15

Verderop wordt kort samengevat de tabernakel verklaard. De vaststelling volgt: wat een gelijkenis is met de tegenwoordige era Hebr.9:9. Hebreeën noemt geen tempel. Christus is het ware Tegenbeeld van de tabernakel. Tot aan Zijn komst was er voor Zijn volk Israël slechts één toegang tot Gods tegenwoordigheid via dit grote Tegenbeeld van het ritueel van de tabernakel. Voor nu kan het helpen - voor het begrip - Paulus’ bediening als apostel van de natiën er niet bij te betrekken. De doop van Johannes Voordat de ware Tabernakel kwam, trad Johannes op, die in de Jordaan doopte Mark.1:4,5. Wat werd uitgebeeld door deze voorafschaduwing? Christus was het, die door Mozes als profeet aangekondigd was Deut.18:15-19. En Hij kwam om Zijn volk uit de slavernij te bevrijden Hand.7:25,37. Israël in Egypte komt overeen met de Joden onder de wet. De Heer Jezus kwam om hen eveneens in het goede land te brengen, dat Hij voor hen bereid had. Maar, net als de Israëlieten in de oudheid, bleven ook deze Joden (in de Handelingentijd) in de wildernis hangen. Tienduizenden werden gelovig; zij allen hoorden echter bij de ijveraars van de wet Hand.21:20. God had in het grootste deel van hen geen behagen 1Kor.10:5. De weg door de wildernis begon met een doop. Zij allen werden naarbinnen Mozes in de wolk en in de zee gedoopt 1Kor.10:2. Alle verbindingen met Egypte werden op die wijze verbroken. En zij werden zo met Mozes verbonden. Vele jaren later verkondigde Johannes de doper het koninkrijk van de hemelen, doopte hij hen ook, en dat met het oog op de ware Mozes, de Heer Jezus Matt.3:11. De doophandeling 16

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication