37

die reden zijn ze geliefd en gezegend. “Maar ook de zoon der slavin zal Ik tot een volk stellen, omdat hij uw nakomeling is”. Gen.21:13 [NBG51] Ismaël kreeg alles waartoe hij in staat was te ontvangen: een nationale zegen voor Abrahams fysieke zaad. Fysieke afstamming maakte Israël niet méér tot de bezitters van de beloofde geestelijke zegeningen dan dat het deze veilig stelde voor Ismaël. Het maakte hen tot een natie. Genesis 21 13 … “En ook de zoon van het dienstmeisje plaats Ik tot een natie, omdat hij jouw zaad is.” Drie groepen mensen kunnen zichzelf ‘Abrahams zaad’ noemen, want God noemt ze bij die naam: 1. Ismaël werd besneden en vormde een natie, omdat hij een zoon van Abraham was. 2. Dan volgt Isaäk, die niet alleen zaad van Abraham was naar het vlees, maar ook naar de belofte. Zijn geboorte hield een wonder in: hij vertegenwoordigt de Israëlieten die naar Abrahams vlees werden geboren én ook naar de Geest. Onze Heer Zelf was het Zaad (Gal. 3:16-19). 3. Een derde groep, die geen fysieke relatie heeft met Abraham, zijn zijn zonen en zijn zaad omdat zij Abrahams geloof hebben en verenigd zijn met Christus, het Zaad van Abraham (Gal. 3:7,29). De Heer zei tot het ongelovig Israël: “Ik weet, dat gij Abrahams zaad zijt” (Joh. 8:37, SV1977). Maar Hij vertelde hen ook dat als zij de kinderen van Abraham zouden zijn, zij ook de werken van 40

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication