128

Romeinen 3:18 – de vreze GODS De vreze Gods staat hun niet voor ogen. In Romeinen 3, de verzen 10 tot en met 18, wordt een uiterst somber beeld geschetst van wie de mens is en waartoe hij in staat is. Dit wordt aangevuld met tal van citaten uit de Hebreeuwse Bijbel, vooral uit de boeken van de Psalmen. Zo ook bovenstaand vers, dat verwijst naar Psalm 36:2. Met dit afsluitende citaat vat Paulus in één korte zin samen waarin de zonde van de mens bestaat. Dat de voeten van de mens hem op verkeerde wegen brengen en dat zijn mond vol vloek en bitterheid is, is (hoe kwalijk ook) slechts een consequentie van de zonde. De oorzaak wordt hier blootgelegd. Dat een mens zondigt oftewel doelmist, komt door zijn gerichtheid. De richting waarin we kijken, zal ook de richting zijn waarin we sturen. Onze focus bepaalt de weg die we gaan. Het woord voor ‘vrees’ is in het Grieks fobos, waarin we direct ons woord fobie herkennen. Dat hoeft niet per se negatief te zijn. Let wel: het gaat hier niet om vrees voor oordeel, maar om vrees voor GOD. Niet voor iets, maar voor Iemand. Het duidt op diep ontzag voor Hem die alles beschikt, zonder dat een mens daar iets aan afof toe kan doen! 134

129 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication