32

ook getuigden van het aanbrekende koninkrijk van de hemelen. Nu, in onze tijd van genade, gelden beide facetten niet. Als we gewoon Handelingen volgen – en niet Paulus inlezen waar hij niet genoemd wordt – dan zien we, dat Matthias bij de twaalf gerekend werd. En zij wierpen hun loten en het lot viel op Matthias; hij werd met instemming van allen aan de elf apostelen toegevoegd. Handelingen 1:26 Petrus stond op, met de elf … Handelingen 2:14 En de twaalf riepen de menigte van de discipelen bij zich … Handelingen 6:2 Hij werd gezien door de twaalf … nadat Hij gezien was door al de apostelen … En als laatste van allen werd Hij ook door mij gezien. 1 Corinthiërs 15:5-8 Duidelijke scheidslijn tussen Paulus en de twaalf. Hij was beslist niet één van de twaalf. Hij had de Heer niet gezien en meegemaakt tijdens Zijn aardse bediening. Zij waren bedoeld voor de twaalf stammen van Israël en –soms – proselieten. Als Petrus’ bediening afneemt, komt die van Paulus meer naar voren. De twaalf moesten wachten op de kracht uit de hoge. Ze waren met 120 bij elkaar en zij spraken vervuld met heilige geest. Hand.2:4 Dezelfde boodschap zoals die Jezus bracht, kwam naar voren (voor het koninkrijk op aarde): bekering, doop, en: Jezus is de Messias. Dat werd aangevuld met Zijn opstanding en verheerlijking aan Gods 38

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication