VI.2. DE LADER (Laderstatus, zie II.3.) De lader start automatisch op basis van een vooraf gedefinieerde cyclus, wanneer de laadstekker op het lichtnet is aangesloten. De technologie van de lader optimaliseert het opladen van de verschillende accucellen met een gelijkmatige lading wanneer het voertuig lang wordt opgeladen. Het is daarom raadzaam om het voertuig eenmaal per maand langdurig (48 uur) te laten staan. Deze onderhoudskosten verwijderen sulfaatkristallen en egaliseert de 24 cellen van de accu. De laadcyclus wordt bij elke acculading opgeslagen. Hierdoor kan het klantenserviceteam eventuele laadfouten, problemen die zich hebben voorgedaan en de accustatus registreren. Om de accu opgeladen te houden wanneer het voertuig gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, moet de lader aangesloten blijven. OPGELET Het voertuig kan niet worden gebruikt wanneer deze is aangelsoten aan een stopcontact). VI.2.1. Accu oplaad procedure Voordat u de batterijen oplaadt: • Om de batterij op te laden: • • • Schakel het elektrische voertuig uit en verwijder de sleutel. Houd de uitschakelschakelaar AAN (zie pagina 15). Sluit de laadstekker aan op het lichtnet (zie II.3). Wacht tot de batterij volledig is opgeladen (zie VI.2.2). Trek de stekker van de lader uit het voertuig door deze een kwartslag te draaien. LET OP Een volledige lading duurt 8 tot 12 uur, afhankelijk van de accu. LET OP Wanneer u het laden stopt voordat de automatische voortgang van de lader eindigt, vermindert dit accucapaciteit en wordt er een fout in het geheugen van de lader gegenereerd. Korte herhaalde oplaadbeurten (snel opladen) kunnen de cel garantie ongeldig maken. VI.2.2. Hoofd accu oplaadstaus De voortgang van het opladen van de accu wordt aangegeven door een meter op het scherm. Deze meter is verdeeld in 3 secties die de 3 laadfasen vertegenwoordigen. Het display wordt uitgeschakeld wanneer de accu volledig is opgeladen of tijdens de egalisatiefase. 35
36 Online Touch Home