37

Voor Israël is het oordeel voorbij, voor de volkeren begint dan de dag van toorn. Mens van de wetteloosheid In de koning van Babel herkennen we een figuur die we ook tegenkomen in Openbaring 13:1-8. Daar wordt hij “het beest uit de zee” (de ‘zee’ staat voor de volkeren) genoemd. Ook Paulus spreekt van deze figuur als hij in 2 Tessalonicenzen 2:3 spreekt over “de mens van de wetteloosheid”. Deze mens van de wetteloosheid – in Jesaja 14:16 gaat het eveneens over een mens –, zal zich in de tempel van God zetten, om te demonstreren dat hij God is (:4). Ook van de koning van Babel wordt in Jesaja beschreven hoe hij in zijn hart zegt dat hij zichzelf gelijk zal stellen aan de Allerhoogste. Jes.14:14 Laten we, in aansluiting op Jesaja 13, ook de eerste verzen van Jesaja 14 lezen: Jesaja 14 1 Want de HEERE zal Zich over Jakob ontfermen en Hij zal Israël nog verkiezen. Hij zal hen neerzetten op hun eigen grond. De vreemdeling zal zich bij hen aansluiten en zich bij het huis van Jakob voegen. 2 De volken zullen hen nemen en naar hun woonplaats brengen. Het huis van Israël zal hen in erfelijk bezitnemen als slaven en slavinnen in het land van de HEERE. Zo zullen zij gevangenhouden wie hen gevangenhielden en heersen over hun onderdrukkers. 3 En het zal geschieden op de dag waarop de HEERE u rust zal 42

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication