475

Romeinen 15:6 – een mond vol …opdat jullie met één mond eendrachtig zouden verheerlijken de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Het is opmerkelijk hoe diverse keren de “mond” in de Romeinenbrief ter sprake wordt gebracht. In drie gedeelten wordt de “mond” genoemd en iedere vermelding past in de opbouw van Paulus’ betoog. In de eerste hoofdstukken worden alle mensen neergezet als zondaren (doelmissers). In die context passen de woorden van Romeinen 3:14: “Hun mond is boordevol van vloek en bitterheid”. De conclusie hieruit volgt in vers 19: “… opdat elke mond gestopt zou worden en heel de wereld onder de rechtspraak van God zou komen”. In de hoofdstukken die volgen zet Paulus het Evangelie uiteen van waarom Christus stierf, begraven en opgewekt werd uit de doden. Het is het fundament van redding en nieuw leven. En dan lezen we in hoofdstuk 10:9: “Want indien je met de mond belijdt dat Jezus Heer is, en met je hart gelooft dat God hem opwekte uit de doden, zul je gered worden” (zie ook 10:8 en 10:10). De laatste vermelding van de mond treffen we in bovenstaand vers. Het is de climax in een logische reeks. Eerst monden boordevol vloek. Dan gestopte monden. Vervolgens belijdende monden. En tenslotte als met één mond God de Vader verheerlijken! 497

476 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication