3 Toelichting op de minimale eisen Met ingang van deze Bouwnorm 2021 is voor de ventilatie nu opgenomen dat de toevoer van buiten lucht en afvoer van vervuilde lucht uitsluitend mechanisch gebeurt. Daar zijn verschillende redenen voor. De voornaamste zetten wij op een rij: • voor nieuwbouw moet worden voldaan aan steeds strenger wordende wettelijke eisen voor energiezuinigheid. Met andere dan voornoemde systemen kan daaraan niet gemakkelijk worden voldaan in combinatie met andere eisen; • Door de COVID pandemie is het belang van permanente, gecontroleerde ventilatie verder onderstreept; • Doordat met ingang van de Bouwnorm 2021 actieve koeling een basisvoorziening is geworden kan dit vanuit het oogpunt van zowel comfort als energiezuinigheid niet langer worden gecombineerd met natuurlijke luchttoevoer. Ventilatie moet permanent werkzaam zijn tijdens het gebruik van een ruimte. Het is momenteel wettelijk toegestaan om de ventilatiecapaciteit te beperken. Zo wordt bijvoorbeeld weleens voorgesteld, omwille van energiebesparing, de ventilatiecapaciteit op basis van tijdssturing of CO2 te verlagen. Dit achten wij voor medische ruimten ongewenst aangezien daarmee het basisprincipe van goede ventilatie wordt ondermijnd. Specifiek voor huisartspraktijken geldt dat tijdens spreekuren meerdere patiënten worden gezien die allemaal hun eigen geur meebrengen. Ook onderzoeken en behandelingen leiden tot geuroverlast. Uit de T 1 Inleiding T 2 Minimale eisen T 2.1 De omgeving van de praktijk T 2.2 Bouwkundige eisen T 2.3 Eisen aan werktuigbouwkundige installaties T 2.4 Eisen aan elektrotechnische installaties T 2.5 Eisen aan geluidsisolatie bouwpraktijk weten we dat permanente ventilatie tijdens het gebruik van de medische ruimten uitstekend werkt op basis van in de tabel gehanteerde waarden voor de capaciteit. T 2.3.3 Verwarming > terug Voor verwarming is relevant dat de ontwerpeisen in de gezondheidszorg afwijken van bijvoorbeeld woningen of kantoren. Voor patiënten die zich ’s ochtends moeten ontkleden op het spreekuur of voor een behandeling is het ook bij de winterdag prettig dat de praktijk verwarmd is. Om daaraan tegemoet te komen hanteert de LHV twee graden hogere ont werptemperaturen voor medische ruimten ten opzichte van het gebruikelijke niveau. De toepassing van vloerverwarming als hoofd verwarming raden wij, op basis van de ervaring, tot op heden af. Dat heeft te maken met problemen ten aanzien van de trage werking, de moeilijke (in)regelbaarheid en, afhankelijk van de wijze van uitvoering, nadelige effecten op de lucht- en contactgeluidsisolatie. T 2.3.4 Waterinstallatie > terug In medische ruimten moet de mogelijkheid bestaan om handen te wassen. In het ontwerp van het warmwatersysteem dient het voorkómen van legionellavorming het uitgangspunt te zijn. Aangezien een huisartsenpraktijk of gezondheidscentrum geen “instelling” is conform de Wet bent u niet verplicht de installatie periodiek te laten onderzoeken. Dat is echter wél raadzaam wanneer er reële risico’s bestaan op stilstaand water en legionellavorming. Met name tappunten die weinig wordt gebruikt en douches. Optimale groeiomstandigheid voor de bacterie (Legionella pneumophila) is stilstaand water met een temperatuur tussen 25 en 60 °C (optimaal is 37 °C). Als het water niet door het hele watersysteem kan stromen, is het mogelijk dat het water langdurig blijft stilstaan in ‘dode’ hoeken. De bacterie krijgt zo de kans zich te vermeerderen. T 2.3.6 Sanitair > terug Kranen zijn een potentiële besmettingshaard. Om kranen hygiënisch te kunnen gebruiken vindt de LHV dat deze met een verlengde hendel of sensor moeten zijn uitgevoerd. De toepassing van een zogenaamde ‘ziekenhuisbediening’ komt in de huisartsenpraktijk weinig voor maar is uiteraard een ook een mogelijk heid. De reden dat de LHV hangende toiletten eist is gedaan om redenen van hygiëne. Het schoonmaken van vloeren in toiletruimten is hygiënischer uit te voeren met een hangend toilet. T 2.3.7 Lift > terug Als patiënten gebruik moeten maken van een lift zijn zaken als beleving en capaciteit aan de orde. Het liftenbesluit onderscheidt twee typen liften: een reguliere ‘lift’ en een ‘liftmachine’ (‘platformlift’). Daarbij is een lift de meest gangbare vorm waarbij een liftcabine met kabels in een liftschacht hangt. Een platformlift is een hydraulische lift waarbij een platform langs een 28
174 Online Touch Home