56

IX.3. CENTRALE DEURVERGRENDELING IX.3.1. Schakelaar in de cabine SLUITEN OPENEN Vergrendelt en ontgrendelt de cabine* en het busje* IX.3.2. Afstandsbediening: SLUITEN OPENEN Afstandsbediening werkt tot op 15 meter. Het lampje brand één maal bij afsluiten. Het lampje brand twee maal bij openen. LET OP Als het voertuig is afgesloten met behulp van de sleutel, kan het niet via de afstandsbediening worden geopend. IX.3.3. Afsluiten van de deuren De autodeuren worden automatisch vergrendeld wanneer de snelheid 4 km / u bereikt. Het openen van een deur van binnenuit schakelt de vergrendeling van alle deuren uit. Vergrendelen werkt niet tenzij alle deuren goed gesloten zijn. IX.4. KRIK OPTIES Zorg ervoor dat zich niemand in de buurt van het voertuig bevindt voordat hijswerkzaamheden worden uitgevoerd (platform, kip, enz.). Druk op de knop op de afstandsbediening van de cabine, laat deze los wanneer het platform of andere opties volledig zijn opgetild om schade aan het microstation te voorkomen. Gebruik in het algemeen altijd de krik wanneer de optie wordt verhoogd. LET OP Rijd nooit met geopende achterklep, want hierdoor worden de achterlichten en de nummerplaat verborgen. 56

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication