25

VOORZORGSMAATREGELEN III.11.1. Veiligheidsgordels Elke stoel heeft een driepuntsgordel die voor elk gebruik moet worden vastgemaakt. VERGRENDELEN Trek langzaam en gelijkmatig aan de gordel 1 en zorg ervoor dat het lipje van de veiligheidsgordel in de gesp 2 klikt (controleer of het lipje goed vastzit door eraan te trekken). Mocht de band vast komen te zitten, laat hem dan weer naar binnen en trek hem er dan weer uit. Als de veiligheidsgordel volledig is vergrendeld, trekt u er langzaam maar stevig aan, om deze ongeveer 3 cm uit te trekken. Laat het intrekken en trek het er dan weer uit. Als het probleem aanhoudt, moet u de auto zo snel mogelijk laten nakijken. LOSMAKEN Druk op de knop en de gordel wordt automatisch teruggetrokken 3. Leid hem met uw hand terug.. LET OP Als de veiligheidsgordel niet wordt gedragen, bestaat er een kans dat u uit het voertuig wordt geslingersd VEILIGHEID NEr mogen geen wijzigingen worden aangebracht aan het oorspronkelijke beveiligingssysteem (gordels, stoelen en bevestigingen). Gebruik geen apparaten die speling in de riemen kunnen veroorzaken (bijv. Wasknijpers, clips, enz.), Omdat een te losse veiligheidsgordel bij een ongeval letsel kan veroorzaken. Laat de schouderband nooit onder uw arm of achter uw rug lopen. De riem mag niet worden gedraaid. Laat na een ongeval de gordels controleren en vervang de gordels / stoelen indien nodig. Zorg ervoor dat u niets in de gesp van de veiligheidsgordel steekt dat interfereert met zijn werking. Gebruikershandleiding G2 | 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication