GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING III.5.1. Het stuur verstellen De stuurkanteling kan worden aangepast met hendel (A) linksonder op de stuurkolom. Druk de hendel naar beneden en stel het stuur in op de gewenste stand. Trek vervolgens de hendel volledig voorbij het harde punt om het stuur te vergrendelen. Zorg ervoor dat het stuur op zijn plaats wordt vergrendeld. OPGELET Om veiligheidsredenen, deze handeling uitvoeren wanneer het voertuig volledig stil staat. III.6. KAP Om de kap te openen, trek aan hendel (B). OPMERKING: De kap is voorzien van een sensor die de stroomvoorziening naar het voertuig afsluit, wanneer de kap wordt geopend. Deze hendel niet gebruiken tijdens het rijden. OPGELET Niet onder de kap werken wanneer het voertuig wordt opgeladen of wanneer het voertuig in bedrijf is.. Bij een botsing, minste geringste tegen de voorkant van de grill of kap, het ontsluitingsssysteem van de kap zo spoedig mogelijk laten controleren 18 | G6 Gebruikershandleiding
19 Online Touch Home