471

Romeinen 15:3 – de smaad van Christus …want ook Christus behaagt niet zichzelf, maar zoals er staat geschreven “de smaadwoorden van die U smaden, vallen op mij”. Als motief om niet onszelf te behagen, voert Paulus hier Christus als voorbeeld op. Op aarde was hij de Verworpene en ook nu, hoewel in hemelse heerlijkheid, is hij nog steeds de miskende. En de smaadwoorden die opgezonden worden naar God in de hemel, vallen ook hem ten deel. Paulus citeert uit Psalm 69 waar David als “gezalfde” het voorwerp is van verwerping door zijn volksgenoten. Toch is de “ik” en “mij” in deze psalm niet David zelf, maar de Messias die zonder reden werd gehaat (Ps.69:5) en die men in zijn dorst azijn liet drinken (Ps.69:22). Zowel Mattheüs (27:48) als Marcus (15:36) alsook Johannes (15:25; 19:28), verwijzen uitdrukkelijk naar Psalm 69 en laten weten, dat deze woorden hun vervulling vinden in wat Christus onderging. David was niet slechts een poëet, maar veel meer dan dat. Hij was een profeet, zoals ook Petrus op de Pinksterdag zijn volksgenoten duidelijk maakte (Hand.2:30). Tot op de dag van vandaag is Christus miskend, terwijl de ogen van zijn volk verduisterd zijn (vergelijk Ps.69:23 en Rom.11:9,10!). Maar omdat het Christus niet om zichzelf ging, verdroeg hij de smaad in de wetenschap dat zijn God alles ten goede zou keren! 493

472 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication