7

ROMEINEN 3 Romeinen 3:1 – het voorrecht van de Jood 117 Romeinen 3:2 – aan hen de woorden Gods toevertrouwd 118 Romeinen 3:3 – het geloof van GOD 119 Romeinen 3:4 – GOD waarachtig, elk mens leugenachtig 120 Romeinen 3:4 – altijd volkomen recht! 121 Romeinen 3:5 – onbegrip over Paulus’ onderwijs 122 Romeinen 3:5,6 – GOD is vaardig in rechtdoen 123 Romeinen 3:7 – contrast dient tot GODS heerlijkheid 124 Romeinen 3:7 – hoezo “als zondaar geoordeeld”? 125 Romeinen 3:8 – het goede dat voortkomt uit het kwade 126 Romeinen 3:8 – nog eens: goed en kwaad 127 Romeinen 3:9 – allen onder de zonde 128 Romeinen 3:10,11 – niemand… zelfs niet één 129 Romeinen 3:12 – onbruikbaar en ongeschikt 130 Romeinen 3:13,14 – een geopend graf 131 Romeinen 3:13,14 – mensenwoord versus GODS woord 132 Romeinen 3:15-17 – uit hetzelfde hout gesneden 133 Romeinen 3:18 – de vreze GODS 134 Romeinen 3:19 – allen onder de rechtspraak van GOD 135 Romeinen 3:20 – uit werken van wet niemand gerechtvaardigd 136 Romeinen 3:21 – nu echter…! 137 Romeinen 3:21 – rechtvaardigheid van GOD 138 Romeinen 3:21 – Gods rechtvaardigheid in het OT 139 Romeinen 3:22 – door geloof van Jezus Christus 140 Romeinen 3:22 – tot in allen die geloven 141 Romeinen 3:23,24 – alle mensen! 142 Romeinen 3:23,24 – om niet gerechtvaardigd 143 Romeinen 3:23,24 – in de genade van Hem 144 Romeinen 3:23,24 – door de verlossing in Christus Jezus 145 Romeinen 3:24,25 – voorgesteld als beschutplaats 146 Romeinen 3:25 – door het geloof in zijn bloed 147 8

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication