21

van “jullie zijn alverzoeners”! Dat zeggen mensen die niet door hebben dat niet wij, doch alleen Hij, de Zoon van Gods liefde, het al wederzijds met Zichzelf verzoend heeft, vrede makend door het bloed van Zijn kruis, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij in de hemelen is (Colossenzen 1:20)! Wat de Thessalonicenzen destijds ervoeren en hun de indruk gaf al in Gods toorn terecht te zijn gekomen, is dus niet zo verwonderlijk. Want hoevelen zullen in de eeuwen na hen tot heden toe niet hetzelfde gedacht hebben, toen zij afschuwelijke en fatale omstandigheden moesten zien door te komen? Dat is een aanwijzing dat de diepe emotie die “lijden” heet, waarmee de gemeente en haar leden te maken hebben of krijgen, heel zwaar kan zijn. God, de Vader, weet er echter van en Zijn liefde laat de Zijnen nimmer in de steek! “Gerechtvaardigd dan uit geloof mogen wij vrede hebben naar God toe door onze Heer Jezus Christus door Wie wij ook de toegang hebben, door geloof, tot deze genade waarin wij staan, en wij mogen roemen op basis van de verwachting van de heerlijkheid van God, niet alleen daarin echter, maar wij mogen roemen ook in de verdrukkingen, waarnemend dat de verdrukking volharding uitwerkt, volharding echter beproefdheid, de beproefdheid echter verwachting, de verwachting echter beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgegoten is, door de heilige geest die ons gegeven is” (Romeinen 5:1-5). Dit schreef Paulus ongeveer 6 jaar na de beide brieven aan de Thessalonicenzen. Trefwoord is “verwachting” (elpis, Strongnr. 1680), dat is rekenen op dat wat vast en zeker zal gebeuren en niet zoiets als “hoop” die snel in wanhoop kan omslaan. Reken maar, dat de geliefden van God, de geroepen heiligen te Rome en vast ook te Thessalonica hiervan met grote blijdschap kennisgenomen hebben! 22

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication