40

blijkt opnieuw ondubbelzinnig dat God daarmee Isaäk bedoelde. Het verbond wordt geërfd door Isaäk en niet door Ismaël. Met een bezwaard gemoed stuurt Abram zijn vrouw Hagar met hun zoon Ismaël de woestijn in. Slechts met een brood en een zak water. Abraham deed op bevel van God afstand van zijn zoon Ismaël en beleed hiermee zijn zonde van ongeduld en klein-geloof. Dit is met recht een offer voor hem geweest. Ismaël droeg de gevolgen van zijn vaders zonde met zich mee de woestijn in. Leviticus 16 7 En hij neemt twee van de harige geiten en hij doet ze staan voor het aangezicht van JAHWEH bij de opening van de tent van de afspraak. 8 En Aäron werpt loten over de twee harige geiten, één lot voor JAHWEH en één lot voor de Azazel (betekenis: weggaande bok). 9 En Aäron brengt de harige geit op wie het lot voor JAHWEH viel naderbij en hij maakt hem tot zondeoffer. 10 En de harige geit op wie het lot voor de Azazel valt, doet hij levend staan voor het aangezicht van JAHWEH om over hem een beschutting te maken, de Azazel wegzendend naar de wildernis. 20 En hij beëindigt het maken van een beschutting voor de heilige plaats en de tent van de afspraak en het altaar, en hij doet de levende harige geit naderen. 21 En Aäron steunt zijn twee handen op het hoofd van de levende harige geit en hij belijdt over hem alle verdorvenheden van de zonen van Israël en al hun overtredingen in al hun zonden, en hij doet ze op het hoofd 43

41 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication