21

Wij leren die dingen kennen door tegenstellingen. Opnieuw een aantal voorbeelden: • Goed en kwaad (Genesis 2:9) • Dood en leven (Deuteronomium 32:39) • Arm en rijk (1 Samuël 2:7) • Baren en sterven (Prediker 3:2) • Doden en genezen (Prediker 3:3) • Afbreken en bouwen (Prediker 3:4) • Huilen en lachen (Prediker 3:5) • Zoeken en verloren laten gaan (Prediker 3:6) • Haten en beminnen (Prediker 3:8) • Oorlog en vrede (Prediker 3:8) • Welzijn en kwaad (Jesaja 45:7) • Licht en duisternis (Jesaja 45:7) • Vlees en geest (Johannes 3:6) • Sterven en levend maken (1 Korinthe 15:22) • Vergankelijkheid en onvergankelijkheid (1 Korinthe 15:42) Het negatieve bestaat als de donkere achtergrond om het positieve te laten schitteren. 24

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication