41

met de doop van Johannes Hand.19:3 Paulus verklaarde aan die discipelen dat deze doop met het oog op het optreden van de Heer voltrokken werd. Toen begrepen zij, dat zij zich lieten dopen naarbinnen in de naam van de Heer Jezus Hand.19:5. Nu had deze doop niets van doen met heilige geest. Ook nadat de Heer te midden van Zijn volk had gewandeld, en gestorven en opgestaan was, kon deze doop en deze formulering geen toerusting met heilige geest geven. Filippus doopte de Samaritanen op deze wijze, met deze formulering. En om te verklaren, dat zij de heilige geest niet verkregen, wordt uitdrukkelijk gezegd, dat zij alleen naarbinnen in de naam van de Heer Jezus gedoopt waren Hand.8:16. Gelet op dit feit is het zeer onwaarschijnlijk, dat Paulus ze nogeens met deze formulering gedoopt had, zoals men meestal zegt. Paulus verklaarde hen juist wat Johannes de doper gedaan had en dat zijn doop een doop in de naam van de Heer Jezus was. Dat was dezelfde doop die Filippus in Samaria voltrok. Wat zou het voor zin gehad hebben, deze gelovigen nog een keer met dezelfde formulering te dopen, die niet de komst van heilige geest zou opleveren. In plaats daarvan legde Paulus hen de handen op, en heilige geest kwam op hen, zodat zij in tongen spraken en profeteerden. Dit was ook zo bij de Samaritanen; toen deelden de apostelen ook de geest op die wijze toe Hand.8:17. Handelingen 19:5 kan betekenen, dat het bij de Efeziërs bij het horen van de verklaring van Paulus duidelijk werd, dat de doop van Johannes hen alleen met de Heer Jezus 42

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication