117

Romeinen 3:5,6 – GOD is vaardig in rechtdoen Indien echter onze onrechtvaardigheid, Gods rechtvaardigheid staaft, wat zullen wij dan uitspreken? Toch niet, dat God, die boosheid opbrengt, onrechtvaardig is? (Ik spreek naar de mens.) Volstrekt niet! Hoe anders zou God de wereld oordelen? De redenering is hier: wanneer door de onrechtvaardigheid van de mens, GODS rechtvaardigheid alleen maar meer schittert, waarom zou GOD dan nog boos worden? Is dat dan niet onbillijk? De reactie die Paulus geeft, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. “Volstrekt niet!”, schrijft hij. En hij antwoordt met een wedervraag: “Hoe zou God anders de wereld oordelen?” De onrechtvaardigheid van de mens, bevestigt GODS rechtvaardigheid. Maar dat GOD daarom blij, in plaats van boos zou moeten zijn met de onrechtvaardigheid, klopt niet. Want juist door uiting te geven aan zijn boosheid, zet Hij dingen recht. GODS boosheid is geen grillige emotie, maar een uitdrukking van rechtvaardigheid. Want Hij doet recht en zet recht en brengt terecht. Rechtvaardigheid is dus (met recht!) een vaardigheid. Het Griekse woord voor ‘oordelen’ is krino. Hiervan zijn woorden zoals ‘kritiek’ en ‘kritiseren’ afgeleid. Bedenk dat GODS kritiek (oordeel) altijd de bedoeling heeft van terechtwijzing. Boosheid is een míddel, geen doel. GOD brengt door middel van oordeel en boosheid alles terecht! 123

118 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication