26

25 En Ismaël, zijn zoon, was een zoon van dertien jaren toen het vlees van zijn voorhuid werd besneden. 26 Op diezelfde dag worden Abraham en Ismaël, zijn zoon, besneden. 27 En alle mannen van zijn huis, de geborene in zijn huis en de zoon van de uitheemse, een verwerving van zilver, werden met hem besneden. Samengevat: • Elohim verschijnt aan Abram, en vernieuwt Zijn beloften en het verbond (vs.1). • Naamsverandering van Abram in Abraham (vs.5). • De besnijdenis tot een teken van het verbond (vs.9). • Naamsverandering van Sarai in Sarah, met beloften van een zoon en groot zaad uit haar (vs.15). Op de hiervoor genoemde aanhalingen wil ik nu niet al te zeer ingaan, omdat het buiten het thema valt. Maar op het navolgende des te meer: • Abraham bidt voor Ismaël en Ismaël verkrijgt een zegen en de belofte van een groot nageslacht (vs.18). Zoon uit Sarah: De belofte van een zoon uit Sarah? Dat hoefde echt niet meer voor Abram. Hij was oud, had alles gekregen wat zijn hart begeerde, zelfs een zoon en erfgenaam. En dan nóg een zoon? Een zoon die het erfrecht van Ismaël zou overnemen? Nee hoor, dat hoefde niet voor Abram. Zijn zoon Ismaël had hij innig lief en hij pleitte voor 29

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication