63

verstoringen van de productie, het is nog steeds de taak van managers en personeel om te anticiperen op deze scenario’s. UITDAGINGEN De industrie wordt geconfronteerd met een groot aantal uitdagingen die invloed gaan hebben op de concurrentiepositie van bedrijven. We zetten de belangrijkste op een rij. DIGITALISERING Digitalisering is niet alleen een trend voor de industrie, maar ook een uitdaging. Vooral het mkb vraagt zich af hoe ze invulling moet geven aan een eigen digitaliseringsstrategie. Digitalisering is een strategische keuze die de hele organisatie raakt en op allerlei wijzen effect kan hebben. Het gaat daarbij zowel om de automatisering van productie- en logistieke processen, de bedrijfsautomatisering als ook de value chain automation. Digitalisering betekent dat een bedrijf moet nadenken over de consequenties voor het bestaande businessmodel. Maar bijvoorbeeld ook over de kansen van servitization, de wijze waarop met data wordt omgegaan en de beveiliging van systemen. Veelal hebben de bedrijven niet voldoende kennis in huis om aan de slag te gaan met digitalisering en stellen zij stappen uit. Daarnaast spelen enkele andere factoren mee die het mkb ervan weerhouden om te digitaliseren: » Tijdgebrek. » Dagelijkse en urgente zaken gaan voor. » Onvoldoende budget. » Onvoldoende zicht of investeren (tijd en geld) in digitaliseren opweegt tegen de opbrengsten. » Het ontbreken van ondersteunende financiële instrumenten. BESCHIKBAARHEID VAN TECHNISCH GESCHOOLD PERSONEEL De trend van de veranderende arbeidsmarkt wordt nu al gevoeld in de industrie. Op alle niveaus worden mensen gezocht. Vooral het vinden van goed opgeleide mbo’ers is op dit moment een enorme uitdaging, met name voor het industriële mkb. Toegang tot kennisinstituten en onderwijsinstanties wordt door het mkb benoemd als moeilijk, de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt als uit elkaar lopend. De noodzakelijke doorontwikkeling en innovatie van producten, processen en diensten blijft daardoor achter. Daarnaast speelt ook nog het vergrijzingsprobleem. Vele decennia stond het economisch beleid van Nederland in het teken van het creëren van meer banen voor meer mensen. Gedurende lange tijd groeide de potentiële beroepsbevolking: de groep 19-jarigen was altijd groter dan de groep 65-jarigen. Sinds 2011 is dit echter niet meer zo. En de verschillen worden steeds groter. Nu al is er een grote groep 55-65-ers die de komende jaren de arbeidsmarkt verlaat. Met 2,37 miljoen is deze groep ruim groter dan de de 2 miljoen 10-20-jarigen die beschikbaar komen voor de arbeidsmarkt. Arbeidsmarktprognoses laten dan ook structurele tekorten zien.34 De industrie zal er rekening mee moeten houden dat dit ten koste gaat van het totaal aantal technisch geschoolden. Dit geldt met name voor Gelderland en Overijssel, daar is de concentratie van industriële bedrijven hoog. Eén van de manieren om arbeidstekorten op te vangen, is het om-, bij- en herscholen van personeel. Voor bedrijven is er echter vaak onduidelijkheid over de opbrengst ervan: » De kosten zijn helder, maar de opbrengsten zijn onzeker. » Het rendement is niet altijd en volledig verzilverbaar voor degene die de investering doet. 34. Van den Toren, J. P., De Kok, L., Bagir, E. (2021). Effecten van meer publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs. | 63

64 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication