24

Zorg voor onbeschadigde hoezen en voor doppen op de openingen. Losse buizen mogen maximaal 1 m hoog gestapeld worden. Stapel alleen op houten onderleggers. Leg geen andere materialen op de buizen, zodat de buizen niet ovaal worden. Pakketten mogen maximaal 2 m hoog gestapeld worden. Hierbij moeten alle houten balkjes van pakketten op elkaar te rusten. Bewaar hulpstukken zo lang mogelijk in de verpakking om vervuiling en invloed van zonlicht te voorkomen. UV-straling (zonlicht en TL-lampen) kan de oppervlaktehuid van PE oxideren. Onbeschermde leidingen kunnen na 1 tot 1,5 jaar in de open lucht iets minder sterk worden. 6.2 Verwerking van PE Afkorten Gebruik voor het afkorten van PE een pijpensnijder, een fijngetande zaag of slijpmachine. Ga als volgt te werk: 1. Zorg dat de buis en het af te korten deel worden ondersteund om breuk te voorkomen. 2. Gebruik bij diameter > 50 mm een zaagmal of teken de zaagsnede af op de buis. 3. Kort de buis precies haaks af. 4. Braam de buis af met een mes. Buigen Door de lage stijfheid van PE kan een buis vrij gemakkelijk gebogen worden zonder deze te verwarmen. Houd daarbij een minimale buigstraal aan (zie afbeelding 6.2). Houd bij koud buigen een groot contactvlak aan om te voorkomen dat door een hoge contactdruk de buis indeukt of knikt. Plaats eventueel elke 5.D een stalen beugel om afplatten te voorkomen. Verwijder deze beugels na het buigen niet. 6.3 Instorten van PE PE-leidingen kunnen uitstekend in betonvloeren en wanden gestort worden. Vermijd daarbij zeer hoge temperaturen bijvoorbeeld veroorzaakt door: In stookbeton of bij tunnelbouw wordt soms zeer heet gestookt om de volgende dag weer te kunnen ontkisten. Een temperatuurmeter die de branders aanstuurt, kan defect raken. De besturing van de branders kan plaatsvinden in de buitenste tunnelelementen, omdat die het snelst afkoelen. De temperatuur in de ingesloten tunnels kan dan aanzienlijk hoger zijn. Voor kunststof leidingen is hierbij de extrusiekrimp van belang. Dit is de eenmalig optredende krimp die gemeten kan worden als de buis is verhit en weer is afgekoeld. De grens wordt bepaald in de normen bij vastgestelde temperaturen is maximaal 3% bij 110 °C. Tijdens verwarming van de vloeibare beton wil de buis uitzetten. Dit is slechts in beperkte mate mogelijk omdat het leidingwerk op verschillende plaatsen is gefixeerd en (het gewicht van) het beton expansie verhindert. Na het uitharden van het beton, wil de buis krimpen als gevolg van thermische krimp en extrusiekrimp. Het uitgeharde beton verhindert dat, omdat de leiding vast zit door moffen, bochten, T-stukken e.d. en er ontstaan dus trekspanningen in de buis. De trekspanning kan bij de fittingen zorgen voor spanningsconcentratie waardoor breuk kan optreden. Vooral T-stukken zijn daar gevoelig voor. Door een T-stuk te fixeren aan alle drie de zijden, wordt een hoge spanning op het T-stuk voorkomen. De maximaal toelaatbare extrusiekrimp vindt voor PE plaats bij 110 °C. De werkelijke extrusiekrimp vindt plaats bij 80 °C en bedraagt maximaal 0,7%. In de praktijk zijn de aan buis gemeten waarden nog veel lager. Nominale Diameter (mm) 63 t/m 160 200, 250 315 advies buigstraal (mm) 50D 70D 100D Afb. 6.2 Minimale buigstraal PE-buigen. bezwijkbuigstraal (mm) 15D 15D 15D Duidelijk is dat de temperatuur van de buizen niet hoger mag worden dan 80 °C om alle risico’s te vermijden. Omdat de variatie in temperatuur in het beton nogal groot kan zijn, mogen de gemeten temperaturen niet hoger dan 60 °C zijn. Hogere temperaturen zijn overigens ook niet goed voor de kwaliteit van het beton. Bij het instorten moet ervoor gezorgd worden dat er geen delen uit het beton steken, in verband met kans op beschadiging. Leidingen afkomstig van een toestel kunnen vaak rechtstreeks in de ingestorte leiding gestoken worden met behulp van een rubbervloermanchet. 24 Regenwaterafvoer Handboek Tel.: +31(0)523 28 81 65 E-mail: info@wavin.nl

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication