het onderricht en de gemeenschap van de apostelen, het breken van het brood, de gebeden. Alle gelovigen keken uit naar de komst van het Messiaanse koninkrijk en zij hadden de gewoonte om te bidden in de tempel. Er was geen spoor te ontdekken van enig loslaten van Joodse gewoontes. Zij bleven Joden in hun gedrag. Zij verkochten extra bezittingen; datgene wat zij hadden verworven boven dat wat hun naar de Thora toekwam. Het was een bewijs dat zij hun God en Zijn gerechtigheid zochten. Alles zou in het jubeljaar vrijvallen en naar het toegelote deel verdeeld worden. En van wat zij extra verkochten, konden zij de opbrengst ten goede van allen gebruiken. En ook hier kunnen wij niet het lichaam van Christus inlezen, en deze principes zomaar toepassen op de gemeente die Zijn lichaam is. Bij de genezing van de lamme man door Petrus, verkondigde deze apostel confronterend hun schuld aan de dood van de Messias, hun Geliefde-verloofde, de Vorst van het leven. Hand.3:15 Zo zouden zij moeten erkennen dat zij ontrouw waren geweest. Zo lezen we in Handelingen 3 en 4, dat Petrus spreekt uit Tenach (Mozes en de profeten) en hen aanspreekt. Wie? Het volk Israël, vooral de leiders. Zij verwierpen bevrijding van het Romeinse juk en wezen dit aanbod af. Dat leidde tot hun “op een zijspoor gezet zijn” tot op deze dag. En wat stond in de weg? Religie. Hun harten waren gevuld met goederen die voor hen aangenaam waren, maar er was geen plaats voor de Zoon 41
36 Online Touch Home