89

Romeinen 2:10 – voor een ieder die het goede werkt …maar heerlijkheid en eer en vrede voor een ieder die het goede werkt, eerst de Jood en ook de Griek. Voor het verstaan van wat Paulus in deze verzen naar voren brengt, is het van het grootste belang te begrijpen dat hij hier spreekt van de mensheid in het algemeen. Ongeacht of men veel kennis heeft van GODS openbaring, zoals de Jood, of juist weinig kennis, zoals de Griek. De mate van bezit van kennis is geen verdienste. En bovendien: die “het goede werkt” is ook niet de netste, de fatsoenlijkste of degene die het meest zijn best doet. En al helemaal niet degene die Gods gunst wil verdienen (= religie). Integendeel zelfs! Want zo’n instelling verraadt slechts, dat men “God niet als GOD verheerlijkt en dankt” (1:21). Wie God erkent als GOD, vertrouwt Hem dat Hij alle dingen wel maakt. Dat is het ABC van Godsvertrouwen. Voor hen is “heerlijkheid en eer en vrede” weggelegd in de toekomende aeonen (:7). Met de overigen komt het ook goed, maar pas nadat zij gericht zijn (:9). Het gericht dient om de mens te leren wie GOD is en om alles recht te zetten. Dat kan pijnlijk zijn, maar het is noodzakelijk om een ieder te brengen waar GOD hem wil hebben. 93

90 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication