14

worden, maar niet precies weten op welk moment God ons zal wegrukken, als voor Hem de maat vol is. Wie meent dat wel te kunnen, is een ontstellende ijdeltuit. Wanneer de dagen van het gericht niet ingekort zouden worden, zou geen vlees gered worden (Mattheüs 24:22). Dat zegt wat over Gods karakter en voornemen. Wanneer Zijn toorn langer zou duren, zou immers van de aarde en mensheid vrijwel niets meer over blijven. Want wie zal vast kunnen staan als Gods toorn losbrandt (Psalm 76:7 en Openbaring 6:17)? De verdrukking zoals in Mattheüs 24:29-31 aangekondigd, staat in schril contrast met wat over de uitgeroepen gemeente in Romeinen 5:9, 1 Thessalonicenzen 1:10 en 5:9 en in 2 Thessalonicenzen 2:1-3 geschreven staat. In die laatstgenoemde brief waarschuwt Paulus niet voor niets (v3): “Laat niemand jullie misleiden, op geen enkele manier. Komt immers niet de afval eerst en wordt de mens van de wetteloosheid, de zoon van de destructie, onthuld?”. Dit gebeurt straks in de periode van het beheer (oikonómia, Strongnr. 3622) van Gods toorn, wanneer de uitgeroepen gemeente al hoog en breed van de aarde weggerukt is om voor altijd tezamen met de Heer te zijn. Dat neemt niet weg dat wij in ons dagelijks leven en werken zullen ondervinden wat Paulus in zijn tweede brief aan Timotheüs schreef (3:12-13): “Maar ook allen die godvruchtig willen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden. Boze mensen echter en zwendelaars zullen van kwaad tot erger komen, tot dwaling brengen en verdwaald zijnd.” (Zie ook 1 Timotheüs 4:1). God heeft de gewoonte op allerlei subtiele manieren aan te geven wat Hij van plan is. Dat doet Hij niet alleen via de mond en pen van de profeten, maar ook op talloze andere manieren zoals in de gebeurtenissen die onze Heer al in Mattheüs 24 aankondigde en die zich in onze dagen mondiaal en steeds frequenter voordoen. Voor wie meent dat het allemaal wel meevalt, volgt deze bloemlezing: 15

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication