70

Romeinen 1:29 – dag en nacht …heeft Hij hen overgeleverd in verwerpelijk denken om dingen te doen die niet behoren: vervuld met elke onrechtvaardigheid, boosaardigheid, hebzucht, slechtheid, barstensvol van afgunst, moord, ruzie, bedrog, kwaadwillendheid… GOD laat de mensheid begaan die het verwerpelijk acht Hem te erkennen. Van dergelijk “verwerpelijk denken” vernamen we al dat het zich uit in intellectuele verdwazing (:21), ontering van het lichaam (:24,25), bestialiteit en homoseksualiteit (:26,27). Maar daar blijft het niet bij. Heel het gedrag van de mens raakt ‘van GOD los’. Vanaf vers 29 tot en met 31 somt Paulus een lange waslijst op van gedragingen die daarvan allemaal het gevolg zijn. Aan de catalogus lijkt geen einde te komen. Allereerst (in vers 29) noemt Paulus een viertal dingen waarvan de mens vervuld is en daarna nog eens een vijftal zaken waarvan hij “barstensvol” is. Van “vervuld” naar “barstensvol”. Van kwaad tot erger. De lijst die Paulus daarbij opsomt begint met “onrechtvaardigheid”. Dat is ongeloof. Immers: geloof = rechtvaardigheid. Boosaardigheid, hebzucht (letterlijk meer willen hebben) en slechtheid zijn als de wagons die achter de trein van ongeloof hangen. Omgekeerd leidt vertrouwen op GOD tot liefde voor zijn schepselen en motiveert dus om hen wel te doen. Het maakt een mens ook tevreden. Het is een verschil van nacht en dag! 73

71 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication