30

De hele mensheid maakt gebruik van het onderscheid tussen goed en kwaad. Maar wat voor de een goed is, kan voor de ander kwaad zijn. Het kappen van bomen in de regenwouden is een groot kwaad – maar voor degenen die daarvan moeten leven is het noodzaak, en dus voor henzelf een goede zaak, hoe dubieus ook ... Binnen gezinnen voeden we onze kinderen op om hen te leren wat goed is en wat kwaad ... Maar ook de opvoeding waarin kinderen te maken krijgen met goed en kwaad, kan per gezin enorm verschillen. Als je kerkelijk bent opgevoed, krijg je soms een heel pakket aan regels mee met wat goed voor je is en wat kwaad. Bijvoorbeeld: Op zondag mag je niet werken, want dat is een groot kwaad. Maar anderen zien daar helemaal geen kwaad in. Je mag geen t.v. in huis hebben, want daarmee haal je de duivel in huis. Het kaartspel is verboden, want dat is een spel van de duivel. Een lijst met muziek waar je absoluut niet naar moet luisteren, en boeken die je niet mag lezen, omdat er een kwade invloed van uitgaat ... En iedere kerkelijke gemeente stelt zijn eigen normen vast van wat zij goed achten en wat zij als kwaad zien. Door al die verschillende interpretaties over wat goed is en wat kwaad, komen we vaak lijnrecht tegenover elkaar te staan. Ik heb laatst een documentaire gezien die aantoonde waarom mensen zo tegenover elkaar kunnen komen te staan. Iedereen kiest partij voor dat wat hijzelf voor ‘waar’ houdt ... de ander is dan automatisch de tegenstander, de vijand, de leugenverspreider. Het was beangstigend om te zien hoe mensen elkaar voor rotte vis uit kunnen maken, omdat zijzelf geloven dat zij het goede aan hun kant hebben staan. Maar het kan ook anders: Het was verbazingwekkend om te zien dat twee partijen die elkaar niet konden uitstaan, de handen in elkaar sloegen, toen zij op een gegeven 32

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication