217

Romeinen 6:8,9 – niet meer sterft… Maar indien wij samen met Christus stierven, geloven wij, dat wij ook samen met hem zullen leven, daar wij weten dat Christus, opgewekt wordend vanuit de doden, niet meer sterft. De dood is geen heer meer van hem. Het “indien…” drukt geen onzekerheid uit, maar ondersteunt de argumentatie. Aangezien we samen met Christus stierven en dus met hem verbonden zijn, zullen we logischerwijs ook samen met hem leven in zijn opstanding. Paulus spreekt niet van “zullen”, omdat het opstandingsleven voor ons nog steeds alleen maar toekomstig zou zijn (:4). Met de toekomende tijd (“zullen leven”) neemt hij ons als het ware mee naar het startpunt (de dood) om vandaaruit wat komen gaat te overzien. Dat Christus, die werd opgewekt uit de doden, “niet meer sterft”, is wetenschap. Het is wat wij geacht worden te weten. Zijn opwekking uit de doden is een volstrekt unieke gebeurtenis, zoals nooit eerder heeft plaatsgevonden. De personen, die bij eerdere gelegenheden werden opgewekt uit de doden, zoals bijvoorbeeld de jongeling te Naïn, het dochtertje van Jaïrus en Lazarus zijn allemaal later alsnog gestorven. Hun opstanding was een terugkeer naar het vergankelijke leven. Christus’ opwekking is van een andere orde. Hij liet de dood als Eersteling, definitief achter zich. 227

218 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication