32

Bij de natiën was het nu anders. Zoals ‘hun’ apostel Hem pas ná Zijn opstanding en verheerlijking zag, bekenden zij Hem met de titel van Zijn verheerlijking: Christus. Om deze Verheerlijkte Heer met de Verachte Die hun zonden op Golgotha droeg te verbinden, kwam Jezus’ naam erbij. Daar deze doop de natiën samen plantte met Hem in Zijn opstandingsheerlijkheid, kreeg die veel grotere betekenis dan voorheen. Paulus schreef de Romeinen18: Of zijn jullie onwetend dat al wie gedoopt zijn in Christus Jezus, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij werden dan begraven met Hem door de doop in de dood, opdat, evenals Christus opgewekt is uit de doden door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wíj in nieuwheid van leven wandelen. Want indien wij tezamen geplant zijn geworden in de gelijkenis van Zijn dood, zullen wij niettemin ook van de opstanding zijn, dit wetend, dat onze oude mens mede gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde buiten werking gesteld zou zijn, en wij niet meer slaven voor de zonde, want wie gestorven is, is gerechtvaardigd van de zonde Rom.6:3-7 Wij zagen hoe de twaalf apostelen van de besnijdenis de doopformule nauwkeurig gebruikten in omstandigheden en wie het betrof. Zij waren daarin zeker niet achteloos. 18 Broeder Knoch schrijft in zijn Concordant Commentaar (blz.235): ‘De geestelijke waarden van doop naarbinnen in de dood Luk.12:50 en begrafenis met Christus, zoals in dit hoofdstuk te lezen, tonen dat het hier om de doop in de geest 1Kor.12:13 gaat’. 33

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication