367

Romeinen 11:9,10 – verduisterde ogen En David zegt: laat hun tafel tot een strik worden en tot een jachtnet en tot een valstrik en tot een vergelding voor hen. Laten hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien en doe hun rug voortdurend krommen. Psalm 69 (:22,23) beschrijft profetisch de situatie nadat Israël haar Messias heeft verworpen. Haar plaats van samenkomst rond het altaar (“hun tafel”) wachtte een fataal lot. Dit is vervuld in het jaar 70 AD, toen Jeruzalem en de tempel compleet verwoest werden. Tot op de dag van vandaag is het volk Israël blind voor haar Messias, omdat “hun ogen verduisterd worden”. Dit wordt treffend geïllustreerd in Elymas, de Joodse magiër (Hand.13:6), die ook verblind werd doordat op Paulus’ aanzegging, “de hand van de Heer” zich tegen hem keerde. Elymas zou “tot de bestemde tijd” niet meer zien. Het is uitgerekend bij die gelegenheid dat Saulus Paulus wordt en de naam krijgt van de eerste ‘pure heiden’ die het woord van God verneemt: de landvoogd Sergius Paulus. De geschiedenis in Handelingen 13 staat model voor de tegenwoordige tijd. De boodschap van ‘redding om niet’ gaat naar de natiën, terwijl het Joodse volk tijdelijk terzijde is gesteld in jaloerse verblinding en met een gekromde rug. Zo moest het gaan. 384

368 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication