarmee de industrie wordt geconfronteerd en de wijze waarop BOOST bedrijven wil ondersteunen. BOOST is daarmee een navigator voor het industriële mkb waarmee we informeren en richting geven. BOOST is ook een landingsplaats om te oriënteren en te benchmarken. Bovendien is BOOST een netwerk waar je gelijkgezinden kan vinden om gezamenlijk naar nieuwe wegen te zoeken. Het is tijd voor de volgende fase van BOOST! | 9

BOOST INFORMEERT BOOST VITALE INDUSTRIE VOUCHER-BUSINESS CASE KALTENBACH B.V. | GIETART Voor bedrijven in de maakindustrie, die geraakt zijn door de coronacrisis en moeten ingrijpen om op langere termijn te overleven, was het in 2020 mogelijk om in aanmerking komen voor de BOOST vitale industrie voucher ter waarde van maximaal € 20.000,- Met deze financiële ondersteuning kon men benodigde expertise in schakelen voor onder andere het opstellen van strategie- en scenario-ontwikkeling, financiële plannen of werken aan nieuwe product-marktcombinaties. Een van de bedrijven die gebruik heeft gemaakt van de voucher is KALTENBACH B.V. I GIETART. Hier hun verhaal. OVER KALTENBACH B.V. | GIETART Met een locatie van 20.000m2 is KALTENBACH B.V. | GIETART uit Hengelo een toonaangevende en innovatieve expert op gebied van staaloppervlaktebehandeling. Van oudsher ontwerpt en produceert de Gietart Machinefabriek straalmachines voor het reinigen van staal. Het bedrijf is in 2009 overgenomen door de Duitse KALTENBACH Group en bestaat volgend jaar maar liefst 100 jaar. IMPACT CORONA Het niet kunnen installeren van straalmachines, met de bijbehorende verfinstallaties, en het niet af kunnen leggen van salesbezoeken heeft Gietart in een impasse gebracht. Door coronamaatregelen was het vanaf het begin onmogelijk om de producten bij de klant af te leveren en in te bouwen, waardoor er een gat in de orderintake is ontstaan. Als gevolg van de maatregelen stond de Holding KALTENBACH Group voor een moeilijke beslissing. Gaan we de locatie Gietart behouden of reorganiseren? HET EFFECT VAN DE VITALE INDUSTRIE VOUCHER Om Gietart veilig te stellen is er een onderzoek gestart waaruit al snel bleek dat de verkoop in de lift moest worden gezet. Samen met GrowProud is een plan van aanpak ontwikkeld om KALTENBACH | GIETART als innovator in de markt te zetten. Een van de verbeteringen is de ontwikkeling van een nieuw productenpakket. De machines zijn verbeterd op gebied van energie en geluid en daardoor milieutechnisch zeer aantrekkelijk geworden. Vanwege het vertrouwen die in het product is ontstaan, wordt er nu zelfs 7 jaar garantie gegeven op de machine wat in deze branche uniek is. Samen met IDPartners heeft Gietart een nieuw design gecreëerd, dat is bekroond met een award voor “outstanding design quality”. 10 |

EEN NIEUWE BENADERING VAN VERKOPEN Een tweede verbetering is gerealiseerd in de sales. Gietart heeft een ander soort marktbenadering uitgerold. Met een tool is het mogelijk om op een intuïtieve manier een salespresentatie te geven waardoor het juist leuk wordt om de machines aan de man te brengen, zelfs als er niet voor de volle 100% kennis voor handen is over het product. De tool heeft een interface waarbij er gericht gekeken kan worden naar de aanwezige informatie, hoe het door de afdeling sales gebruikt wordt en waar er nog extra ondersteuning nodig is. Aanvullend worden trainingen beschikbaar gesteld om nog meer uit de markt te kunnen halen. Op korte termijn heeft Gietart zo al 25% meer omzet kunnen prognosticeren voor het jaar 2022 en zitten ze voor het komende jaar al meer dan halfvol. DE UITEINDELIJKE MEERWAARDE VAN VOUCHER EN ADVISEUR De samenwerking tussen Gietart en GrowProud heeft zijn vruchten afgeworpen en de weg naar boven is weer gevonden. De voucheraanvraag is door Stephan Toxopeüs ervaren als laagdrempelig met een maximale aan toegevoegde waarde. Door de complexe structuur in de organisatie met een Holding in Duitsland is het onmogelijk om Corona gerelateerde subsidies of regelingen aan te vragen. De Vitale Industrie Voucher is een katalysator geweest om ontwikkelingen structureel aan te pakken. GrowProud heeft bij deze samenwerking bewezen een kundig en pragmatisch bedrijf te zijn, dat uitstekend in staat is om een organisatie aan de hand mee te nemen naar een mooie toekomst. EEN LAATSTE TIP VOOR ONDERNEMERS De Vitale Industrie Voucher heeft ons al veel gebracht, maar de kracht zit hem vooral in het werk wat erna komt. Probeer niet de processen als processen direct te veranderen. Probeer een manier te vinden waarbij het een logisch gevolg is om de processen te veranderen en de werknemers te laten samenwerken, aldus Stephan Toxopeüs, CEO van KALTENBACH B.V. | GIETART. Klik hier voor het hele verhaal van Stephan Toxopeüs | 11

1.3 VISIE OP DE INDUSTRIE IN 2030 In 2030 zal de industrie in Nederland er heel anders uit zien dan vandaag de dag. In deze visie gaan we er van uit dat we niet alleen een technologische revolutie tegemoet gaan, maar vooral ook een maatschappelijke. De verandering van arbeid en banen wordt daarbij de grote dominante factor. Elke voorgaande industriële revolutie heeft economieën en samenlevingen fundamenteel veranderd. De eerdere industriële revoluties hebben zich vooral gekenmerkt door het mechaniseren en automatiseren van arbeid door het toepassen van machines en robots. Deze ontwikkelingen hebben de basis gelegd voor massaproductie en daarmee voor onze welvaart. De huidige, vierde industriële revolutie - industrie 4.0 ook wel de digitale revolutie genoemd, zal leiden tot nog grotere veranderingen van onze samenleving en economie. Individualisering door ‘standaard maatwerk’ en betalen voor gebruik is de norm. Kenmerk van de digitale revolutie is dat rekenkracht, sensortechnologie, connectiviteit en artificiële intelligentie ruim voorhanden zijn en dat daarmee onze kennis en ons denken grotendeels geautomatiseerd wordt. Handmatige, analoge processen verdwijnen op termijn, in de volgorde zoals onderstaande afbeelding laat zien. Het automatiseren en robotiseren van kennis en denken in combinatie met mechanisering, automatisering, 3D-printing, robotisering en andere technologische vernieuwingen, leidt tot een enorme ontwikkelsprong. Wij staan nu slechts aan het begin van deze revolutie. Deze voltrekt zich waarschijnlijk sneller dan wij ons nu realiseren. De mogelijkheden en toepassingen zullen breed en groots zijn. Ze worden vooral begrensd door wat wij als maatschappij ethisch gezien nog kunnen en willen accepteren. Dit vergezicht zal veel impact hebben op arbeid en het menselijk kapitaal van bedrijven. Bron: Gartner 12 | Afbeelding 2

INLEIDING | 13

Als resultaat van de industriële revoluties ervaren we economische groei en welvaart. Hiervoor is een enorm beroep gedaan op natuurlijke hulpbronnen zoals voedsel, water, energie, metalen, mineralen en daarmee op onze aarde. We worden nu geconfronteerd met klimaatverandering en schaarste in natuurlijke hulpbronnen. En met beperkingen door een veranderende wetgeving om de noodzakelijke vergroening te realiseren. Dit roept vragen op als: ‘Is ons businessmodel houdbaar voor de lange termijn?’, ‘Hoe blijven wij relevant?’, ‘Welke rol pakken wij in de veranderende wereld?’. Als resultaat van de noodzakelijke vergroening en de onvermijdelijke digitalisering zien wij meerdere bewegingen. Deze vatten we hier samen. 1 Grote mondiale online platformen met een customer centric approach3 waar men alles kan ontdekken en vinden wat men online zou willen kopen. Kenmerken: persoonlijke benadering en aanbiedingen, snel, responsief, gemak, wereldwijd verbonden gerobotiseerde productie. En ook commodity producenten in lagelonenlanden, hoog geautomatiseerde en gerobotiseerde logistieke systemen, verbonden met de hele wereld. 2 Lokale producenten produceren dicht op de markt. Daarmee voorzien ze in lokale behoeften van consumenten die hun sociale verantwoordelijkheid dragen en die geloven in het reduceren van verspillingen en van individuele bediening. Kenmerken: aangepast aan individuele wensen en voorkeuren, intelligente platformen, kleine circulaire kringlopen, N=1 dankzij onder andere 3D-printing en computergestuurde machines en robots die samenwerken met mensen. Zonder verspilling in transport en logistiek, zonder opslag in warehouses, geproduceerd in kleine lokale ‘smart’ microfabrieken, gebruikmakend van hernieuwbare energie en gesloten circulaire materiaalkringlopen uit biobased grondstoffen en restafval. Deze beweging is als het ware de moderne variant van de ambachtelijke lokale werkplaatsen van voor de industriële revoluties. Iedere stad had toen nog zijn eigen kleermaker, smederij, fietsenfabriek en rijtuigenfabriek. 3 Een maatschappij waarin de transformatie van bezit naar gebruik centraal staat. In onze huidige maatschappij hebben de meeste gezinnen de beschikking over een of meerdere auto’s. Voorspellingen geven aan dat Nederland het eerste land ter wereld zal zijn waar het particulier autobezit zal verdwijnen en vervangen wordt door Mobility as a Service (MaaS). Elektrische deelscooters zien we nu overal al terug in het straatbeeld. Er bestaan al Product as a Service modellen (PaaS), zoals ‘Light as a service’, ‘Slapen als een service’, ‘Solar as a service’ of ‘Building as a service’. Het veranderen naar een PaaS businessmodel is een stimulans voor een circulaire economie. Het slim en circulair ontwerpen, het samen delen van producten, het optimaal inzetten, maar ook levensduurverlenging en remanufacturing: het zijn allemaal ingrediënten om te komen tot een circulaire economie. Digitalisering en circulaire economie gaan hand in hand, ze versterken elkaar. 14 | 3 Het centraal stellen van de klant, met als doel de relatie met de klant te versterken en tegelijkertijd de omzet te kunnen behouden of te verhogen.

INLEIDING De genoemde drie bewegingen zullen zich simultaan ontwikkelen, op bepaalde gebieden zelfs in elkaar overlopen en elkaar versterken. Bedrijven kunnen meerdere richtingen ontwikkelen, de rode draad blijft IT, data en robotisering. Productie zal alleen in Nederland kunnen blijven bestaan of zelfs teruggehaald worden, indien ‘commodity’ producten hoog geautomatiseerd en efficiënt geproduceerd worden. Of als productie plaatsvindt in nieuw-ambachtelijke werkplaatsen of lokale fabrieken. De hoogste toegevoegde waarde zit in R&D en in innovatieve services, zoals de ‘Smile curve’ van Stan Shih weer geeft (afbeelding 3). Als gevolg van 3D-printing en geavanceerde en gerobotiseerde productiemachines wordt productie zelf feitelijk ook een commodity. Strategisch kiezen ten aanzien van de gewenste positie in de waardeketen is essentieel voor de keuze van het business- en verdienmodel en voor de toekomstbestendigheid. | 15 Afbeelding 3

1.4 TOEKOMSTBEELD VAN DE OOST-NEDERLANDSE INDUSTRIE In 2030 beschikt (Oost-)Nederland over een sterk en uitermate goed functionerend industrieel ecosysteem dat wereldwijd als voorbeeld dient voor anderen. De echte ‘hands-on’ samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheden is gericht op gezamenlijk ontwikkelen en versnellen. Het is de sleutel tot succes om de noodzakelijke transformatie te maken. We beschikken over slimme bedrijven met intelligente processen en moderne verdienmodellen, betrokken en enthousiaste medewerkers en circulaire producten en diensten. Het zijn bedrijven met een groene voetafdruk doordat ze gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen en duurzame grondstofstromen. Processen spelen zich niet meer alleen af binnen de eigen bedrijfsmuren maar vooral over ketens heen. Alle spelers in de keten vervullen hierin een belangrijke rol en dragen verantwoordelijkheid ten aanzien van de te leveren prestaties. Net als voor de te leveren toegevoegde waarde, zowel op economisch als op maatschappelijk vlak. Deze ketens zijn betrouwbaar, flexibel en digitaal geïntegreerd. Het karakter van arbeid is in alle fasen van het proces verschoven van operationeel uitvoerend naar technologisch en begeleiding van de transformatie. Het gaat hierbij om het ontwerpen, inrichten, optimaliseren, onderhouden, transformeren en continu relevant houden van de automatische en gerobotiseerde processen en productiesystemen. Dat geldt niet alleen voor de productieprocessen, maar voor alle processen van commercie, werkvoorbereiding, productie tot en met logistiek en financiën. De beschikbaarheid van voldoende en juist opgeleid technisch personeel op alle niveaus en het managen van de verandering, zijn een voorwaarde voor het realiseren van de noodzakelijke transformatie. Bedrijfsleven en onderwijs vinden elkaar in de ontwikkeling en vernieuwing van wendbare onderwijsprogramma’s. Dit speelt een belangrijke rol in de afstemming in de veranderingen tussen vraag en aanbod van arbeid. 16 |

INLEIDING MISSIE BOOST Onze missie is de hele industrie in Oost-Nederland versneld te laten digitaliseren en te vergroenen. En daarmee concurrerend, duurzaam en blijvend relevant te houden. Dit samenspel tussen vraag en aanbod is een gevoelig spel dat elkaar in balans houdt, mits goed gespeeld. Beschikbaarheid van juist opgeleide en getalenteerde technici leidt tot innovatie van processen en daarmee tot succesvolle en interessante bedrijven. Succesvolle en innovatieve bedrijven bieden mogelijkheden voor onderwijsinstellingen om nieuwe, innovatieve opleidingsprogramma’s te ontwikkelen. Hiermee worden nieuwe studenten aangetrokken. Visie, samenwerking, snelheid en wendbaarheid zijn essentieel voor de ontwikkeling van de hele regio. Dankzij de robotisering, nieuwe productietechnologieën en digitale onderlinge verbondenheid heeft de toch al sterk vertegenwoordigde toeleveringsindustrie in Oost-Nederland zich verder doorontwikkeld. Er is een netwerk van toeleveranciers dat binnen en buiten onze regio sneller en goedkoper standaard maatwerkproducten levert dan wie dan ook. Dankzij deze ontwikkelingen halen we een groot deel van de geoutsourcete productie weer terug naar Nederland. Visionaire ondernemers die al vroeg geanticipeerd en volop geïnvesteerd hebben in het ontwikkelen van hun businessmodel, mensen, processen en externe samenwerkingen, hebben een solide basis gelegd voor hun eigen toekomst en relevantie. Zij die geïnvesteerd hebben in samenwerkingen met collega-ondernemers en met onderwijs- en kennisinstellingen, transformeren aanmerkelijk beter dan degene die dit niet doen. Samenwerkingen over ketens heen ten aanzien van de ontwikkeling van de ketens zelf, zijn essentieel voor het behouden van de dominante positie die de Oost-Nederlandse industrie heeft. Gezamenlijke ontwikkelingen in innovatieclusters, fieldlabs en learning communities over allerlei gemeenschappelijke en gedeelde uitdagingen, over problemen van technologische aard en over businessmodellen, zijn noodzakelijk om continu relevant te blijven. Het aanjagen en faciliteren van deze learning communities en de ontwikkeling van de fysieke faciliteiten pakken betrokken overheden en regio’s gezamenlijk op. Zij organiseren dit via het BOOST netwerk. Dankzij onze gedeelde ambitie en de samenwerkingen met een hands-on aanpak zal de Oost-Nederlandse industrie doorontwikkelen en zal ze de vereiste productiviteitsverhoging en vergroening realiseren en hiermee bijdragen aan een concurrerende & duurzame economie. | 17

VERTROUWEN, VERBINDING IN DE ACHTERHOEK Welk ecosysteem past nu juist bij uw specifieke onderneming? De uitdaging zit voornamelijk in het ontwikkelen van het juiste ecosysteem. Dit strategisch planningsconcept, waarmee aangegeven wordt hoe bedrijven zijn verweven met hun omgeving, zit behoorlijk in de lift. Ieder ecosysteem heeft zijn eigen expertise en zijn eigen doelgroep. Een mooi voorbeeld van zo’n ecosysteem dat veel meer omvat dan een beetje netwerken, is de Mastermind Groep in de Achterhoek. Wat maakt onderdeel zijn van deze Mastermind groep nu zo bijzonder? We spraken met Marjonne van den Hout van Leafspring, Martin Stor van Verbindeninbeeld en CIVON, Lodewijk van der Borg van Royal Kaak Bakeware B.V. en Marco te Pas van Ulamo groep B.V. MASTERMIND GROEP ACHTERHOEK Zo’n 6 à 7 jaar geleden is het allemaal begonnen bij een klein kerngroepje met Marjonne en Martin aan de basis. Marjonne als procesbegeleider en Martin als verbindende factor tussen de bedrijven, onderwijsinstellingen en instanties. Vanuit het vraagstuk wat de versnelling in technologische ontwikkelingen en digitalisering betekent voor de industrie is er een reeks masterclasses ontwikkeld. Hier kwamen de ondernemers samen om op een strategische manier om te gaan en slimme stappen te zetten in deze complexe materie. Vanuit deze kerngroep werden de deelnemers aangespoord om kennis te delen en met elkaar te sparren over de vraagstukken die ze allemaal met elkaar deelden, ondanks dat ze in elk bedrijf weer eigen kenmerken hebben. Binnen de groep werden de oplossingen getoetst en fijn geslepen tot een uiteindelijke uitvoering. Na de masterclasses zijn de deelnemers elkaar onderling blijven opzoeken, zodat ze de verdiepende gesprekken konden blijven voeren en samen meer projecten konden ontwikkelen. Zo ontstond de Mastermind groep. WAT IS EEN MASTERMIND GROEP? Een krachtige Mastermind groep bestaat uit een gezonde mix van verschillende ondernemers, met ieder hun eigen expertise en ervaringen. Doordat iedere deelnemer zijn unieke inbreng heeft, en de leden elkaar groeigericht inspireren, adviseren en motiveren ontstaat er een groep die elkaars ondernemerssucces flink aanwakkert. Waar de een mee worstelt, kan een mede-masterminder immers een heel ander perspectief en slimme ideeën aanreiken. 18 |

BOOST INFORMEERT EN VRIENDSCHAP VERTROUWEN Wanneer de groep gevraagd wordt waarom Mastermind zo’n succes is, antwoorden het viertal unaniem: veiligheid en vertrouwen. De informele setting met kernleden vertrouwt elkaar compleet en voelt zich geborgen om successen en problemen vrijuit met elkaar te bespreken. Juist die veiligheid van de groep en de klik die gaandeweg is ontstaan, zorgt voor een enorme drive om elkaar te helpen. Die ambitie, die sfeer proef je hier. De leden helpen elkaar met hun uitdagingen in het ondernemen en worden daarbij begeleid door Marjonne. “De Mastermind groep is door ondernemers, voor ondernemers. Het belang van de ondernemer staat voorop, niet van intermediairs, instanties of adviseurs. De ondernemers willen het gewoon zelf doen.” Martin Stor “Het zijn gewoon fijne lui en dan kom je daar ook graag. Je voelt meteen wat het betekent om bij de Mastermind groep te zitten.” Marco te Pas VERBINDING EN HECHTE VRIENDSCHAP De groep is als het ware een groep lotgenoten. Een daverende passie voor hun onderneming zorgt voor verbinding en hechte vriendschap tussen deze lotgenoten. Mastermind groep is namelijk geen statutair vastgelegde vereniging en heeft daardoor een informeel karakter. De informele setting heeft door de jaren heen al veel succesverhalen voortgebracht. Tijdens de mooie bijeenkomsten en inspirerende reizen, die de groep de afgelopen 7 jaar met elkaar hebben ondernomen, is er een hechte vriendschap tussen de kernleden ontstaan. Een stukje Fellowship zoals Marco het noemt of Noaberschap zoals ze het in de Achterhoek zo mooi kunnen verwoorden. | 19

BOOST INFORMEERT KENNIS Kennis is macht! Ieder lid van de Mastermind groep heeft zijn eigen expertise en ervaringen, zijn eigen kracht. Men heeft respect voor elkaar en vanwege een grote passie voor het werk bezitten ze vaak een onschatbare hoeveelheid aan kennis. Al die kennis zorgt voor een enthousiaste dynamiek binnen de groep. Waar de een als een berg tegen een ontwikkeling op ziet, weet de ander het, door zijn specifieke kennis, weer af te graven tot een behapbare heuvel. Het delen van kennis zorgt als het ware voor een lerend netwerk. “We kijken wat er in de wereld gebeurt en proberen dat dan heel snel te adopteren en het ons eigen te maken. Als je dat sneller doet dan de rest in Nederland, dan kan het net lijken alsof je vooroploopt.” Lodewijk van der Borg “Er kan heel veel als je in wederkerigheid en vertrouwen met en van elkaar wil leren en slimme verbindingen maakt tussen mensen en mogelijkheden” Marjonne van den Hout LERENDE NETWERKEN Omdat de leden van de mastermind groep ervaren hoeveel ze met en van elkaar leren, hebben ze gezamenlijk het initiatief genomen om dat ook voor hun eigen mensen te faciliteren. In de door hen opgerichte vereniging SmartHub Development is er ruimte voor verschillende initiatieven om professionals proactief te laten ontwikkelen in hun loopbaan. Er worden inmiddels al diverse lerende netwerken aangeboden waarin professionals uit verschillende bedrijven hun vraagstukken, kennis en expertise in hun vakgebied delen. Hoe mooi is het, als je op zo’n laagdrempelige manier versnelling brengt in het oplossen van complexe vraagstukken en doorlopend de mogelijkheid hebt om een frisse blik te houden in je werk. 20 |

MEER INFO ZIE: WWW.SMARTHUBDEVELOPMENT.NL MARJONNE VAN DEN HOUT Eigenaar en coach van Leafspring. Initiator en facilitator van de Mastermind Groep Achterhoek. Marjonne coacht leiders en professionals om hun potentieel te benutten en accountable de klus te klaren waar ze verantwoordelijk voor zijn. MARTIN STOR Eigenaar van Verbindeninbeeld en in opdracht van CIVON mede-initiator en verbinder van Mastermind Groep Achterhoek. Hij is de lijm tussen de groep en de mogelijkheden in de buitenwereld. Door zijn enorme kennis en zijn machtige netwerk heeft hij al heel wat projecten verder kunnen helpen ontplooien. LODEWIJK VAN DER BORG Directeur van Royal Kaak. Dit familiebedrijf bestaat al meer dan 175 jaar en staat voorop in het ontwerpen, maken en neerzetten van complete geïntegreerde bakkerijlijnen. Talent, kwaliteit, creativiteit en vernieuwing staat bij Royal Kaak centraal. MARCO TE PAS Directeur van het familiebedrijf Ulamo. Ulamo Coating biedt coating en poedercoating van de hoogste kwaliteit, Ulamo Metaal is specialist in de toelevering voor de radiatorindustrie en bij Sentimo bieden ze op maat gemaakte, hoogwaardige radiatorbekleding waarmee de consument zijn radiator in een handomdraai omtovert tot de blikvanger in huis. | 21

2.0 STRATEGIE EN AANPAK 2022-2030 BOOST is het industriële netwerk in Oost-Nederland dat bedrijven ondersteunt bij de implementatie van Smart Industry concepten ten behoeve van een duurzame en digitale toekomst. BOOST informeert en inspireert bedrijven over ontwikkelingen, treedt op als verbindende en agenderende schakel tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen en stimuleert en faciliteert samenwerking. BOOST maakt als een van de vijf landelijke Smart Industry Hubs deel uit van het nationale versnellingsprogramma Smart Industry. Voor de volgende fase van Smart Industry wordt gewerkt aan een schaalsprong agenda, waarbij nationale ontwikkelingen en ontwikkelingen in de overige Smart Industry Hubs worden met elkaar gedeeld en indien passend ook in Oost-Nederland ingezet. BOOST zal doorontwikkelen naar European Digital Innovation Hub (EDIH), in deze hub zal de bestaande inzet, structuur en samenwerkingen van BOOST worden versterkt. 2.1 SWOT-ANALYSE MAAKINDUSTRIE IN OOST-NEDERLAND INVENTARISATIE OOST-NEDERLAND Om inzicht te krijgen in de belangrijkste kansen en uitdagingen voor de maakindustrie in OostNederland en hoe daarop kan worden ingespeeld, is de BOOST Advisory Board verschillende keren in een enquête en interactieve sessies bevraagd op uitdagingen, ontwikkelingen en wensen. Dit leverde de volgende trends en ontwikkelingen op. TRENDS EN ONTWIKKELINGEN De belangrijkste trends en ontwikkelingen die ondernemers in 2021 waarnemen zijn: 1. Digitalisering in de brede zin van het woord. Het gaat bijvoorbeeld om het automatiseren van logistieke processen, het reageren op de digitale transitie en het digitaliseren van serviceconcepten. 2. Duurzaamheid en circulaire economie. 3. Procesinnovatie en -optimalisatie op basis van data en nieuwe technologieën (denk aan additive manufacturing, robotisering en bijvoorbeeld Artificial Intelligence). 4. Het vinden van (technisch) personeel: talent wordt schaars. Er zijn andere maatregelen van bedrijven nodig om personeel te vinden, te binden en mee te laten groeien in de veranderende wereld (change management). Vooral de beschikbaarheid van technisch opgeleide mbo’ers wordt als een enorme uitdaging gezien en remt de groei van bedrijven. Daarnaast moeten de huidige werknemers nieuwe vaardigheden leren in een continu leerproces. 22 |

BOOST STRATEGIE DE ECONOMISCHE KANSEN DIE ONDERNEMERS VOOR ZICHZELF ZIEN DE KOMENDE JAREN 1. Servitization als verbreding van het verdienvermogen, zowel door het in de markt zetten van nieuwe producten (PaaS) als ook het aanbieden van betere en andere onderhoudsdiensten zoals predictive maintenance. 2. Procesinnovatie, toepassing van nieuwe technologische mogelijkheden als Internet of Things, data analytics, machine learning, deep learning, vision, artificial intelligence, systeemintegratie, robotics en dergelijke. 3. Aandacht voor value chain ontwikkeling door partnerships met klanten aan te gaan, andere samenwerkingsvormen met toeleveranciers te ontwikkelen en te kijken naar circulaire ketens. 4. Digitalisering. BELANGRIJKSTE UITDAGINGEN WAARMEE ONDERNEMERS AAN DE SLAG WILLEN 1. Strategisch personeelsbeleid: aandacht voor het werven en behouden van talent en goed inrichten eigen scholingsbeleid voor het bestaande personeel. 2. De organisatie en personeel in de transitie van bedrijven mee laten bewegen om in de toekomst flexibel en wendbaar met de snelle veranderingen van markten te kunnen meebewegen (sociale innovatie, change management). 3. Procesoptimalisatie en procesinnovatie: meer met minder, integreren van robots in de processen, sneller innoveren, efficiënte en flexibele productie. 4. Businessmodellen en servitization: veranderende businessmodellen als gevolg van de veranderende mogelijkheden door digitalisering en het kunnen beschikken over en benutten van data. Op basis daarvan kan het onderhoud anders worden vormgegeven, kunnen fouten en verspilling worden voorkomen en kunnen op data gebaseerde diensten worden ontwikkeld. | 23

SWOT-ANALYSE Uit de antwoorden van de ondernemers kunnen we de volgende sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen afleiden: STERKTES 1. Dominante industriële regio met een goede kennisinfrastructuur 2. Sterke netwerken die bedrijven inspiratie geven en ondersteunen bij specifieke vragen 3. Aantrekkelijke vestigingsklimaat door ligging en ruimte 4. Sterke toeleverketen ZWAKTES 1. Versnippering in de regio, waardoor er geen gemeenschappelijke doelen worden geformuleerd en geen gerichte lobby mogelijk is (industrie spreekt niet met één mond) 2. Aansluiting opleidingen en beschikbaarheid technisch personeel 3. Infrastructuur (bereikbaarheid, gepercipieerde afstand Den Haag) 4. Toegankelijkheid kennisinfrastructuur KANSEN 1. Samenwerken bevorderen vanuit een gemeenschappelijk belang 2. Positionering van de industrie door gerichte promotie en belangenbehartiging 3. Kennis delen en inzichtelijk maken 4. Aansluiting keten van onderwijs en onderzoek met industrie 5. Automatisering BEDREIGINGEN 1. Beschikbaarheid van talent 2. Niet voldoende inzetten op en investeren in innovatie en kennisontwikkeling 3. Veranderend vestigingsklimaat door bereikbaarheid, huisvesting, vergrijzing 4. Toenemende druk door wet- en regelgeving (stikstof, PFAS, CAO’s etc.) 24 |

BOOST STRATEGIE KRUISTABEL Uit de SWOT-analyse kunnen we de volgende aandachtspunten afleiden: ››› Dominante industriële regio met een goede kennisinfrastructuur Sterke netwerken die bedrijven inspiratie geven en ondersteunen bij specifieke vragen Aantrekkelijk vestigingsklimaat door ligging en ruimte Sterke toeleverketen ››› INFORMEREN ››› ››› INSPIREREN ››› ››› AGENDEREN ››› ››› COMMUNICEREN ››› Beschikbaarheid talent Niet voldoende inzetten op en investeren in innovatie en kennisontwikkeling Verandering vestigingsklimaat door bereikbaarheid, huisvesting, vergrijzing Toenemende druk wet- en regelgeving (stikstof, PFAS, CAO’s etc.) Samenwerken bevorderen vanuit een gemeenschappelijk belang ››› INFORMEREN ››› Positionering van de industrie door gerichte promotie en belangenbehartiging Kennis delen en inzichtelijk maken Aansluiting keten van onderwijs en onderzoek met industrie Versnippering in de regio, waardoor er geen gemeenschappelijke doelen worden geformuleerd en geen gerichte lobby mogelijk is (industrie spreekt niet met één mond) ››› INSPIREREN ››› ››› FACILITEREN ››› Aansluiting opleidingen en beschikbaarheid technisch personeel Infrastructuur (bereikbaarheid, gepercipieerde afstand Den Haag) ››› COMMUNICEREN ››› Toegankelijkheid kennisinfrastructuur | 25

FIELDLAB INDUSTRIAL ROBOTICS VERANDERING IN DE WERELD VAN OVERDRACHT IN DE INDUSTRIËLE Het gebruik van robots in de maakindustrie is niet meer weg te denken. Sterker nog, de vraag naar industriële robotisering zal in de komende jaren alsmaar toenemen. Ontwikkelingen gaan razendsnel en denderen als een hogesnelheidstrein door het industriële landschap. Toch zijn veel ondernemingen huiverig om deze mooie technieken in te zetten in hun eigen productie. Waarom? Kennis! Waar vind je de mensen die industriële robots kunnen toepassen naar jouw wensen en het proces van robotisering adequaat kunnen integreren in de productieorganisatie? Rik Grasmeijer en Piet Mosterd, van Fieldlab Industrial Robotics, weten prima uit te leggen wat hun filosofie is over kennisoverdracht binnen de robotica. KENNIS IS MACHT! De vraag naar mensen met kennis over de toepassing van industriële robots is groot. Heel groot en zal de komende tijd alleen maar verder toenemen. Immers bedrijven bestaan door uitvoering van waarde toevoegende handelingen. En laat dit nu precies de kern zijn waar het Fieldlab Industrial Robotics toe wil bijdragen: kennis overdragen hoe industriële robots waarde kunnen toevoegen aan een product op basis van digitale informatie. In Nederland staan ongeveer zo’n 90.000 fabrieken. Hoeveel kennis is er dan wel niet nodig om processen te ontwikkelen, onderhouden en verder te innoveren? Het antwoord is veel. Heel veel! Er is nu al een schaarste aan goed opgeleid personeel. En de verwachting is zelfs dat het gebrek aan goed opgeleide vakmensen, binnen 2 tot 5 jaar, de economische groei ernstig zal vertragen. Een robot kopen is niet zo’n kunst. Je legt een paar euro neer en je bent klaar. De clou zit hem in de gespecialiseerde vakkrachten die je in dienst of tot je beschikking hebt om het productieproces te blijven ontwikkelen. Tot vijf jaar geleden was het moeilijk om een opleiding te volgen op het gebied van Industriële Robotica. De kennis was onontgonnen en maar mondjesmaat beschikbaar. Fieldlab Industrial Robotics heeft, samen met bedrijven en opleidingspartners Deltion, Landstede en Windesheim, dat gat in de markt opgevuld door eersteklas lesprogramma’s en lesmateriaal te ontwikkelen voor het mbo en hbo. Nu gaan zij binnen de samenwerking deze hoogwaardige en merkonafhankelijke lesprogramma’s delen met diverse onderwijsinstellingen en bedrijven om nog meer vakmensen klaar te stomen voor de toekomst. 26 |

S N E BOOST INFORMEERT S ZORGT VOOR N KENNISE ROBOTICA | 27

28 |

BOOST INFORMEERT Vaak wordt er onterecht gedacht dat je bij een opleiding Industriële robotica opgeleid wordt tot programmeur. Maar het lesprogramma van Fieldlab Industriële Robotica gaat veel verder. Naast leren programmeren worden studenten opgeleid om verder te denken dan hun opdracht. Daarbij leren ze hoe de robot een integraal onderdeel kan worden van de productieomgeving en worden vaardigheden ontwikkeld om te borgen dat de gerobotiseerde oplossing meeverandert met de organisatie. meer digitale vaardigheden waarbij ze meerdere nieuwe, innovatieve technieken, zoals Vision en Artificial Intelligence, kunnen combineren tot geheel nieuwe en innovatieve processen binnen de onderneming. We willen de studenten, onze rebellen, infecteren met het virus dat Industriële Robotica heet. Als je eenmaal weet hoe je dit soort speelgoed voor techneuten kan aansturen, wordt het een lichte vorm van verslaving om te zien hoe gaaf het is waar een robot allemaal toe in staat is. De basis hebben de studenten snel onder de knie, maar de uitdaging zit bij het begrip waar een robot allemaal toe in staat is. De studenten worden gestimuleerd om nieuwsgierig te zijn naar de onbegrensde toepasbaarheid van robotica en dat niet alleen. Ze ontwikkelen daarbij AMBITIE Na vijf jaren is er een goede eerste stap gezet voor het Fieldlab Industrial Robotics, maar de heren denken nog lang niet aan stoppen. Sterker nog, ze komen nu pas op stoom! Er staat een basis aan lesmateriaal en de volgende stap is de ambitie om door continue te verbeteren te excelleren, de kennis verder te verdiepen en breder aan te bieden. Er wordt samenwerking gezocht met alle robotica fieldlabs in Nederland om kennis met elkaar te delen, want juist het combineren van de verschillende kennispartners binnen de fieldlabs zorgt voor de noodzakelijke, snellere en bredere ontwikkeling op het gebied van industriële Robotica. Daarnaast is het Fieldlab in Harderwijk een skillslab voor iedere denkbare tak van industrie. Op locatie zijn testomgevingen neergezet waar docenten worden getraind en waar studenten in de praktijk ervaringen kunnen opdoen met robots van verschillende merken. Op deze manier wordt het lesmateriaal in de praktijk bereikbaar gemaakt voor alle niveaus in het onderwijs. Kortom, Fieldlab Industrial Robotics heeft toekomstplannen en ambitie genoeg om haar bijdrage te leveren aan een verdere ontwikkeling van de industrie in Oost Nederland! Fieldlab Industrial Robotics doet empirisch onderzoek naar ‘best practices’ op het gebied van industriële robotoca. Deze kennis valoriseren zij tot nieuw lesmateriaal op mbo-, hbo- en wo-niveau en maken dit breed beschikbaar. Tevens maken ze het kennisniveau in Nederland inzichtelijk met een certificering voor mensen met kennis van industriële robotica op de verschillende niveau’s van mbo tot universiteit. In hun volledig uitgeruste fieldlab in Harderwijk bieden ze, in het samenwerkingsproject RIF IR (Regionaal Investeringsfonds Industriële Robotica) en als A+O Technohub, ondernemers en onderwijs in OostNederland de mogelijkheid te werken met nieuwe technologieën om tot innovatieve oplossingen te komen. Meer informatie: www.fieldlabir.nl. | 29

2.2. ACTIELIJNEN BOOSTLIJN 1: INFORMEREN CONTEXT Ondernemen in de huidige tijd is complex. Bedrijven worden met diverse trends en ontwikkelingen geconfronteerd die invloed hebben op hun business. Voor een bedrijf is het nauwelijks te doen om alle trends en ontwikkelingen te volgen en op waarde te schatten, terwijl het tijdig reageren op verandering wel nieuwe kansen biedt. DOELSTELLING Actief informeren van de bedrijven in OostNederland over de ontwikkelingen die de industrie raken. Bedrijven worden zo bewust van de veranderingen en kunnen op basis daarvan handelen. Hierbij differentiëren we naar doelgroep: starters, volgers, gebruikers en koplopers. Iedere doelgroep heeft een eigen pakket aan voorlichting, toepassing en implementatie nodig. ACTIES 1. Bijhouden van trends, uitdagingen, Oost-Nederlandse ontwikkelingen, best practices, projecten en programma’s en de doelgroep informeren via de website. 2. Afstemmen, inrichten en organiseren gezamenlijke aanpak en benaderen doelgroep met innovatiemakelaars en koepels. 3. Actief benaderen van de doelgroep via de innovatiemakelaars, koepels, kennisinstellingen en intermediaire partijen en een portfolio aan diensten aanbieden die bedrijven kunnen inzetten om zich verder te ontwikkelen. 4. Informeren van de doelgroep via de koepels en andere intermediaire partijen om de doelgroep zo breed mogelijk te bereiken. 5. Ondernemers informeren over en aan laten sluiten bij relevante subsidieprogramma’s. 6. Organiseren van bijeenkomsten, seminars, congressen, webinars en dergelijke om de doelgroep bewust te maken van de mogelijkheden die de verschillende transities brengen. GEWENST RESULTAAT » Een proactief landschap van innovatiemakelaars en adviseurs die bedrijven spotten, enthousiasmeren en begeleiden naar de volgende fase van ontwikkeling. » 80% van de industrie is geïnformeerd over relevante trends en ontwikkelingen. » Een afgestemde aanpak waar in overleg met de partners de ambitie van jaar tot jaar wordt vastgesteld en vertaald naar concrete acties en KPI’s. (o.a. aantal bedrijven bezocht, aantal uitgevoerde adviesgesprekken, aantal uitgevoerde scans en actieplannen, e.d.). » De ambitie, aanpak en behaalde resultaten zijn geborgd in de (EDIH) aanpak. 30 |

BOOST ACTIELIJNEN BOOSTLIJN 2: INSPIREREN CONTEXT Ondernemers leren het meest van elkaar en met elkaar (peer to peer), eventueel met ondersteuning van kennisinstellingen. Om bedrijven te activeren zijn aansprekende voorbeelden een waardevol instrument. Andere vormen van kennisoverdracht zijn kennissessies waarin specifieke onderwerpen worden verdiept en workshops waar de deelnemers interactief met een onderwerp aan de slag gaan. DOELSTELLING Activeren van bedrijven door ze te inspireren en te laten zien wat er mogelijk is c.q. hoe gehandeld kan worden. ACTIES 1. Verzamelen van inspirerende voorbeelden en deze toegankelijk maken voor de doelgroep. Constante aandacht voor nieuwe voorbeelden van hoe bedrijven handelen. 2. Organiseren van kennissessies, matchmakingevents en workshops op basis van kennisaanbod en -vraag (ophalen bij de doelgroep via koepels en makelaars). 3. Organiseren en inrichten van learning communities waarin bedrijven rondom een gedeelde digitaliseringsuitdaging zich als groep verder ontwikkelen. Het proces kan worden gefaciliteerd, specialisten sluiten op verzoek aan. Bij voorkeur zijn regionaal georiënteerde fieldlabs en kennisinstellingen hierbij betrokken. 4. Organiseren van masterclasses voor verschillende doelgroepen, toegespitst op het nemen van volgende stappen in het digitaliseren van het bedrijf. 5. Verder uitwerken van de customer journey, aan de hand waarvan de doelgroep op basis van zijn profiel geïnspireerd wordt. 6. Organiseren van ‘meet your benchmark’ bedrijfsbezoeken bij ondernemers die aan de slag zijn gegaan met Smart Industry en die laten zien hoe dat in de praktijk eruit ziet, inclusief intensieve uitleg en discussieronde. GEWENST RESULTAAT » Ondernemers zijn beter op de hoogte van Smart Industry en de toepassingen bij andere bedrijven. Ze worden hierbij vooral geactiveerd door elkaar en ontwikkelen gezamenlijk. De aansprekende voorbeelden uit de regio dienen als inspiratie om hier zelf mee aan de slag te gaan. | 31

BOOSTLIJN 3: AGENDEREN CONTEXT Ondernemers worden geconfronteerd met ontwikkelingen waar ze individueel weinig invloed op hebben, maar die in gezamenlijkheid wel onder de aandacht kunnen worden gebracht. Denk daarbij aan de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel of het financieren van innovatietrajecten. DOELSTELLING Agenderen van belangrijke thema’s die de bedrijven belemmeren in hun ontwikkeling c.q. die kunnen helpen bij het realiseren van nieuwe business opportunities. ACTIES 1. Actief participeren in het landelijke Smart Industry netwerk om landelijke ontwikkelingen te vertalen naar regionale kansen. 2. Opstellen van position papers voor onderwerpen die breed geagendeerd moeten worden. Denk aan de beschikbaarheid van talent, vraaggestuurd onderwijs, bereikbaarheid, energietransitie (alternatief voor gas voor industrie) en mobiliteit. 3. Het opstellen van een wensenlijst van de Oost-Nederlandse industrie ten opzichte van landelijke ontwikkelingen. Onderwerpen: groeifonds-aanvragen, relatie NL-AIC (Nederlandse AI coalitie) en het nationale Smart Industry programma. 4. Regelmatig overleg met provinciebesturen over de staat van de Oost-Nederlandse industrie. Hierbij worden uitdagingen en kansen en een gemeenschappelijke agenda voor een nationale en Europese lobby besproken. Hiermee versterken we de boodschap van onze industrie. GEWENST RESULTAAT » Vergroten van de zichtbaarheid van de Oost-Nederlandse industrie, zowel regionaal als nationaal. » Agenderen van relevante onderwerpen en wensen voor de industrie. 32 |

BOOST ACTIELIJNEN BOOSTLIJN 4: FACILITEREN CONTEXT Ondernemers staan voor ingrijpende transities en hebben daar ondersteuning bij nodig. Enerzijds door te leren van collega-bedrijven en experts, anderzijds door kennis te ontwikkelen in samenwerkingsverbanden of specifieke omgevingen (bijvoorbeeld fieldlabs of demo-centers). Gelet op de complexiteit van de transities en de mogelijkheden die er zijn, is het is van belang de ondernemers te ondersteunen bij hun zoektocht naar kennis, partners en instrumenten. DOELSTELLING Bevorderen van de samenwerking tussen ondernemers en het aanbieden van faciliteiten (denk aan fieldlabs, demo-centers en living labs) en instrumenten (zoals vouchers en subsidieprogramma’s) om bedrijven te ondersteunen in hun ontwikkeling. ACTIES 1. Specifieke themasessies organiseren met ondernemers. Bijvoorbeeld rondom thema’s als samenwerking in een keten, co-makership en het delen van talent en ontwikkelingen naar nieuwe productieprocessen. 2. Stimuleren van initiatieven rondom Centra voor Innovatief Ondernemerschap (mbo), Centers of Expertise (hbo) en Centers of Excellence (wo) om de drempel voor ondernemers om samen te werken met kennisinstellingen te verlagen. 3. Ondernemers ondersteunen bij het ontwikkelen van hun businesscase op het gebied van procesautomatisering, business modelling (servitization) en productinnovatie (vraagstukken op het gebied van strategie, financiering, zoeken partners, export, markten). 4. Positioneren van fieldlabs, living labs en dergelijke als faciliteiten waar ondernemers hun kennisniveau kunnen verhogen. Waar ze coöperatief aan vernieuwing kunnen werken, eigen investeringen onderbouwd kunnen voorbereiden en personeel kunnen trainen. 5. Samenwerking opbouwen met de relevante kennisconcentraties in Oost-Nederland om gemeenschappelijke activiteiten te ontwikkelen. Dit zijn onder andere het Advanced Manufacturing Center (Enschede), Perron038 (Zwolle), Connectr (Arnhem), Business Cluster Semicon (Nijmegen), One Planet (Wageningen) en IQ Boulevard (Hardenberg). 6. Aandacht voor competenties, vaardigheden/ skills, leven lang ontwikkelen en strategisch HR-beleid, in samenwerking met andere, reeds bestaande initiatieven. GEWENST RESULTAAT » Bedrijven weten elkaar beter te vinden op specifieke thema’s en punten waarin ze samen kunnen werken en zich verder kunnen ontwikkelen. » Kennis is beter toegankelijk voor het mkb. » Fieldlabs, demo-centers en dergelijke sluiten beter aan bij de vraag van het industriële mkb. | 33

BOOST INFORMEERT INNOVATIE VAN HOOG NIVEAU Binnen Nederland wordt het meeste geld verdient in de randstad. Deze bruisende economie zorgt ervoor dat grote bedrijven zich voornamelijk in het westen vestigen. Voor veel gemeentes een reden om eens extra naar hun regio te kijken waar er kansen liggen. Hoe voorkom je dat jouw regio leegloopt? En sterker nog: Hoe zet je juist jouw regio weer in de picture? Precies: door nieuwe kansen te creëren! Een van de initiatieven die daar het voortouw in gaat nemen is IQ BLVD. HOE HET ALLEMAAL BEGON Wanneer je gemeente Hardenberg onder de loep neemt, zie je dat de regio voor het grootste deel bestaat uit Industrie, Agro en Toerisme. Met maar liefst 550 hectare aan bedrijventerrein, goed voor 40% van de werkgelegenheid, wordt in de afgelopen 15 à 20 het meeste bedrijventerrein van de provincie Overijssel uitgegeven in de regio Hardenberg. Er is een enorme potentie met gemotiveerde CEO’s uit de maakindustrie, vaak voortvloeiend vanuit groeiende familiebedrijven. Deze succesvolle bedrijven willen maar al te graag innoveren, maar daar is veel kennis en talent voor nodig. 3 jaar geleden zijn er eerste stappen gezet om, vanuit de gemeente Hardenberg, de brede welvaart binnen de regio te verbeteren. Het sectorenbeleid is goed op orde binnen de regio, maar juist op het gebied van digitalisering, circulaire-economie en Human Capital is de noodzaak het hoogst. Doordat de grote, succesvolle ondernemingen op dat 34 | moment uitstekend floreerde, ontbrak de urgentie om het initiatief door te zetten. De wil was er wel, maar de tijd ontbrak. Tot Covid-19 zijn tentakels over de wereld uitspreidde. De toekomst werd in één klap een stuk onzekerder. De focus kwam weer te liggen op de onderwerpen digitalisering, circulaireeconomie en Human Capital. IQ BLVD STAAT VOOR INNOVATIE, SAMENWERKING EN TALENT. Zo ontstond razendsnel het idee voor IQ BLVD. Vanuit de behoefte van de ondernemers werden drie pijlers in kaart gebracht waar IQ BLVD voor staat: Smart Industrie, Talent in de regio en Innovatie. Regio Hardenberg heeft al bewezen veel innovatieve producten voort te brengen en heeft ook buitengewone talenten rondlopen, maar de uitdaging is om deze factoren binnen de regiogrenzen te houden. Met Clustering & Samenwerking en Branding & Marketing wil IQ BLVD de komende jaren hun focus gaan leggen op de drie pijlers. Dit houdt kort in dat IQ BLVD de verbindende factor zal zijn binnen een innovatiecluster waarbij het samenwerkingen op touw zet en de nieuwe initiatieven vervolgens neerzet in de markt. DE BASIS IS GELEGD De pijlers zijn bekend, de focus voor de uitvoering van het project is gelegd en het budget is rond. Het startsein is gegeven om het platform vorm te geven. Met man en macht wordt er nu naar de personele bezetting gekeken om het platform

DOOR IQ BLVD verder te ontwikkelen. Pas dan kan IQ BLVD echt uit de startblokken schieten en kan Hardenberg het innovatieve informatiecentrum worden in de regio. Met de 20 aangesloten ondernemingen is deze hub al hard op weg hun doel voor 2025 te halen: 50 innovatieve bedrijven en actieve samenwerking met kennis- en onderwijspartners uit Drenthe, Twente en Zwolle met de ambitie om mooie projecten binnen de maakindustrie te ontwikkelen. ondernemingen wil gaan verbinden met Start-ups, Scale-ups en getalenteerde studenten. AMBITIES ZIJN GROOT IQ BLVD heeft duidelijk in het vizier waar ze voor staan, maar hun ambities zijn groot. Een daarvan is het opzetten van een fieldlab met een skillslab, bij voorkeur in een High Tech campusomgeving, waar IQ BLVD hoogstaande, innovatieve Een tweede ambitie is het verbinden van bedrijven uit de regio Hardenberg met de rest van het land. Met één gezamenlijk platform wil IQ BLVD alle initiatieven verzamelen waarbij IQ BLVD zich profileert als verbindende schakel. Alle kennis is meegenomen en wanneer de beste kennis buiten de regio te halen valt, kunnen de bedrijven uit de regio, met deze verbindende schakel, nog beter gebruik maken van eersteklas kennis bij hun innovatiewensen. Kortom, IQ BLVD is zeker een speler die van plan is om met partners Oost-Nederland naar een hoger niveau te brengen. www.iqblvd.nl | 35

BOOSTLIJN 5: POSITIONEREN EN VERBINDEN CONTEXT BOOST is als platform gericht op het bij elkaar brengen van activiteiten die worden ontplooid ten behoeve van de doelgroep. Daarbij is het belangrijk dat de organisaties die zich aan BOOST hebben verbonden, onderling afstemming hebben. Het is ook van belang om BOOST goed te positioneren ten opzichte van andere, aanpalende initiatieven die activiteiten ontwikkelen voor dezelfde doelgroep. Net zoals het van belang is om afstemming te zoeken om krachten te bundelen. DOELSTELLING Duidelijke positie van BOOST definiëren en verbinding zoeken met andere, vaak thematische programma’s die relevant zijn voor de industrie (circulaire economie, talent en skills, landelijke Smart Industry agenda) om zo een duidelijk aanbod voor de doelgroep te formuleren. ACTIES 1. Ontwikkelen van de propositie van BOOST, gericht op de kansen van de transities voor de doelgroep. 2. Positioneren van BOOST ten opzichte van relevante initiatieven c.q. programma’s voor de doelgroep (CESI-ON, skills agenda’s, ecosysteemonderzoek EZK, regionale rapporten en dergelijke). Afspraken maken over samenwerking en een verdere uitrol van de initiatieven en programma’s. 3. Nauwe afstemming met de European Digital Innovation Hub (EDIH), dat als instrumentele hub naadloos aansluit bij de actielijnen van BOOST en mkb’ers een eenvoudige toegang tot ondersteuningsinstrumenten biedt. GEWENST RESULTAAT » Duidelijke positionering van BOOST voor de doelgroep. » Duidelijke positionering van BOOST ten opzichte van aanpalende initiatieven en programma’s. » Goede afspraken met CESI-ON over positionering, samenwerking en afbakening. » Begeleiding EDIH, harmonisatie actielijnen BOOST en werkpakketten EDIH, inclusief organisatorische kaders. 36 |

BOOST ACTIELIJNEN BOOSTLIJN 6: COMMUNICEREN CONTEXT Het succes van BOOST is afhankelijk van het bereiken van de doelgroep. Daarvoor is een sterke communicatiestrategie onontbeerlijk. DOELSTELLING Een duidelijke positionering van de OostNederlandse industrie, zowel regionaal, nationaal als internationaal. ACTIES 1. In de spotlight zetten van leidende Smart Industry bedrijven en deze gebruiken om de aantrekkelijkheid van de regio te vergroten. 2. Samen met andere partners, zoals universiteiten en kennisinstellingen een marketingstrategie ontwikkelen. 3. Gecoördineerde lobby op het gebied van Smart Industry voor Oost-Nederland richting landelijk projectteam, topsectoren, nationale overheid en de EU. GEWENST RESULTAAT » Een betere positionering van de aantrekkelijkheid van de regio, waardoor de aantrekkingskracht ervan op nieuwe werknemers groter wordt. » De aantrekkelijkheid van werken in Smart Industry beter belichten, om zo meer werknemers aan te trekken op een schaarse markt. Dit geldt voor technisch geschoolde medewerkers op verschillende niveaus en voor hoger opgeleide medewerkers. | 37

3.0 UITVOERING Voor de uitvoering is inmiddels een goed werkend model voor BOOST neergezet. De basis is dat veel input voor het organiseren en ontwikkelen van activiteiten en initiatieven primair van het bedrijfsleven komt. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk input bij elkaar komt, is BOOST georganiseerd als een platform, waar partijen die de industrie ondersteunen zich verbinden. Door deze wijze van organiseren worden agenda’s en activiteiten van verschillende organisaties op elkaar afgestemd en versterkt in slagkracht. In de Schaalsprong agenda Smart Industry wordt de landelijke en regionale energie (EDIH) gebundeld en wordt eendrachtig samengewerkt. Voor het platform is de volgende governance uitgewerkt: KOPGROEP De kopgroep bestaat uit ondernemers die de koers van BOOST bewaken en impulsen voor ontwikkeling en richting geven. De kopgroep bestaat uit: Piet Mosterd (AWL) Marjolein Boezel (Van Raam) Arjan Ester (Aebi Schmidt Nederland/Spearteq) Lars de Groot (Demcon) Fred Harbers (Hencon) Richard Nieuwenhuis (Niverplast) De kopgroep wordt ondersteund door een onafhankelijke projectleider. Deze zorgt voor het operationaliseren van de lijnen die met de kopgroep worden uitgewerkt en die in jaarplannen worden vastgelegd. De projectleider stuurt tevens een programmabureau aan. Hier worden vooral communicatie-activiteiten gecoördineerd. INDUSTRY ADVISORY BOARD De Industry Advisory Board is een groep ondernemers die functioneert als klankbordgroep. Zij worden gevraagd om advies te geven over het verdiepen van onderwerpen, inzichten te toetsen en reflectie te geven op de koers van BOOST. De Industry Advisory Board komt twee keer per jaar bij elkaar. Op dit moment bestaat de Board uit 40 bedrijven. PROGRAMMAGROEP De programmagroep bestaat uit intermediaire partijen/koepels die de industrie als doelgroep hebben. Deze groep stemt periodiek af welke activiteiten worden ontwikkeld in het kader van BOOST, passend bij de reguliere opdrachten van de organisaties. Daarmee worden agenda’s transparant, activiteiten gestroomlijnd, gemeenschappelijke acties ontwikkeld en boodschappen geformuleerd. Deelnemers zijn Koninklijke Metaalunie, FME, Oost NL, VNO-NCW, de provincies Overijssel en Gelderland en BOOST zelf. Dit alles implementeren en borgen we met kennispartners, clusters, solution providers en onderwijs. VERSNELLINGSWERKGROEPEN Rond de verschillende actielijnen formeren we werkgroepen. Deze werkgroepen bestaan uit deelnemers uit de triple helix, waardoor vanuit verschillende perspectieven impulsen voor nieuwe activiteiten worden gegenereerd. De werkgroepen zorgen voor verdieping op de benoemde acties, het ontwikkelen van uitvoeringsagenda’s en het 38 |

BOOST UITVOERING uitrollen van de agenda. Een duo bestaande uit een ondernemer (bij voorkeur een kopgroeplid) en een lid vanuit de programmagroep (werkgroepleider) voert de werkgroep aan. Het kopgroeplid behartigt de boodschap van de ondernemers en ondernemersthema’s. De werkgroepleider agendeert de bijeenkomsten en draagt zorg voor goede teamspirit en harmonie in de werkgroep en bewaakt de voortgang. De projectleider zorgt voor de terugkoppeling op de uitgevoerde activiteiten aan de kopgroep en de andere versnellingswerkgroepen. Ook is er verbinding met andere programma’s, zoals die van de circulaire maakindustrie (CESI-ON), afstemming nationaal Smart Industry programma, fieldlabs en skillsprogramma’s. Dit vraagt om een goede afstemming tussen de werkgroepen. De projectleider draagt de eindverantwoordelijkheid voor de werkgroepen. Inhoudelijke thema’s voor de versnellingswerkgroepen 2022-2023 » WG Smart Industry in actie: actieve benadering en ondersteuning van bedrijven in realiseren statusbepaling (assessment/scan); opleveren plan van aanpak en begeleiding invoering. » WG Baanbrekende business- en verdienmodellen: van product naar service. » WG CESI, (Circulaire Economie Smart Industry): actief begeleiden van bedrijven naar gesloten materiaalketens. » WG Management van de verandering: het begeleiden van de verandering van mens en organisatie naar de nieuwe realiteit. » WG Data readiness en data discovery: bedrijven in brede zin kennis laten maken met data en AI en ze laten ervaren wat deze kunnen betekenen voor hun bedrijf en businessmodel. » Taskforce human capital technologische industry: gericht op versnelde ontwikkeling van de match tussen vraag en aanbod in een sterk veranderende omgeving. | 39

CIRCULAIRE UITDAGINGEN IN DE MAAKINDUSTRIE OOST-NEDERLAND Natuurlijk, als ondernemer bent u met circulariteit bezig. Bewust of onbewust. Onbewust, omdat u circulariteit als een soort vanzelfsprekendheid beschouwt. Omdat het hoort bij uw bedrijfsvoering en u altijd al zo gewerkt heeft: zorgvuldig omgaan met grondstoffen en zo efficiënt mogelijk werken. Of u bent bewust met circulariteit bezig. Misschien omdat het voor uw bedrijf noodzakelijk werd om circulair te werken. Bijvoorbeeld omdat een besparing op de grondstofkosten nodig was om uw concurrentiepositie te behouden. Of omdat uw klant vroeg of het mogelijk was onderhouds-programma’s te automatiseren. Waardoor preventief onderhoud mogelijk werd, met een verlenging van de levensduur van apparaten en lagere kosten tot gevolg. Hoe dan ook, bewust of onbewust, feit is dat we in Oost-Nederland voorlopen op circulariteit. Matthijs Hess Spoelstra is projectmanager Circulaire Economie bij Oost NL. Samen met zijn collega Martijn Kerssen geeft hij vorm, inhoud en vanaf 2022 ook uitvoering aan het programma CESI-ON (Circulaire Economie Smart Industry OostNederland), bedoeld voor de slimme en circulaire maakindustrie in Oost-Nederland. ‘Met CESI-ON richten we ons op de maakindustrie. En dan vooral op bedrijven die actief zijn in de keten van toeleveranciers en merkleveranciers van eindproducten. Waarbij de merkleverancier de producten van de toeleverancier in de eigen producten verwerkt, alsof het een eigen fabricaat is. Deze bedrijven staan bekend onder de naam OEM, ofwel de Original Equipment Manufacturer,’ zo vertelt Hess Spoelstra. ‘Deze OEM’ers werken heel nauw samen met hun eindklanten en toeleveranciers. Als de eindklant andere, duurzame en/of circulaire eisen stelt aan het eindproduct, gaan de OEM’ers met hun toeleveranciers in gesprek. Samen onderzoeken ze de mogelijkheden om te komen tot nieuwe ontwerpen. Deze wisselwerking en uitwisseling van kennis is van belang, want het draagt bij aan de toekomstbestendigheid van de hele keten.’ KOPLOPERS IN OOST-NEDERLAND Een aantal bedrijven in de maakindustrie in Oost-Nederland is koploper op dit gebied. Andere bedrijven, het peloton als het ware, 40 |

BOOST INFORMEERT kunnen veel hiervan veel leren op het gebied van circulair ondernemen. Hess Spoelstra: ‘Vanuit de lessons learned bij de kopgroep, kijken we naar laagdrempelige oplossingen voor de knelpunten die een ondernemer ervaart als hij verder wil gaan met circulair ondernemen. Dat is feitelijk de kern van CESI-ON.’ In CESI-ON werken 16 partners samen. Een breed pallet van eerste- en tweedelijnsloketten, brancheorganisaties, kennisinstellingen en financiële organisaties Oost NL is programmamanager en zet BOOST in als label om de doelgroep van het programma te bereiken. | 41

TRANSITIEAGENDA Nederland heeft de ambitie om in 2030 een 50% en in 2050 een 100% circulaire economie te hebben. Daarvoor is een transitieagenda opgesteld voor vijf sectoren en ketens: 1. Biomassa en voedsel 2. Kunststoffen 3. Maakindustrie 4. Bouw en infra 5. Consumptiegoederen CESI-ON richt zich met name op de maakindustrie, maar heeft ook raakvlakken met de overige sectoren en ketens. Denk aan industriële woningbouw of het op hoogwaardige manier vervaardigen van kunststofproducten. SUPPORT BIEDEN ‘Vanuit CESI-ON krijgen ondernemers steun van onze partners. In gesprekken met ondernemers inventariseren zij de knelpunten. Waar lopen ondernemers tegenaan als het gaat om circulariteit en Smart Industry? Gezamenlijk kijken wij dan wat er gedaan kan worden om dit knelpunt op te lossen, welke support we kunnen bieden. Dat kan gaan om individuele begeleiding, maar ook om het geven van adviezen of het wijzen op bestaande oplossingen. Soms schakelen we kennisinstellingen in voor hulp. Studenten doen dan onderzoek naar mogelijke oplossingen. De kennis die wij opdoen, gebruiken we vervolgens weer bij andere ondernemers. De kopgroep en het peloton waar ik het eerder over had,’ aldus Hess Spoelstra. Overigens kunnen niet alle knelpunten altijd worden opgelost. 42 | Soms moet de wet- en regelgeving hiervoor worden aangepast. Hess Spoelstra: ‘Dat kunnen wij niet. Maar we hebben wel een signalerende functie. Als de bestaande wet- en regelgeving een enorme belemmering vormt voor de circulaire ontwikkeling van de maakindustrie, brengen we dit onder de aandacht van de politiek. Dat doen we samen met onze partners, zoals de brancheorganisaties.’ CESI-ON wordt landelijk gezien als voorbeeld als het gaat om het stimuleren van circulair ondernemen. De verwachting van Hess Spoelstra is dat hierdoor meer nationale en Europese middelen vrijkomen. Hiermee kan het programma verder worden ondersteund en slim en circulair ondernemen verder worden ontwikkeld. VERSNELLERS VAN CIRCULARITEIT De noodzaak om meer aandacht te geven aan circulariteit wordt versneld door een aantal factoren. Dat zijn de leveringszekerheid van materialen, veranderende wet- en regelgeving, maatschappelijke druk en arbeidsmarktontwikkeling (het vergrijzen van de arbeidsmarkt). Hess Spoelstra: ‘Als we kijken naar de leveringszekerheid van materialen, kunnen we vaststellen dat de coronacrisis, maar ook de blokkade van het Suez-kanaal, ons bewust heeft gemaakt van de afhankelijkheid in de toeleveringsketen. En dat roept dan vragen op als: “Ondernemer, weet jij of de componenten voor jouw product over één, vijf of tien jaar nog verkrijgbaar zijn? En wat gebeurt er met je bedrijf als dat niet het geval is, kun je dan je eindproduct nog assembleren?”

BOOST INFORMEERT PARTNERS VAN CESI-ON Er zijn ondernemers die dit niet afwachten en kijken of ze componenten terug kunnen halen uit producten die ze eerder verkocht hebben. Of ze gaan nadenken over een ander verdienmodel, het aanbieden van prestaties, van service. Dus in plaats van product te verkopen en het eigendom kwijt te raken en daarmee ook de materialen, bieden ze het product aan als een service. Wat mij betreft, mits goed uitgevoerd, zijn dit voorbeelden van circulair werken.’ ‘Daarom is het goed als bedrijven nadenken over een terugnamebeleid. Omdat daar ook een circulaire component aan zit: het borgen van de levering van grondstoffen en het hergebruik van materialen,’ aldus Hess Spoelstra. De maatschappelijke druk om steeds meer circulair te werken om zo onze leefomgeving te sparen, is een OVERIGE FACTOREN Een andere reden om circulair te gaan werken, is veranderende wet- en regelgeving. Steeds meer wordt de producent ook verantwoordelijk voor wat er met zijn producten gebeurt als ze aan het einde van hun gebruiksduur zijn gekomen. andere niet te onderschatten factor. Hess Spoelstra: ‘Net zoals het vergrijzen van de arbeidsmarkt. Voor Nederland wordt hierbij gesproken over een krimp van 13%, voor Europa zelfs van 21%. Dat alleen al maakt een efficiencyslag noodzakelijk. Dat vraagt om investeringen in arbeidsvervangende technologie, Smart Industry dus.’ Meer informatie over CESI-ON is in de loop van 2022 te vinden op www.boostsmartindustry.nl | 43

44 |

NAWOORD ONZE AMBITIE IS GROOT Een korte terugblik op de totstandkoming van dit Industriekompas 2030. Na een goede eerste sessie van de Industry Advisory Board Oost-Nederland, zijn we eind januari 2020 gestart met het opstellen van dit Industriekompas. Al vrij snel hebben we als gevolg van de coronapandemie, de ontwikkeling van dit Industriekompas tijdelijk moeten stilleggen en de bakens moeten verzetten. Met als resultaat dat in april 2020 het BOOST Actieplan “Redden en beschermen industriële vitaliteit” klaar was. Met dit actieplan hebben ondernemers de “BOOST Vitale Industrie voucherregeling” ontworpen en uitgevoerd. De bedrijven die hieraan deelnamen, hebben enorme stappen gezet in hun denken over de toekomstige vitaliteit en hun relevantie. Een voorbeeld hiervan is Kaltenbach I Gietart, waarover u meer heeft kunnen lezen in deze uitgave. Langs deze weg wil ik alle betrokken bedrijven, externe specialisten en de BOOST kernpartners hartelijk danken voor hun inspirerende en constructieve bijdrage aan het actieplan en de voucherregeling. In de zomer van 2021 hebben we het ontwikkel- en schrijfproces van het Industriekompas weer opgepakt, samen met de aan het BOOST netwerk verbonden partners en bedrijven. Met elkaar hebben we een SWOT analyse gemaakt. Dat hebben we gedaan op basis van gesprekken en actieve sessies met de ondernemers van de BOOST kopgroep en de brede Industry Advisory Board. Dit alles heeft veel input opgeleverd. We hebben de uitdagingen waar we voor staan in kaart gebracht. We hebben een beeld van de toekomst van BOOST en van de vervolgstappen die hiervoor nodig zijn. Alle betrokkenen bij de totstandkoming van dit Industriekompas: heel erg bedankt voor uw bijdrage! Het resultaat is een visionair, agenderend stuk. Het geeft voor ondernemers en partners de richting aan van de ontwikkeling van het industriële ecosysteem in Oost-Nederland. Ik realiseer me dat de opgaven en thema’s groot zijn. Maar ook onze ambitie is groot. Die kunnen we alleen realiseren door een goede samenwerking tussen alle relevante partijen. Als we dit goed weten te organiseren, met de (latente) behoeften van ondernemers in het achterhoofd, komen we een heel eind! Robin Burghard, projectleider BOOST Smart Industry | 45

BIJLAGE 1: DE OOST-NEDERLANDSE INDUSTRIE IN CIJFERS In dit hoofdstuk geven we een beeld van de omvang van de industrie in Oost-Nederland, het aantal banen, het aandeel binnen het Bruto Binnenlandse Product (BBP) en de bedrijfsgrootte. OMVANG VAN DE OOST-NEDERLANDSE INDUSTRIE De Nederlandse industrie bestaat uit ruim 75.000 bedrijven, waarvan er 15.000 gevestigd zijn in Oost-Nederland.4 Dit komt neer op 20% van de totale industrie in Nederland. Als we kijken naar het aantal bedrijfsvestigingen (zie afbeelding 4), dan valt op dat de meeste industriële bedrijven in Oost-Nederland zich concentreren in de gebieden Twente, de Veluwe, Arnhem/Nijmegen en de Achterhoek. De drie eerstgenoemde gebieden staan in de top van COROP-gebieden met de meeste industriële bedrijfsvestigingen. KENMERKEN VAN DE INDUSTRIE IN OOST-NEDERLAND De maakindustrie in Oost-Nederland is divers en bestaat uit verschillende sectoren. Een verdere analyse (zie afbeelding 5) van de industrie laat zien dat veruit de meeste bedrijven gespecialiseerd zijn in de vervaardiging van metalen producten (6.550 vestigingen die vallen onder SBI-code 24-31, 33). Dit zou te maken kunnen hebben met het grote aantal bedrijven in Twente en de Achterhoek dat zich op deze sector concentreert. Van de metaalbedrijven is 22% producent van een gereed product (product dat aan de handel of eindgebruiker wordt verkocht), terwijl 78% van deze bedrijven toeleverancier is.5 Daarnaast zijn er veel bedrijven die zich richten op de volgende sectoren: reparatie en installatie van machines en apparaten, meubelindustrie, voedingsmiddelenindustrie en de productie van overige goederen. Wat verder opvalt, is dat veel bedrijven in OostNederland gespecialiseerd zijn in de productie van elektrotechnische apparaten en machines (sectoren 26, 27 & 28). Afzonderlijk spelen deze sectoren slechts een ondergeschikte rol, maar samen vormen zij één van de grootste specialisaties. Oost-Nederland kent dan ook verschillende koplopers in de ontwikkeling en productie van halfgeleiders, micro-elektromechanische systemen (MEMS), integrated circuits (IC’s) en sensoren, die het fundament vormen van moderne elektronica (en fotonica). Partijen als MESA+ en High Tech Factory in Enschede, NXP Semiconductors in Nijmegen en ongeveer 80 mkb-bedrijven - voor een deel de machine- en apparatenbouw (integrators) en toelevering richting OEM’ers als Philips, NXP, ASML enzovoort - hebben een belangrijke rol in deze industrie. Bron: CBS, Vestigingen van bedrijven; bedrijfstak, regio (2021) 46 | 4. StatLine - Vestigingen van bedrijven; bedrijfstak, regio (cbs.nl) 5. Ledenonderzoek Metaalunie, 2021 Afbeelding 4

In iets mindere mate combineert de machineindustrie in Oost-Nederland bovengemiddelde groei met sterke specialisatie. Voorbeeldbedrijven van succesvolle machinebouwers in Oost-Nederland zijn: Siemens, VDL-ETG, MOBA, VMI, AWL, Tembo, Voortman, Pasreform, Kaak Group, Stork, IMS, Demcon, Pentair, Nedap, Eaton, SMIT Transformers, Sensata, Malvern Panalytical, Aebi Schmidt en vele anderen. WERKGELEGENHEID Naast de zakelijke dienstverlening, zorg en handel is de industrie de grootste werkgever van Nederland.6 Ongeveer 9% van de totale werkgelegenheid vindt plaats in de industrie.7 In Oost-Nederland bedraagt het aantal werknemersbanen in de industrie ongeveer 190.000. Daarmee ligt het aandeel werkzame personen in de industrie met 11,5% hoger dan het landelijke gemiddelde.8 Wat opvalt, is dat het percentage werkzame mensen in de industrie de laatste jaren voorzichtig is afgenomen. In Oost-Nederland bedroeg het aantal banen in de industrie in 2011 nog 12,2% ten opzichte van het geheel en in 2020 lag dit percentage bij 11,5%.9 Toch bereikte de productiegroei van de Nederlandse industrie in juni 2021 het hoogste niveau ooit.10 Een reden hiervoor is de gestegen arbeidsproductiviteit. Nieuwe technologieën zorgen voor productiviteitsverbeteringen waardoor er minder arbeid nodig is om hetzelfde te produceren. Bron: PWE-Gelderland 2020 / BIRO-Overijssel 2020 6. Werkgelegenheidsstructuur (cbs.nl) | 7. Industrie Factsheet arbeidsmarkt (uwv.nl) 8. PWE-Gelderland 2020 / BIRO-Overijssel 2020 | 9. PWE-Gelderland 2020 / BIRO-Overijssel 2020 10. Grootste productiegroei machine-industrie, Metaal Magazine | 47 Afbeelding 5

Dit gaat weliswaar ten koste van het aantal arbeidsplaatsen, maar aan de andere kant kunnen productiviteitsverbeteringen de vraag naar producten bevorderen. Bovendien worden door innovaties juist weer nieuwe banen en nieuwe markten gecreëerd.11 en Zuidwest-Overijssel (16%) is een groot aantal personen werkzaam in de industrie. In Oost-Nederland werken de meeste mensen in de voedingsmiddelenindustrie (18%), gevolgd door de metaalindustrie (14%) en de vervaardiging van machines en apparaten (12%). Een opvallende sector die voor veel werkgelegenheid zorgt, is de rubberen kunststofindustrie (6%).12 Als we kijken naar de gehele industrie in OostNederland, dan is de Achterhoek de regio waarin de meeste personen werkzaam zijn in de industrie met 19% (zie afbeelding 6). Ook in Twente (17%) AANDEEL BBP Afbeelding 7 is een weergave van de absolute toegevoegde waarde van de industrie per regio. De toegevoegde waarde is de belangrijkste component van het bruto binnenlands product (BBP). De toegevoegde waarde is de totale waarde van de geproduceerde goederen en diensten, minus de waarde van wat er bij de productie is verbruikt (het zogenoemde intermediair verbruik). Het verbruik bij de productie bestaat niet alleen uit goederen zoals grondstoffen en halffabricaten (bijvoorbeeld auto-onderdelen), maar ook uit diensten zoals ingekocht automatiseringswerk en ingehuurd (uitzend)personeel.13 Bron: CBS, Bedrijven; bedrijfstak 48 | 11. Polder, M. (2017). Digitalisering en arbeid. ICT, werkgelegenheid en beloning in Nederland vanaf 2001. CBS. 12. PWE-Gelderland 2020 / BIRO-Overijssel 2020 | 13. Bruto binnenlands product (bbp) (cbs.nl) Afbeelding 6

Naast Noord-Brabant, de Randstedelijke gebieden en Limburg, zijn ook vele gebieden in Oost-Nederland goed voor een hoge toegevoegde waarde van de industrie. In Oost-Nederland is de industrie goed voor 16% van de totale toegevoegde waarde, terwijl het Nederlandse gemiddelde 12,4% is.14 Daarnaast levert 1 fte in de industrie circa 0,7 fte aan werkgelegenheid op voor aanpalende diensten. Twente en de Veluwe creëren de meeste toegevoegde waarde, gevolgd door de regio Arnhem/Nijmegen en de Achterhoek. De economieën in deze regio’s leunen voor een groot gedeelte op de industrie. Zo is de industrie in Twente verantwoordelijk voor 24% van de totale toegevoegde waarde van de economie. In de Veluwe is dat 20%, in Arnhem/Nijmegen 19% en in de Achterhoek 15%. Bovengenoemde cijfers en percentages geven weliswaar inzicht in de positie van de industrie ten opzichte van andere sectoren, maar het daadwerkelijke belang van de sector is nog groter. Bijna één vijfde van de economie is gerelateerd aan industriële activiteit. Dit betreft niet alleen de toegevoegde waarde van de industrie zelf, maar ook die van andere bedrijfstakken (bijvoorbeeld zakelijke dienstverlening en logistiek) bij het leveren aan de industrie. Ten behoeve van de finale afzet van de industrie creëren andere bedrijfstakken bijna 40 miljard aan toegevoegde waarde. Geen enkele andere bedrijfstak heeft zo’n groot uitstralingseffect.15 Bron: CBS, Productieproces; bedrijfstak en regio; nationale rekeningen (2018) 14. StatLine - Productieproces; bedrijfstak en regio; nationale rekeningen (cbs.nl) 15. Hitzert, F., Langenberg, H. & Notten, F. (2017). Belang, ontwikkeling en structuur van de Nederlandse industrie. CBS | 49 Afbeelding 7

BEDRIJFSGROOTTE Het bedrijfsleven in Oost-Nederland wordt gekenmerkt door een groot aantal mkb-bedrijven in de maakindustrie. In Gelderland zijn dit er ongeveer 10.000, in Overijssel rond de 5.000. Dit zijn vooral familiebedrijven. Van de bedrijven in Oost-Nederland heeft 15% meer dan tien personen in dienst. Dit wijkt per categorie niet veel af van de landelijke percentages, aangezien het Nederlandse gemiddelde ongeveer 13% is. Deze bedrijven zijn vaak belangrijke toeleveranciers in ketens die buiten de regiogrenzen vallen. Oost-Nederland is daarmee de logistieke schakel tussen de Randstad, Noord-Duitsland en het Ruhrgebied en richting de rest van Europa.16 Binnen het mkb-profiel valt een groep bedrijven op in de mid size tot groot range. Dit zijn bedrijven met een eigen product, die internationaal georiënteerd zijn en over het algemeen innovatief zijn op het gebied van product- en procesontwikkeling. Voorbeelden van deze bedrijven zijn onder andere: Kaak, Tembo, Ottevanger, VMI, AWL, IMS, Rademaker, Nedap, Van Raam, en Nooteboom. Deze bedrijven zijn veelal wereldmarktleider in hun specifieke domein. Ze hebben als kenmerk dat ze een grote groep bedrijven in de toelevering en indirecte sfeer meenemen in de ontwikkelingen. Naast het mkb-profiel valt op dat er relatief weinig grote, internationale bedrijven vanuit Oost-Nederland actief zijn. Er zijn wel een aantal voorbeelden van bedrijven met een nevenvestiging in Oost-Nederland, zoals bijvoorbeeld Aebi Schmidt (Holten), Scania (Zwolle), NXP (Nijmegen), en diverse grote productievestigingen van Food en Pharma bedrijven zoals bijvoorbeeld Abbott, Unilever, Nestle en Friesland Campina. Bron: CBS, Vestigingen van bedrijven; grootte, rechtsvorm, bedrijfstak, regio (2021) 50 | 16. Th!nk a step ahead | Strategische Innovatie Investeringsagenda Oost-Nederland Afbeelding 8

BIJLAGE 2: DIGITALE TECHNOLOGIEËN IN DE INDUSTRIE TRANSFORMATIE VAN DE INDUSTRIE Op dit moment transformeert de industrie aan de hand van de ontwikkeling van digitale technologieën. Dit resulteert in efficiëntere en vernieuwende processen, producten en diensten. ICT en industriële processen raken steeds verder verweven door middel van embedded (sensor) systemen en de verbinding met internet. De industrie en zijn omgeving worden steeds meer een cyber physical systeem17 . Dit vraagt om open innovatiemodellen (bedrijven kunnen het niet meer alleen), circulaire productie (schaarste van grondstoffen), data- en kennisgedreven productie, onderwijsvernieuwing en nieuwe business- en organisatiemodellen. Onderwijsvernieuwing is noodzakelijk voor de juiste opleidingen, competenties en uiteindelijk innovatie. Die transformatie is terug te zien in de respons van FME-leden op de investeringsbereidheid in de toekomst, zie afbeelding 9. Predictive maintenance, robotisering, smart sensoring en Internet of Things zijn technologieën waar bedrijven al mee bezig zijn of het komende jaar/de komende drie jaar mee aan de slag zullen gaan. Onder de respondenten zijn nanotechnologie, fotonica en drones nog relatief onbekende technologieën. Dit biedt kansen voor bedrijven om zich verder te ontwikkelen. Bron: FME Ondernemersonderzoek 17. Een combinatie van een softwarecomponent en mechanische of elektronische onderdelen. Aansturing, bewaking, gegevensoverdracht en gegevensuitwisseling gebeuren meestal in real time via het internet. | 51 Afbeelding 9

Hierbij moet men wel rekening houden met het feit dat FME-leden aangesloten zijn bij bedrijven van verschillende grootte (technostarters, middelgrote en kleine industrie, grote industrie/ multinationals). Kleinere bedrijven zijn er vooral op gericht om een technologisch fundament te creëren, terwijl grotere bedrijven vaak al met geavanceerdere technieken werken. TEQNOW Koninklijke Metaalunie, als koepel voor het mkb in de metaalindustrie, heeft voor zijn leden enkele jaren geleden Teqnow in het leven geroepen. Dit is een platform waar specifiek op de doelgroep afgestemde trainingen, bijeenkomsten en publicaties worden verzorgd, gericht op de technologische ontwikkelingen. Teqnow faciliteert de kennisoverdracht en -deling met ondersteuning van geselecteerde kennisdragers. De onderwerpen waar de bedrijven mee bezig zijn c.q. actief willen worden, zijn: » Enkelstuksproductie tegen de prijs van serieproductie. » Betrokkenheid personeel organiseren. » Effectief werk voorbereiden. » Geautomatiseerde kwaliteitscontrole. » Een marktconforme verkoopprijs ook bij een dalende kostprijs. Dit geeft een duidelijke indicatie van de interessesfeer van de aangesloten leden en deelnemers. De rode draad die hier uit te halen is, is dat ondernemers als vanzelf druk bezig zijn met het efficiënter maken van het productieproces in hun bedrijf. De snelle digitalisering van de industrie heeft impact op de manier van werken en organiseren, zowel binnen bedrijven als binnen bedrijfsprocessen met inzet van nieuwe technologieën. 52 | Belangrijke thema’s zijn “betrokkenheid personeel” en “marktconforme verkoopprijs”. Ondernemers kunnen tools en support gebruiken om de vertaalslag te maken binnen hun organisatie en om medewerkers mee te nemen in de veranderingen die het gevolg zijn van Smart Industry. Dat betekent ook dat er veel aandacht is en moet zijn voor de scholing en ontwikkeling van (toekomstig) vaktechnisch personeel op diverse skills/ competenties. Metaalunie ziet dit als logische consequenties van de bekende trend dat er een tekort aan gekwalificeerd personeel is én daarnaast een stevige vraag uit de markt. Geen economische malaise, zoals de kwartaalenquêtes onder de achterban ook aangeven, maar een uitdaging in de vorm van “hoe krijg ik de producten zo efficiënt mogelijk de deur uit en hoe verdien ik voldoende voor de volgende stappen”. DIGITALE TECHNOLOGIEËN De volgende tabel (zie afbeelding 10) geeft een overzicht van de tien digitale technologieën die het meest genoemd zijn in aanvragen van innovatieprojecten van bedrijven in OostNederland. Deze gegevens komen voort uit een onderzoek naar de WBSO-indieningen. Het gaat hierdoor niet enkel om industriële respons, maar ook om de oriëntatie van IT-bedrijven. Tussen haakjes staat het percentage van het aantal bedrijven in Oost-Nederland ten opzichte van het aantal bedrijven in geheel Nederland dat actief is met een bepaalde digitale technologie. Het percentage bedrijven in Oost-Nederland ten opzichte van het totaal aantal bedrijven in Nederland bedraagt ongeveer 17% (CBS). Vooral op het gebied van sensoren, robots, Radio Frequency Identification (RFID) en Internet of Things (IOT) zijn Oost-Nederlandse bedrijven actief.

Bron: RVO, Aantal bedrijven Oost-Nederland per technologie Daarentegen constateren we dat Oost-Nederlandse bedrijven ten opzichte van de rest van Nederland achterblijven op het gebied van Artificial Intelligence. Verder zien we dat de positie van Oost-Nederland op het gebied van AR/VR/MR18 sterk is. Ook Volgens het RVO onderzoek doen OostNederlandse bedrijven het beter dan het landelijke gemiddelde op de volgende gebieden: Smart Industry, robotisering, sensoren, Internet of Things en autonome systemen. Deze technologieën zijn dan ook belangrijk voor de maakindustrie. Het aantal bedrijven dat actief is in deze technologieën groeit ook nog steeds. Daarnaast is te zien dat Oost-Nederlandse bedrijven op het gebied van 5G en big data ongeveer op het gemiddelde van Nederland zitten. 5G is belangrijk om de data, verzameld door de sensoren en Internet of Things apparaten, snel en efficiënt te delen. Vervolgens kan met behulp van big data, waarde uit deze data gehaald worden om processen te optimaliseren en nieuwe verdienmodellen te creëren. Het is dan ook van belang dat Oost-Nederland haar positie versterkt op het gebied van big data en 5G. 18. AV = augmented reality, VR = virtual reality, MR = mixed reality deze technologie is sterk gerelateerd aan de maakindustrie. De groei in deze technologie is minder sterk dan de groei in andere technologieën. Door onder andere de aanwezigheid van het AR/ VR-cluster (IR Hub) heeft Oost-Nederland wel een uitstekende positie op het gebied van AR/VR/MR. Hoewel de kennispositie van Oost-Nederland op het gebied van Artificial Intelligence de afgelopen jaren sterker is geworden, is het aandeel OostNederlandse bedrijven dat actief is op het gebied van Artificial Intelligence nog wel lager dan het Nederlands gemiddelde. Daarnaast valt op dat Oost-Nederlandse bedrijven achterblijven op het gebied van blockchain en cyber security ten opzichte van het Nederlands gemiddelde. | 53 Afbeelding 10

BIJLAGE 3: INDUSTRIE IN BELEIDSPERSPECTIEF DE EUROPESE INDUSTRIESTRATEGIE In Europa is de aandacht voor de industrie gestegen. Op 10 maart 2020 heeft de Europese Commissie een industriestrategie gepresenteerd die enerzijds de dubbele overgang naar een groene en digitale economie ondersteunt. En die anderzijds de EU-industrie wereldwijd concurrerender en autonomer maakt en bovendien de open strategische economie van Europa versterkt. MIDDEN- EN KLEINBEDRIJVEN: DE MOTOR VOOR INNOVATIE Het is voor het eerst in de geschiedenis dat er een aparte Europese industriestrategie is opgesteld met daarbij een paragraaf over het mkb. De Europese Commissie ziet het midden- en kleinbedrijf als belangrijkste motor voor innovatie. Het doel is dat de industrie in Europa de drijvende kracht achter verandering, innovatie en groei wordt. Voor het stimuleren van de digitalisering van de industrie is het langetermijnprogramma “Digital Europe” opgesteld. De Europese Green Deal heeft als doel om Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken en daarmee het eerste klimaatneutrale continent te worden. Na de COVID-19-crisis heeft de Europese Commissie in mei 2021 de industrie strategie geactualiseerd om de veerkracht van de interne markt te versterken en de leidende rol van de EU bij de groene en digitale transitie veilig te stellen. Eddy van Hijum heeft in 2020 als gedeputeerde en rapporteur namens het Comité van de Regio’s een rapport uitgebracht over de mkb-strategie. Hierin staan aanbevelingen aan de Europese Commissie om het mkb in staat te stellen de transities mee vorm te geven. Het Comité van de Regio’s is een EU-adviesorgaan dat gekozen vertegenwoordigers uit alle EU-landen de gelegenheid biedt hun mening te geven over EU-wetgeving die rechtstreeks van invloed is op regio’s en steden. Een van de aanbevelingen is dat het Europese beleid zich niet alleen moet richten op de koplopers, maar ook middengroepen en achterblijvers moet meenemen: ‘Digitalisering biedt niet alleen kansen voor start-ups en hightechbedrijven. We bereiken ook concurrentievoordelen met de snelle toepassing van bewezen nieuwe technologieën in het brede mkb. Geografisch moet het beleid zich niet alleen richten op topclusters, maar ook op minder welvarende Europese regio’s. Deze gedachte achter het cohesiebeleid lijkt in Nederland momenteel minder populair, maar uiteindelijk komt er veel weer terecht bij Nederlandse bedrijven via export en investeringen.’ 19 STRATEGISCHE WAARDEKETENS In de Europese Industriestrategie zijn zes strategische Europese waardeketens (zie afbeelding 11) gedefinieerd. Dit zijn netwerken van onderling afhankelijke en onderling verbonden economische actoren die toegevoegde waarde creëren rond een product, proces of dienst. Op deze ketens streeft de Europese Commissie economische en technologische autonomie na. De waardeketens20 zijn: 1. Clean, connected and autonomous vehicles; 2. Smart health; 3. Low CO2 Emissions Industry; 4. Hydrogen technologies and systems; 5. Industrial Internet of Things (IOT); 6. Cybersecurity. 54 | 19. Eddy van Hijum: ‘EU kan meer doen voor het mkb in de regio’ | VNO-NCW 20. European Commission announces the Key Strategic Value Chains - Smart Specialisation Platform (europa.eu)

Strategische Waardeketens EU Bron: : Strengthening Strategic Value Chains for an EU Industry Het nastreven van strategische autonomie op deze strategische waardeketens is belangrijk, omdat het betekent dat de EU minder afhankelijk wordt van anderen, bijvoorbeeld voor essentiële grondstoffen en technologieën, voeding, infrastructuur en veiligheid. Het belang hiervan is duidelijk geworden tijdens de coronacrisis. Autonomie biedt ook de kans om markten, producten en diensten te ontwikkelen en het concurrentievermogen in de EU te vergroten. DIGITALE ECOSYSTEMEN In 2021 heeft de Europse Commissie veertien industriële ecosystemen21 gedefinieerd die in het kader van de dubbele transitie naar verduurzaming en digitalisering worden versterkt (zie afbeelding 12). Voor elk van deze ecosystemen worden door de Europese Commissie industriële allianties opgezet. Deze allianties bestaan uit publieke en private investeerders, die samen nieuwe zakelijke modellen ontwikkelen. Er wordt gestart met een alliantie voor processors en halfgeleidertechnologieën en een voor industriële data, edge en cloud. De platforms die hierbij ontstaan, zijn in beginsel open en besteden bijzondere aandacht aan start-ups en het mkb. Industriële Ecosystemen | Bron: Bron: European Industrial Strategy 21. European industrial strategy | European Commission (europa.eu) | 55 Afbeelding 12 Afbeelding 11

DIGITAL EUROPE Met het Digital Europe Program wil de Europese Commissie de digitale transformatie van de Europese samenleving en economie vormgeven en ondersteunen. Het Digital Europe Program loopt van 2021 tot en met 2027. In totaal is hier een budget van € 9,2 miljard voor uitgetrokken.22 Het Digital Europe Program heeft als belangrijkste thema’s: » Supercomputing; » Artificial intelligence; » Cybersecurity; » Het stimuleren van digitale technologieën binnen de maatschappij en economie van Europa. Het doel van het Digital Europe Program is het concurrentievermogen van Europa in de wereldwijde digitale economie te verbeteren en de technologische autonomie van Europa te vergroten. Digitalisering is een van de fundamentele technologische ontwikkelingen en raakt alle domeinen en maatschappelijke uitdagingen. Alle instrumenten die vanuit het Digital Europe Program worden ontwikkeld, staan in het teken van het Europese Digitaliseringskompas23 , zie afbeelding 13. Dit kompas bestaat uit de onderdelen: overheid, vaardigheden, infrastructuur en bedrijfsleven. EUROPEAN DIGITAL INNOVATION HUB Europese digitale innovatiehubs (EDIH’s) zullen een centrale rol spelen in het Digital Europe Program. Dit is een regionale one-stop-shop voor het bedrijfsleven uit de maakindustrie in de breedste zin van het woord. In Oost-Nederland kiezen we voor een sectorale focus op tech, medtech & prevention en agrifood. We zetten een EDIH op die medio 2022 van start gaat. Bedrijven die nieuwe digitale tools en processen willen testen en implementeren, kunnen hier terecht met hun vraag. We helpen deze bedrijven vervolgens verder. De EDIH is een centrum en knooppunt tussen alle diensten die we aanbieden rondom testfaciliteiten en financieringsvragen om innovaties sneller naar de markt te brengen en de training van medewerkers te faciliteren. Het gaat hierbij om de brede uitrol van bestaande digitale toepassingen. EDIH BOOST ROBOTICS EASTNL is een van de vijf geregistreerde Digital Innovation Hubs (DIH’s) in Nederland. Hiermee wordt voorgesorteerd op BOOST als European Digital Innovation Hub. De EDIH is gericht op bedrijven die gespecialiseerd zijn in robotica en sensortechnologie, met toepassing van embedded AI en cybersecurity. Het doel is dat BOOST nog meer gaat werken als ‘navigator’ voor ondernemers. Dit om zo snel mogelijk de juiste kennis, partner of hulpmiddelen te vinden om aan de slag te gaan met Smart Industry. Niet alleen in de maakindustrie, maar ook in de zorg en de agrarische sector. Een navigator, niet alleen regionaal en nationaal, maar ook Europees. Met die erkenning leggen we een stabiele basis onder BOOST en kan de industrie intensief ondersteund worden. Het Europese Digitaliseringskompas Bron: Digital Europe Program 56 | GREEN DEAL Tegelijkertijd ziet de EU de bedreigingen en de daaruit voorvloeiende kansen van de klimaatverandering in. Klimaatverandering dwingt 22. Digital Europe Programme | European Commission (europa.eu) 23. Europa’s digitaal decennium: doelstellingen voor 2030 | Europese Commissie Afbeelding 13

de EU om na te denken over een verregaande verandering van de economie en maatschappij. De Europese Green Deal moet een bijdrage leveren aan deze transformatie. De 27 EU-lidstaten hebben de hoop uitgesproken om uiterlijk in 2050 van de EU het eerste klimaatneutrale continent te maken. De Green Deal zorgt voor nieuwe innovatie- en investeringsmogelijkheden, minder uitstoot, nieuwe banen en economische groei. En voor minder energiearmoede, minder energieafhankelijkheid, een betere gezondheid en meer welzijn voor de bevolking.24 De verduurzamings- en digitaliseringsstrategieën van de EU kunnen elkaar versterken: nieuwe technieken leiden tot nieuwe manieren om de klimaatverandering aan te pakken. Omgekeerd leidt verduurzaming ook tot nieuwe digitaliseringsvormen. Al deze beleidskaders worden nu vertaald naar wetgeving en geïncorporeerd in de financieringsprogramma’s. DE NEDERLANDSE INDUSTRIESTRATEGIE Het versterken en ondersteunen van de Nederlandse industrie is één van de prioriteiten van het ministerie van EZK, getuige de Kamerbrief die in oktober 2020 is gepubliceerd. Hierin worden enkele ontwikkelingen geschetst waarmee de industrie de komende jaren te maken krijgt. Denk aan digitalisering en robotisering, verduurzaming, grondstoffenschaarste, de effecten van het coronavirus, geopolitieke veranderingen en verstoringen in mondiale waardeketens. Om hierop te anticiperen en de industrie te helpen om toekomstbestendig te worden, worden er aanbevelingen gedaan om te investeren in groeimarkten (sleuteltechnologieën, startups, etcetera), digitalisering, human capital, verduurzaming, grondstoffen en vestigingsvoorwaarden. 24 Bron: Green Deal Europa 24. Werk maken van de Europese Green Deal | Europese Commissie (europa.eu) | 57 Afbeelding 14

Nederland genereert ruim 12% van haar nationaal inkomen uit de industrie en meer dan 800.000 Nederlanders verdienen hun inkomen in de industrie.25 Naast de technologische toppositie van de Nederlandse industrie, met internationaal opererende bedrijven die in de top van de markt acteren in verschillende sectoren, heeft Nederland een sterk ontwikkelde toeleverende industrie. Alhoewel de Nederlandse industrie geroemd wordt om haar wendbaarheid en creativiteit, voorziet de Rabobank een aantal zorgelijke ontwikkelingen. In haar studie naar de Nederlandse industrie heeft de bank de volgende conclusies getrokken26 : » Het merendeel van de Nederlandse industriebedrijven is niet klaar voor de toekomst. » Zo is bijna 80% van de industriebedrijven onvoldoende voorbereid op technologische ontwikkelingen, is 58% onvoldoende voorbereid op handelsbelemmeringen en is 56% nauwelijks bezig met verduurzaming. » De analyses laten zien dat de kwaliteit van het management en ondernemerschap belangrijk zijn voor de toekomstbestendigheid van industriebedrijven. » Het is belangrijk dat bedrijven hun bedrijfsvoering op orde hebben. » Naast de kwaliteit van het management is het voor de toekomstbestendigheid van industriebedrijven belangrijk dat ze investeren in R&D en aandacht besteden aan hun menselijk kapitaal. » Met meer aandacht voor goed management en ondernemerschap slaan industriebedrijven bovendien twee vliegen in een klap: ze vergroten hun weerbaarheid in de toekomst én ze genereren nu al een hogere omzet. In de analyse van de resultaten van de Nationale Smart Industry Agenda, wordt geconcludeerd dat de industrie een grote rol zal moeten spelen in het oplossen van maatschappelijke uitdagingen op het gebied van verduurzaming, medische zorg, voedselvoorziening, enzovoort. Technologische innovaties en externe factoren zullen de komende jaren de aard van de industrie aanzienlijk veranderen. Het is van belang om deze ontwikkelingen en trends tijdig te herkennen. De beroepsbevolking zal de komende 20 jaar naar verwachting met circa 1 miljoen FTE krimpen. Dit komt enerzijds doordat er meer ouderen komen (vergrijzing) en anderzijds door een verminderde aanwas van jongeren. Om met minder mensen ons welvaartsniveau vast te houden en meer tijd te besteden aan een leven lang leren, zal de productiviteit omhoog moeten. Dit, terwijl het aantal beschikbare medewerkers zal dalen. Investeren in automatisering, digitalisering en digitale skills, zoals voorgesteld in Smart Industry verband, wordt essentieel. Al met al worden industriële innovatie en digitalisering steeds meer het vliegwiel van onze productiekracht, de zuurstof van onze arbeidsmarkt en de graadmeter van ons concurrentievermogen. INDUSTRIE IN OOST-NEDERLANDS PERSPECTIEF In 2020 is de Kracht van Oost 2.0 uitgekomen27 . Dit is een beleidsstuk waarin onderzoek is gedaan naar de kansen en uitdagingen voor de provincies Overijssel en Gelderland. De conclusie is dat er met name grote kansen liggen rondom de domeinen van Smart Industry & Industrie 4.0. Vervolgens hebben de provincies Overijssel en Gelderland in 2021 gezamenlijk verder gewerkt aan Strategische 58 | 25. Visie op de toekomst van de industrie in Nederland, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, oktober 2020. 26. https://economie.rabobank.com/publicaties/2020/maart/naar-een-toekomstbestendige-maakindustrie/

Bron: Strategische Innovatie Investeringsagenda van Oost-Nederland Investering Innovatieagenda’s (SIIAs). Deze borduren voort op de krachten en mogelijkheden, zoals gedefinieerd in de KKracht van Oost 2.0. Deze SIIAs geven een overzicht van de vijf speerpunten waar de provincies prioriteit aan geven, zie afbeelding 15. Eén van deze vijf speerpunten valt onder de noemer van Digital Economy & Industry. Hiermee heeft Oost-Nederland zich duidelijk uitgesproken als voorstander van de digitale transformatie van de industrie. Binnen dit domein wordt vervolgens nog extra aandacht geschonken aan Smart Industry, Kunstmatige Intelligentie, Digital Business, Cybersecurity en Sleuteltechnologieën. Recentelijk hebben de provincies Gelderland en Overijssel de coalitieakkoorden uitgebracht, waarin zij zich duidelijk uitspreken over het belang van de digitalisering van de industrie. 27. Kracht van Oost, Onderzoek in opdracht van Provincie Gelderland en Provincie Overijssel. | 59 Afbeelding 15

BIJLAGE 4: TRENDS EN UITDAGINGEN TRENDS DIGITALISERING Een dominante ontwikkeling is de digitalisering van de economie. Digitalisering, inclusief automatisering en robotisering van de productie, leidt tot een transformatie van de industrie over de volle breedte. Het verandert producten en diensten, de manier waarop deze geproduceerd worden en de manier waarop de productie georganiseerd en gemanaged wordt. Daarnaast verandert het de benodigde vaardigheden voor productieactiviteiten en de benodigde infrastructuur (inclusief wet- en regelgeving) die nodig is om het systeem optimaal te laten opereren.28 Verschillende sleuteltechnologieën (denk aan IOT en AI) maken het mogelijk om productieprocessen efficiënter in te richten en met elkaar te verbinden, waardoor men efficiënter, foutlozer en voorspelbaarder kan produceren. Veranderde klantbehoeften en een onstabiele wereldmarkt zorgen ervoor dat er een verschuiving plaatsvindt van massaproductie naar een meer flexibele en op maat gemaakte productiewijze. Door internettechnologieën is het mogelijk om productieprocessen en producten te verbinden met de leverancier. Op deze manier krijgen bedrijven steeds meer inzicht in de behoeftes van hun klant. Hierdoor kunnen zij ook diensten, zoals predictive maintenance aanbieden, ook wel ‘servitization’ genoemd. Concurrentie, vooral uit de lagelonenlanden, zorgt ervoor dat bedrijven zich steeds meer moeten onderscheiden via diensten in plaats van met het product zelf. Hierdoor vervaagt de grens tussen industrie en dienstverlening, net zoals de relatie tussen klant en leverancier. Het genereren en analyseren van data zorgt 60 | 28. Dialogic (2021). Evaluatie Smart Industry programma, blz. 11. ervoor dat de industrie sneller kan reageren en beter vooruit kan kijken. Dat is noodzakelijk in een snel veranderende en competitieve markt. Door bijvoorbeeld meer inzicht te krijgen in de inkoop, voorraad en de productiewijze, kan men maatregelen treffen om efficiënter in te kopen of de foutmarge tijdens het productieproces te reduceren. Een volgende stap in deze ontwikkeling is om computers en machines ‘zelflerend’ te maken, zodat deze op basis van bepaalde gegevens handelingen kunnen doorvoeren. DIGITALE VAARDIGHEDEN & DIGITAAL TALENT Machines en processen opereren steeds autonomer, maar zij blijven afhankelijk van de menselijke input en bijdrage. De digitalisering in de industrie vergt her- en omscholing van medewerkers om bestaande en nieuwe machines te kunnen bedienen. Maar de digitalisering vraagt ook personen die in staat zijn om innovaties te bedenken en deze te implementeren in het bedrijfs- en productieproces. Er zijn programmeurs en technici nodig die om kunnen gaan met een wereld die steeds in verandering is. Een leven lang ontwikkelen wordt steeds urgenter. De aanwas en het behoud van digitaal talent is hierbij van vitaal belang. Dit wordt echter bemoeilijkt door de toenemende vergrijzing van de Nederlandse beroepsbevolking. VERDUURZAMING De industrie krijgt in toenemende mate te maken met strengere eisen op het gebied van verduurzaming. Voorbeelden daarvan zijn het Klimaatakkoord van Parijs, de OESO-richtlijnen en de Europese Green Deal. De industrie staat van oudsher bekend als vervuilend en energie-intensief, waardoor de verduurzamingseisen in vergelijking met andere branches nog sneller en strenger moeten worden doorgevoerd.

Bedrijven krijgen te maken met vragen als: “hoe kan ik schonere producten en productieprocessen ontwikkelen met minder schadelijke stoffen en minder grondstofverbruik, waarbij zoveel mogelijk grondstoffen en materialen zijn hergebruikt?”29 Dit hoeft niet alleen een uitdaging te zijn, het biedt ook een mogelijkheid om duurzame bedrijfsmodellen te ontwikkelen en deze op de internationale markt te brengen. De mogelijkheden die de eerdergenoemde digitale technologieën bieden, kunnen hierbij helpen. GEOPOLITIEKE VERANDERINGEN Het mondiale speelveld verandert continu en dat heeft gevolgen voor de Europese en Nederlandse industrie. Al decennialang is er sprake van een liberale wereldeconomie met weinig handelsbarrières en lage invoerrechten. Mede daardoor hebben landen als China en India een belangrijke economische ontwikkeling doorgemaakt. Dit heeft vele voordelen opgeleverd voor de industrie: lagere prijzen voor grondstoffen en halffabricaten, lagere productiekosten en een grotere afzetmarkt.30 Uit een enquête van FME onder haar leden in Oost-Nederland (kleine, middelgrote en grote bedrijven) kwam naar voren dat veel bedrijven (67%) al bezig zijn met energiebesparende maatregelen (zie afbeelding 16). Daarnaast maakt de helft van de respondenten al gebruik van duurzame energie. En meer dan de helft van de bedrijven is al bezig met het verduurzamen van productieprocessen. Veel bedrijven lijken zich voor te bereiden op strengere maatregelen omtrent verduurzaming. Dit geldt zeker ook voor Metaalunie en haar leden. Het concurrentievermogen van de “nieuwe” economieën wordt steeds heviger. Daarmee groeit ook hun macht. Voorbeelden van instrumenten die zorgen voor een ongelijk speelveld zijn ongelijkwaardige markttoegang en behandeling van bedrijven, ongebreidelde staatssteun gericht op het opkopen of wegconcurreren van marktspelers en gebrekkige mededinging. Maar ook spionage, een andere omgang met of diefstal van intellectueel eigendom en gedwongen technologieoverdracht.31 Bron: FME Ondernemersonderzoek 2018, Regio Oost. 29. Ministerie van EZK (2020). Visie op de toekomst van de industrie in Nederland, blz. 9. 30/31. Ministerie van EZK (2020). Visie op de toekomst van de industrie in Nederland, blz. 10. | 61 Afbeelding 16

Dit heeft er mede toe geleid dat er enerzijds een handelsstrijd is ontstaan tussen China en de VS, en anderszijds een strijd om technologie en kennis. De VS houdt de export van technologie tegen en hanteert een meer protectionistische koers op economisch gebied. Dat kan uiteindelijk negatieve gevolgen hebben voor de Europese industrie. Ook politieke ontwikkelingen, zoals de Brexit en gespannen verhoudingen tussen Europese lidstaten, hebben negatieve consequenties voor de industrie. SMART FACTORY VAN DE TOEKOMST – TECHNOLOGISCHE TRENDS32 De komende jaren zal een aantal trends een steeds grotere rol gaan spelen in de industrie. Het Industriekompas van het Noorden bevat een opsomming van deze industriële trends (zie afbeelding 17) die ook gelden voor de OostNederlandse industrie. Verder worden er in de literatuur33 verschillende andere trends genoemd, zoals de mogelijkheid om steeds meer werk “op afstand” te doen. Sensoren maken het mogelijk om productieprocessen te monitoren, onderhoud kan virtueel plaatsvinden en door middel van Digital Twin technologie kan men veel processen digitaliseren en simuleren. De redenen hiervoor zijn simpel: veiligheid, flexibiliteit en gemak. Het coronavirus is een katalysator gebleken voor het gebruik van technologieën die werk op afstand mogelijk maken. Er komt een steeds grotere nadruk te liggen op flexibele productie. Daarbij is het belangrijk dat klant en fabrikant een duurzame samenwerking aangaan en de klant niet alleen fungeert als afnemer. Aangezien er veel concurrentie uit lagelonenlanden is, worden bedrijven gedwongen om van toegevoegde waarde te kunnen zijn. Zij moeten kunnen meedenken met de klant, op maat gemaakte producten kunnen leveren en het liefst in niet al te grote series. Fabrikanten moeten hun productieproces hierop aanpassen. Dat vergt intelligente, efficiënte en vooral flexibele machines, die meerdere producten kunnen produceren. Tenslotte zal het gebruik van AI-gedreven oplossingen steeds belangrijker worden. Het genereren van data is nuttig, maar deze data moet vervolgens ook inzichtelijk worden gemaakt en het liefst tot concrete handelingen leiden. AI kan een waardevolle bijdrage leveren aan de winstmaximalisatie van een bedrijf. Bijvoorbeeld door ondersteuning te bieden bij nauwkeurige prognoses, planning van onderhoud, productiecapaciteit, voorraad en verkoop. Hoewel slimme technologieën zoals AI en big data meer inzicht geven in mogelijke toekomstige Bron: NPAL Industriekompas 2020-2025 62 | 32. NPAL-Industriekompas-2020-2025-1.pdf 33. Bijvoorbeeld: https://www.advancedtech.com/blog/smart-manufacturing-trends/ Afbeelding 17

verstoringen van de productie, het is nog steeds de taak van managers en personeel om te anticiperen op deze scenario’s. UITDAGINGEN De industrie wordt geconfronteerd met een groot aantal uitdagingen die invloed gaan hebben op de concurrentiepositie van bedrijven. We zetten de belangrijkste op een rij. DIGITALISERING Digitalisering is niet alleen een trend voor de industrie, maar ook een uitdaging. Vooral het mkb vraagt zich af hoe ze invulling moet geven aan een eigen digitaliseringsstrategie. Digitalisering is een strategische keuze die de hele organisatie raakt en op allerlei wijzen effect kan hebben. Het gaat daarbij zowel om de automatisering van productie- en logistieke processen, de bedrijfsautomatisering als ook de value chain automation. Digitalisering betekent dat een bedrijf moet nadenken over de consequenties voor het bestaande businessmodel. Maar bijvoorbeeld ook over de kansen van servitization, de wijze waarop met data wordt omgegaan en de beveiliging van systemen. Veelal hebben de bedrijven niet voldoende kennis in huis om aan de slag te gaan met digitalisering en stellen zij stappen uit. Daarnaast spelen enkele andere factoren mee die het mkb ervan weerhouden om te digitaliseren: » Tijdgebrek. » Dagelijkse en urgente zaken gaan voor. » Onvoldoende budget. » Onvoldoende zicht of investeren (tijd en geld) in digitaliseren opweegt tegen de opbrengsten. » Het ontbreken van ondersteunende financiële instrumenten. BESCHIKBAARHEID VAN TECHNISCH GESCHOOLD PERSONEEL De trend van de veranderende arbeidsmarkt wordt nu al gevoeld in de industrie. Op alle niveaus worden mensen gezocht. Vooral het vinden van goed opgeleide mbo’ers is op dit moment een enorme uitdaging, met name voor het industriële mkb. Toegang tot kennisinstituten en onderwijsinstanties wordt door het mkb benoemd als moeilijk, de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt als uit elkaar lopend. De noodzakelijke doorontwikkeling en innovatie van producten, processen en diensten blijft daardoor achter. Daarnaast speelt ook nog het vergrijzingsprobleem. Vele decennia stond het economisch beleid van Nederland in het teken van het creëren van meer banen voor meer mensen. Gedurende lange tijd groeide de potentiële beroepsbevolking: de groep 19-jarigen was altijd groter dan de groep 65-jarigen. Sinds 2011 is dit echter niet meer zo. En de verschillen worden steeds groter. Nu al is er een grote groep 55-65-ers die de komende jaren de arbeidsmarkt verlaat. Met 2,37 miljoen is deze groep ruim groter dan de de 2 miljoen 10-20-jarigen die beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt. Arbeidsmarktprognoses laten dan ook structurele tekorten zien.34 De industrie zal er rekening mee moeten houden dat dit ten koste gaat van het totaal aantal technisch geschoolden. Dit geldt met name voor Gelderland en Overijssel, daar is de concentratie van industriële bedrijven hoog. Eén van de manieren om arbeidstekorten op te vangen, is het om-, bij- en herscholen van personeel. Voor bedrijven is er echter vaak onduidelijkheid over de opbrengst ervan: » De kosten zijn helder, maar de opbrengsten zijn onzeker. » Het rendement is niet altijd en volledig verzilverbaar voor degene die de investering doet. 34. Van den Toren, J. P., De Kok, L., Bagir, E. (2021). Effecten van meer publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs. | 63

Ook investeringen in opleidingen van oudere werknemers zijn vanwege de kortere periode waarin iemand nog werkzaam is risicovol. » Er is sprake van een financieringsprobleem: als een werknemer of werkgever het geld nu niet heeft, wordt de investering niet gedaan, ook al is er opbrengst te verwachten.35 DUURZAAMHEIDSTRANSITIES Volgens het Nederlandse klimaatakkoord moet de industrie 14,3 megaton CO2 reduceren om de beoogde doelstelling in 2030 te verwezenlijken. Hiervoor worden ondernemingen vanuit ambitieuze overheidsdoelstellingen gedwongen stappen te zetten in duurzaam ondernemen. En ook door de steeds sterker wordende vraag hiernaar van investeerders, zakelijke eindgebruikers, consumenten en de samenleving als geheel. Dit bepaalt in grote mate de toekomstige duurzaamheidsstrategie van ondernemingen. Zij weten echter vaak niet waar zij moeten beginnen.36 Dit geldt met name voor de energie-intensieve industrie. De industrie scoort relatief hoog op de duurzaamheidsladder, maar moet blijven innoveren in duurzaamheid.37 Dit is een lastige opgave. Er zijn productiebeperkende maatregelen (denk aan CO2, stikstofdepositie, PFAS) in overvloed. Tegelijkertijd is de begeleiding, informatievoorziening en financiële tegemoetkoming voor industriële bedrijven om duurzaam te innoveren, gering. Een andere uitdaging voor de industrie en de economie in het algemeen, is een gebrek aan grondstoffen, zoals kunststofgranulaat en verschillende staalsoorten. Een vrij acuut probleem dat niet snel binnen de eigen invloedsfeer op te lossen is. Bijvoorbeeld door de afhankelijkheid van de Nederlandse en Europese maakindustrie van grondstoffen uit het buitenland. Er is daarnaast ook een groot tekort aan componenten. Het forse tekort aan microchips zorgt hierbij inmiddels voor productievertragingen in diverse ketens. Denk aan consumentenelektronica, producten die we dagelijks in en rondom het huis gebruiken (home & living) en de automotive sector.38 Een andere uitdaging zijn de energieprijzen. De prijsontwikkeling en transitie-aanpak zijn niet te volgen, maar belasten ondernemers wel. Duidelijke scenario’s zijn niet voorhanden, waardoor kosten opgedreven worden. EFFECTEN CORONA De coronapandemie heeft veel impact gehad op de Nederlandse economie. Hoewel de economie sinds de uitbraak in maart 2020 daarna weer is opgeveerd, gaat het CPB ervan uit dat de omvang van de economie in 2025 4 % lager is dan voor het uitbreken van het coronavirus werd verwacht.39 De verwachting is ook dat de groei van de productiviteit negatief zal worden beïnvloed, voornamelijk door minder investeringen en innovatie-activiteiten.40 64 | 35. Van den Toren, J. P., De Kok, L., Bagir, E. (2021). Effecten van meer publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs. 36. Noodzaak tot duurzaam ondernemen in de industrie - ING - Kennis over de economie 37. Noodzaak tot duurzaam ondernemen in de industrie - ING - Kennis over de economie 38. Grondstoffenschaarste en supply chain disrupties - ING - Kennis over de economie 39. Centraal Planbureau (2020). Actualisatie verkenning middellange termijn 2022-2025. 40. Ministerie van EZK (2020). Visie op de toekomst van de industrie in Nederland, blz. 10.

Daarnaast heeft het coronavirus de kwetsbaarheid van mondiale waardeketens aangetoond. Industriële sectoren maken doorgaans deel uit van grotere internationale waardeketens. Ze exporteren een groot deel van de omzet en zijn grotendeels van hun productie afhankelijk van invoer.41 overheden moeten er echter rekening mee houden dat een sterke afhankelijkheid van mondiale waardeketens gepaard kan gaan met negatieve gevolgen. Door toedoen van het coronavirus kwam de invoer van materialen en grondstoffen en de export van goederen deels stil te liggen. Het herstel dat daarop volgde, kwam moeizaam tot stand. Het kan vanuit economisch perspectief voordelig zijn om grondstoffen, materialen, producten of medicijnen uit het buitenland te halen. Bedrijven en ook ONDERNEMERSCHAP Al deze uitdagingen betekenen dat het voor een ondernemer complexer is geworden om een bedrijf te leiden, vooral ook om dat de uitdagingen elkaar onderling beïnvloeden. De veronderstelling is dat ondernemers in toenemende mate afhankelijk worden van externe expertise en horizontale en verticale samenwerking. 41. Nederlandse bedrijven kwetsbaar voor nieuwe coronagolf in buitenland (cpb.nl) | 65

OP 17 DECEMBER IS HET INDUSTRIEKOMPAS AANGEBODEN AAN EDDY VAN HIJUM, GEDEPUTEERDE VAN DE PROVINCIE OVERIJSSEL (Fotografie: Peter Timmer Fotografie) Van links naar rechts: Eddy van Hijum (gedeputeerde provincie Overijssel, Bas Ramaker (provincie Overijssel), Robin Burghard (BOOST Smart Industry), Arjan Ester (voorzitter kopgroep BOOST Smart Industry), Piet Mosterd (kopgroep BOOST Smart Industry) 66 |

COLOFON: BOOST Industriekompas 2030 is een uitgave van BOOST Smart Industry Oost. ONDERZOEK EN REALISATIE INDUSTRIEKOMPAS: Christa Pieffers, Oost NL Pieter Dillingh, Oost NL REDACTIE: Annet van Limburg, BOOST Robin Burghard, BOOST Jean-Jacques Jouret, Jacquet communicatie en marketingadvies Linda Snijders FOTOGRAFIE: Shutterstock / AWL / BOOST / FIR Brink industrial VORMGEVING: Ester van Leuveren, E* D.SIGN COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden gekopieerd in welke vorm dan ook. | 67

BOOST IS DÉ NAVIGATOR VOOR EEN SLIMME EN SCHONE INDUSTRIE MEER WETEN OVER BOOST BOOST | Hét Smart Industry Netwerk van Oost-Nederland 038 - 3033336 info@boostsmartindustry.nl www.boostsmartindustry.nl @Boost_NL www.linkedin.com/groups/6950306 www.linkedin.com/company/18678030 PROJECTLEIDER BOOST Robin Burghard Robin@boostsmartindustry.nl MARKETING, COMMUNICATIE EN EVENTS Annet van Limburg Annet@boostsmartindustry.nl

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
Home


You need flash player to view this online publication