8

VEILIGHEID I.3. VOOR ELKE GEBRUIK Om uw veiligheid en veiligheid van passagiers te waarborgen, moet u de volgende punten nakomen voordat u uw Goupil bestuurt: - Controleer of de lichten en de richtingaanwijzers correct werken. - Controleer de conditie en de druk van uw banden. - Controleer of de remmen goed werken. - Zorg ervoor dat uw ramen schoon zijn om een goed zicht te garanderen. - Zorg ervoor dat er geen objecten de pedalen kunnen belemmeren. - Pas uw spiegels aan. - Rijd niet als uw capaciteit verminderd is (medicatie, alcoholgebruik en/of drugs, vermoeidheid) - Volg de verkeersregels. - Blijf binnen de snelheidslimieten. - Wees bewust van de omstandigheden op het wegdek, de weersomstandigheden en pas uw rijgedrag aan aan de lading die u vervoert. OPGELET De bestuurder is ten alle tijde verantwoordelijk voor zijn/haar passagiers en de veiligheid van het voertuig. Zorg ervoor dat de passagier op de juiste plaats zit en een veiligheidsgordel draagt, en houdt alle delen van uw lichaam binnen het voertuig wanneer het in beweging is. OPGELET: Verleng accuduur/ Zet stroomverbruikende elementen zoveel mogelijk uit. I.4. BELANGRIJK De G6 is een elektrische auto. Zoals bij alle elektrische voertuigen, moet de bestuurder de batterij opladen wanneer deze onder de 50% daalt. Gebruik de overwinteringsfunctie wanneer u het voertuig voor langere tijd stalt (zie VI.3.1). Het voertuig is niet geschikt voor gebruik op wegen met slecht wegdek of die overstroomd zijn of ruw terrein. Bij het niet naleven van deze aanbevelingen zal de garantie komen vervallen 8 | G6 Gebruikershandleiding

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication