453

Romeinen 14:10 – voor het podium van God Maar u, waarom oordeelt u uw broeder? Of ook, waarom minacht u uw broeder? Want wij allen zullen gesteld worden voor het podium van God. Een oordeel vellen over een broeder of hem minachten, omdat hij andere dingen doet of nalaat dan ik, is hoogmoed. Want daarmee verhef ik mezelf boven hem. Niet omdat ik meen een betere opinie te hebben dan hij, want dat meent iedereen die het oneens is met een ander. Nee, de hoogmoed zit ’m in de aanmatiging dat hij mij verantwoording schuldig zou zijn en ik als zijn heer boven hem zou staan. Paulus wijst erop dat “wij allen gesteld zullen worden voor het podium van God”. De meeste vertalingen spreken van “rechterstoel”, maar het Griekse woord bêma refereert aan een opstap of verhoging. Het is een podium, ongeacht wie of waarom men daarop zit of staat. In bovenstaand vers is sprake van “het podium van God”. Hij is verhoogd op het podium en wij allen zullen voor dat podium worden gesteld. Dat zijn de verhoudingen. Ik ben daar niet meer dan de broeder die ik nu minacht. Daar zal blijken dat onze huidige oordelen slechts kortzichtige en aanmatigende vooroordelen zijn geweest. Bij dat podium zal blijken wie alle eer toekomt… 473

454 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication