19

toont ons, hoe de bediening van Johannes geleidelijk in die van de Heer opging. Weliswaar vormden alle Joden door het ritueel van de besnijdenis een eenheid, maar werden door de (water)doop van elkaar gescheiden. Petrus nam de bediening van het dopen op de pinksterdag weer op Hand.2:38. Het koninkrijk was tevoren door Johannes en de Heer verkondigd. Israël had dat echter afgewezen, en haar Messias vermoord. Met pinksteren werd Hij als Opgestane verkondigd, als de Zoon van David. Hij was door God opgewekt, opdat Hij op de troon van David zou zitten. Maar voordat de dag van Jahweh11 in heerlijkheid kan aanbreken, moet Gods arm van gerechtigheid door gerichten openbaar worden Hand.2:23,24,34,35. Al de profeten hadden het aanbreken met gerichten van deze grote dag voorzegd. Veel zwaardere gerichten dan in Egypte zullen Zijn vijanden uitschakelen Han.2:19; Dan.12:1; Joël 2, Amos 5:18-20 e.a.. Hoe konden degenen, die schuldig waren aan de moord op de Gezalfde van God, aan deze gerichten ontkomen? Petrus nu verklaarde tot hen: "Hebt berouw en laat eenieder van jullie gedoopt worden in de naam van Jezus Christus tot vergeving van jullie zonden, en jullie zullen het geschenk van de heilige geest ontvangen. Want voor jullie is de belofte en voor jullie kinderen en voor allen die veraf zijn, al wie ook maar onze Heer de God tot Zich roept. Bovendien met meer andere 11 Profetisch aangekondigd in Tenach, o.a. in Joël 2, en vele andere; vaak ‘de dag des HE(E)REN’ in vertalingen genoemd. Ook in Openbaring 1:10 wordt die dag (niet de zondag) bedoeld. 20

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication