3 Toelichting op de minimale eisen Vanwege de algemene toepassing van LED-verlichting ontstonden daar steeds vaker klachten over. Om die reden zijn met ingang van de Bouwnorm 2021 specifieke eisen aan LED-verlichting opgenomen. Daarmee is niet gezegd dat met toepassing van die eisen een goede verlichting ontstaat of een fijne werkomgeving. Vanwege de verscheidenheid aan LED-armaturen is er veel verschil in beleving van helderheid in het plafond, gelijkmatige lichtspreiding in de ruimte en kwaliteit. Het is van belang dat u zich daarover goed laat informeren. Maar ook als het gaat om lichtkleur, geschiktheid van armaturen, kwaliteit, levensduur & garantie en combinaties van armaturen. Vanwege stofvorming in en op hangende verlichtingsarmaturen bij de onderzoeks- en behandelbank moeten die daar niet worden toegepast. Om ingeval van stroomuitval behandelingen te kunnen afronden of schrikeffecten te voorkomen vinden wij dat in de behandelkamer van de assistentie noodverlichting boven de bank aanwezig moet zijn. Temeer daar dergelijke ruimten nogal eens inpandig zijn gelegen en het er volledig duister is als het licht uitvalt. Door noodverlichting kan een ingreep worden afgerond en zijn behandelaar en patiënt in staat de ruimte veilig te verlaten. T 2.4.5 Medische aarding > terug De bouwbesluitnorm NEN 1010 stelt eisen aan me dische aarding ingeval met apparatuur op patiënten wordt gewerkt, zoals een coagulator, echo- of ECG-apparaat. T 1 Inleiding T 2 Minimale eisen T 2.1 De omgeving van de praktijk T 2.2 Bouwkundige eisen T 2.3 Eisen aan werktuigbouwkundige installaties T 2.4 Eisen aan elektrotechnische installaties T 2.5 Eisen aan geluidsisolatie Dergelijke ruimten moeten zijn voor zien van medische aarding met de classificatie ‘groep 1’. Als er medische aarding wordt aangelegd is uiter aard ook van belang dat wordt aangetoond dat die werkt. Het principe van medische aarding is dat wanneer het apparaat defect raakt er geen lekstroom naar de patiënt ontstaat. Daarvoor zijn in de elektrotechnische installatie extra veiligheden ingebouwd. U bent als behandelaar verantwoordelijk én aansprakelijk te stellen voor de veiligheid van de patiënt (toelichting: zie bijlage Medische aarding) en moet daarom, in samen spraak met bijvoorbeeld de elektricien en leveran cier van een apparaat, nagaan of en zo ja welke aardingsklasse van toepassing is. T 2.4.6 Inbraakinstallatie > terug Persoonsgegevens moeten goed beveiligd zijn in de praktijk. Daaraan worden strenge eisen gesteld om datalekken te voorkomen. Data wordt digitaal beveiligd om bijvoorbeeld te kunnen voldoen aan de AVG eisen. Op gebouwniveau moet uw praktijk echter beschikken over een inbraakinstallatie om te detecteren of onbevoegden toegang hebben tot fysieke documenten zoals notities of op papier bewaarde gegevens. Denk daarbij ook aan laptops of andere datadragers met gevoelige data die ontvreemd kunnen worden. Een inbraakinstallatie met opvolging beperkt die schade. Wij hebben ervoor gekozen geen norm te stellen aan het type installatie. Houdt er rekening mee dat verzekeraars wel specifieke eisen kunnen stellen. Bij de aanwezigheid van opiaten, specifieke medicijnen of een locatie met verhoogd risico op inbraak kunnen verzekeraars eisen stellen. Ook in de algemene voor waarden kunnen eisen worden gesteld. Als een praktijk is gelegen in een gezondheidscentrum of groepspraktijk wordt er doorgaans een collectieve inbraak installatie aan gelegd. In dat geval is de gebruiker met de zwaarste eisen meestal maatgevend voor de instal latie keuze. Het is ver standig bij de keuze van een inraakinstal latie tijdig na te gaan welke eisen van toepassing zijn. T 2.4.7 Datadistributie en -bekabeling > terug Telefonie en data worden doorgaans over hetzelfde netwerk gedistribueerd. Voor de huidige stand van techniek volstaat databekabeling van het type CAT. 6. Met het oog op ontwikkelingen in de toekomst (e-consult) kan een zwaardere kabel worden gekozen. Onze ervaring is dat wifi onvoldoende bedrijfszeker is. Wij achten de distributie van data via bekabeling daarom noodzakelijk. T 2.4.8 Brandinstallatie > terug Een ontruimingsinstallatie wordt in het bouwbesluit verplicht gesteld afhankelijk van een aantal voor waar den zoals de grootte van het gebouw of het aantal aanwezige personen. Voor zover een dergelijke installatie verplicht is, is van groot belang dat u die installatie vanuit de praktijk altijd zelf kunt ‘resetten’ of nagaan waar de storing zich voordoet. Bijvoorbeeld als bij de ‘buren’ het alarm afgaat maar zij op dat moment gesloten zijn. 31
177 Online Touch Home