door de geestesdoop. Wij hebben gezien, hoe het wasvat uitgroeide tot een (koperen) zee. Die werd vervangen door een stroom van levengevend water. De geest, waardoor wij in één lichaam gedrenkt zijn, is een stroom van leven. De geest verbindt ons niet alleen met elkaar, maar is ook voor ons een stroom van leven. Wij hebben allen hetzelfde leven, wij allen zijn een eenheid. Dít is de eenheid van de geest Ef.4:3. Wij worden aangespoord om die te bewaren met de band van de vrede. De apostel schreef: wij kennen ten dele en profeteren ten dele 1Kor.13:9-11 Paulus mocht het beleven, dat de ene periode van beheer overging in een andere. Uit ‘ten dele kennen’ te komen in ‘de volheid’ (volwassenheid), van ‘onder de wet’ te komen in ‘de volkomenheid’; het betekende veel voor de apostel. Het beheer van het geheimenis Ef.3:9 naderde, terwijl zich allerlei afspeelde dat in Handelingen staat. De zogeheten voorbereidende brieven zijn kort voor de afsluiting van de overgangsperiode23 geschreven. Van alles wijst al naar de volkomenheid (of: volwassenheid/rijpheid). De periode van de wet/pinksteren werd door vormen bepaald, van het nog onmondig kind zijn. In de overgangsperiode komt zoonschap, de plaats van zoon, naar voren. Daarna de volle rijpheid, de volwassenheid, volkomen man. Zo kunnen wij begrijpen dat de apostel dingen aflegde, opzijschoof, die eens waardevol waren, maar later niet meer. 23 Dat is de periode die Handelingen 13-28 omvat. 52
52 Online Touch Home