25

God geeft Zijn woord: ‘Jij zult in vrede tot je vaderen gaan.’ Zo wordt dat altijd in de Bijbel geformuleerd. De dood is eigenlijk een terugkeren, je bent weer terug bij af. Jouw vaderen liggen in het stof en jij gaat eveneens naar het graf. Maar dat is geen punt, het is een komma … wordt vervolgd – dat is: opstanding! Het is geweldig als je zó in het leven mag staan: in de wetenschap dat de dood niet het laatste woord heeft. “En”, staat er dan in Genesis 15:16, “de vierde generatie” – die dan inmiddels in Egypte zal zijn en die verdrukt zal worden – “zal hierheen terugkeren, want de verdorvenheid van de Amoriet” – dat zijn de mensen die al in het land woonden – “zal tot hiertoe nog niet volkomen zijn”. Dat geeft aan: de maat is nog niet vol. Heel opmerkelijk! In de eerste plaats: het zal de vierde generatie zijn en dat klopt, want je leest: “Levi komt aan in Egypte”. Levi is de achterkleinzoon van Abraham en hij kreeg een zoon en die heette Kehat. Kehat kreeg eveneens een zoon en die heette Amram en dat was de vader van Mozes. En Mozes trok uit het land Egypte. Het was de vierde generatie, maar waarom dán pas; wat was het motief daarvoor? Wel, omdat de verdorvenheid van de Amoriet tot dan toe nog niet volkomen zou zijn. In de NBG-vertaling staat: “eerder is de maat van de ongerechtigheid der Amorieten niet vol”. God is langzaam tot toornen en in Zijn oordeel. Traag: Hij wacht daarmee, Hij doet het ook niet graag. En als Hij het doet, dan doet Hij het snel. Gods oordelen duren altijd relatief kort. “Want een ogenblik duurt Zijn toorn, maar een leven lang Zijn goedgunstigheid”, staat er in Psalm 30:6 (Herziene Statenvertaling). 34

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication