53

Het geheimenis van de verharding van Israël Rom.11:25 werd aan gelovigen onthuld. Dat gold ook voor het geheimenis van het evangelie Rom.16:25; Ef.6:19, lang verborgen gehouden: de verzoening. Vervolgens werd Israël tijdelijk terzijde gesteld (als lichtdrager) en was de weg vrij voor de mensen uit de natiën Hand.28:25-28. Zo zien wij dat gedurende de periode dat verkondiging van evangelie van God onder de natiën plaatsvond, God ook nog aan Zijn ongehoorzame volk het koninkrijk aanbood. Toen onze Heer op aarde verbleef, verkondigde Hij het voor Israël bedoelde koninkrijk - zoals de profeten dat aangekondigd hadden. Toen zij dat afwezen, citeerde Hij Jesaja 6:9,10, en verblindde hun ogen en stopte hun oren dicht Matt.13:15. Daarna verkondigde Hij het koninkrijk niet meer openlijk, maar sprak veelal in gelijkenissen. Toen Israël daarna de Koning zelf verwierp, verborg Hij zich voor hen, en Jesaja’s woord werd weer uitgesproken Joh.12:37-41. Toen resteerde één weg. Na Zijn hemelvaart werd de beloofde heilige geest gezonden om hernieuwd het aanbod van het koninkrijk te kunnen doen. Israël kon zich bedenken en zich bekeren opdat tijden van verfrissing van het aangezicht van Jahweh, de Heer, komen Hand.3:19-21. Handelingen is het verslag van de afsluitende bemoeienis van God met Zijn uitgekozen volk. Dat begon met de komst van de geest. Het laat ook de afwijzing van de geest door Israël zien. Het eindigt met het afwijzen van het volk door de geest. Hét onderwerp van Handelingen is het aardse koninkrijk, dat reeds twee keer afgewezen was. Eerst de verkondiging door de profeten en vervolgens de 54

54 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication