22

n = Eg Eb x ( rm rm e ) = {} 33 1/2 Eg Eb ( Du e Du e waarin: E = elasticiteitsmodulus van de grondg E = elasticiteitsmodulus van het buismateriaalb = gemiddelde buisstraal = buisklasse D = uitwendige buisdiameteru e = wanddikte Formule 1 Formule van Voellmij. U UU DD zich dus flexibel t.o.v. zijn omgeving zal gedragen, met alle voordelen van dien. Door deze flexibiliteit is het vervormen van een flexibele buis altijd een indirect verschijnsel. RRS C B QQ N N A Afb. 25. Sleufmodel. buizen wel het geval zal zijn (afbeelding 23). Als de buis flexibeler is dan de omringende grond, dan neemt de grond bij overbelasting het grootste deel van de belasting op, waardoor geen breuk of scheur in de buis ontstaat. Daarom is het van het grootste belang te weten of een buis zich flexibel of star zal gedragen t.o.v. de omringende grond. Dit kan bepaald worden met de formule van Voellmij (zie formule 1). Is n groter dan 1 dan is de buis flexibeler dan de omringende grond. Voor de verschillende grondsoorten zijn in afbeelding 24 de n- waarden vermeld voor de diverse PVC buisklassen. Voor Eb is 2000 N/mm2 aangehouden. Hieruit blijkt dat zelfs de met veen om hulde buis niet of nauwelijks stijver is dan de grond en 22 Straatriolering Handboek C B De grond rondom de buis Nu vastgesteld is dat PVC buizen flexibeler zijn dan de omringende grond en flexibel gedrag van de buizen in ieder geval voor een deel veroorzaakt zal worden door het gedrag van die grond, moet de omhullende grond nader worden beschouwd. Dit kan het best gedaan worden aan de hand van een sleufmodel (afbeelding 25). De bovenbelasting en het gewicht van de grond T+R+S moet worden gedragen door de sleufwanden, de buis en de grond Q. Het aandeel van de buis wordt bepaald door de flexibiliteit van de buis ten opzichte van de stijfheid van de grond Q (n-waarde in de formule van Voellmij). Een starre buis, die nagenoeg onvervormbaar is ten opzichte van grondmassa Q, zal een groot deel van de last dragen (afbeelding 23). Een flexibele buis, die elastischer is dan grondmassa Q, zal iets vervormen en daardoor zal de last op de buis kleiner worden en op Q groter. Door deze grotere belas ting op Q zal deze verder verdich ten en wel afhan-1 ) kelijk van de initiéle verdichtingsgraad, die was bereikt bij het verdichten van Q. Door deze grotere verdichting en stijfheid van Q wordt de potentiële horizontale tegendruk, die grond massa Q kan leveren, ook groter De grootte van de vervorming wordt dus in eerste instantie tijdens de aanvulling bepaald door de stijfheid van de buis en enigs zins door die van de grond en na de aanvulling mede door de inklinking van de grond Q naast de buis. Vervormingsfasen Door de inwendige diameter te meten tijdens de aanleg en deze meting te herhalen tot de vervor ming niet meer toeneemt, ontstaat een goed beeld van het vervor mingsgedrag in de tijd. Uit deze metingen kan een tijd/ver vorm ingskurve verkregen worden. Uit afbeelding 26 die gebaseerd is op meetresultaten, kan ook gelezen worden dat de vervor ming optreedt in twee fasen: Fase 1: de beginvervorming treedt op tijdens en direkt na de aanleg. Fase 2: de vervorming neemt na de aanleg gedurende enkele maan den tot enkele jaren nog toe tot een definitieve eind ver vorming is bereikt. Uit de metingen is ook gebleken dat deze definitieve eindver vor ming bij zwaar en intensief verkeer, bij buisomhullingen met verdichtbaar grondmateriaal als zand en zavel, al na enkele maanden bereikt is. Bij buisom hullingen met slappere grond soorten nam na enkele jaren de vervorming niet meer toe (punt x in afbeelding 26). Als geen ver keers invloed aanwezig is zal de eindvervorming pas in een later stadium bereikt worden (punt y in afbeelding 26). Tel.: +31(0)523 28 81 65 E-mail: info@wavin.nl

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication